92 DONDERDAG 27 JUNI 1912. De heer Pera. Ja! Natuurlijk! De heer Korff. M. d. V. »Natuurlijk", zegt de heer Pera, maar dat heeft hij toch niet gezegd. Wanneer diezelfde werklieden- vereenigingen weer op eigen houtje gaan werken en niet onder goede leiding komen te staan, dan komen wij weer voor hetzelfde geval te staan. M. d. V., ik kan volkomen meegaan met het geen u hebt gezegd. Laten die werklieden vereenigingen zich bij den Turnbond aansluiten; dan heeft men eenige controle. Die heeft men absolupt niet bij een vereeniging, die op haar eigen houtje werkt. De Voorzitter. Dat is het juist. Zij kunnen er gebruik van maken, als zij bij den Turnbond zijn aangesloten. Dan is het zeker dat wij een behoorlijke controle kunnen uitoefenen. Dat is het eenige, wat wij wenschen. De heer Pera. M. d. V. Mag ik nog even het woord? De Voorzitter. Het is voor de derde maal. Kan de verga dering het goedvinden, dat de heer Pera nogmaals het woord voert over dit onderwerp? Zoo ja, dan is het woord aan den heer Pera. De heer Pera. Ja, M. d. V ik zal het kort maken. Het was gemakkelijk uit te maken, als vaststond, of deze vereeni ging van werklieden gratis zich kan aansluiten bij den Turn bond, dan wel of daarvoor betaald moet worden. U hebt het doen voorkomen en dat had ik ook uit de stukken begrepen dat het gratis kon. Nu zegt de heer Sijtsma, dat het ƒ2.— per lid zal kosten en dat vind ik voor die menschen nogal bezwaarlijk. De Voorzitter. De meest zekere lezing, die ik kan geven, is van den leider van den Turnbond zelf, die zegt: »De avon den, die een vereeniging oefent met den Turnbond, kosten niets." Het geld, dat zij anders voor dien avond aan de ge meente moesten betalen, betalen zij dan aan den Turnbond. Voor de particuliere vereenigingen en hare leden komt het dus op hetzelfde neer. De heer Korff. Dus dan betalen zij wel. De Voorzitter. Anders moeten zij het aan de gemeente betalen en dat behoeven zij nu niet te doen. Zij betalen het aan den Turnbond en het kost hun dus niets meer. Ik geloof, dat wij nu het verzoek wel in stemming kunnen brengen. Het praeadvies van Burgemeester en Wethouders is, om afwijzend te beschikken. Wie dus vóór stemt is voor het praeadvies van Burgemeester en Wethouders. De beraadslaging wordt gesloten. Het praeadvies van Burgemeester en Wethouders wordtin stemming gebracht en met 17 tegen11 stemmen aangenomen. Vóór stemmen de heerenDriessen, de Boer, P. J. Mulder, Zwiers, Pera, Reimeringer, Bosch, Korevaar, Bots, van der Lip, van Hamel, Vergouwen, Corts, Roem, van Tol, Timp en Korff. Tegen stemmen de heeren van der Eist, Botermans, van Gruting, Sijtsma, Carpentier Alting, van der Pot, Briët, Heeres, Fischer, Hoogenboom en Kruimel. VIII. Verzoek van de Leidsche Gymnastiek- en Scherm- vereeniging »Excelsior" om het kosteloos gebruik van het gymnastieklokaal der school in de Van der Werfstraat. (Zie Ing. St. No. 140). De Voorzitter. Verlangt een der heeren stemming over het praeadvies van Burgemeester en Wethouders? Eenige Heeren. Ja, M. d. V. Het praeadvies van Burgemeester en Wethouders wordt in stemming gebracht en met 18 tegen 10 stemmen verworpen. Tegen stemmen de heeren: van der Eist. de Boer, Boter mans, van Gruting, Zwiers, Pera, Sijtsma, Bosch, Carpentier Alting, van der Pot, Vergouwen, Briët, Heeres, Fischer, Hoogen boom, Timp, Korff en Kruimel. Vóór stemmen de heeren: Driessen, P. J. Mulder, Reime ringer, Korevaar, Bots, van der Lip, van Hamel, Corts, Roem en van Tol. De Voorzitter. Het verzoek van de vereeniging »Excelsior" is dus ingewilligd. IX. Voorstel in zake de toekenning van gratificaties wegens 40 of 50 jarige dienstvervulling bij de gemeente. (Zie Ing. St. No. 137). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan genomen. X. Verordening, houdende wijziging der verordening van 5 December 1907 (Gemeenteblad No. 27), regelende den rang en de bezoldiging van de ambtenaren en bedienden ter Gemeente-Secretarie en op het kantoor van den Gemeente- Ontvanger. (Zie Ing. St. No. 138). Algemeene beschouwingen worden niet gevoerd. De artikelen 1 tot en met 4, en daarna de geheele ver ordening wórden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. XI. Voorstel tot het aangaan van een overeenkomst inzake de uitbreiding van den Leidschen Keuringsdienst van eet- en drinkwaren over de gemeente Voorschoten. (Zie Ing. St. No. 142. De beraadslaging wordt geopend. De heer Roem. M. d. V. Er is bij de stukken, die in de Leeskamer lagen, een rapport gevoegd, dat niet in een open bare zitting kan worden besproken. Daarom zou ik u willen vragen of er aanleiding toe bestaat om een geheime zitting te beleggen. De Voorzitter. Het is, zooals u hebt gezien een proef. In het stuk, dat u bedoelt, wordt uiteengezet, wat het zal kosten, wan neer die proef werd genomen. Hebt u geen bezwaar om het in openbare zitting te zeggen, dan kan die gecontinueerd worden. De heer Roem. M. d. V. Er staat boven het rapport een woord, dat mij aanleiding geeft, om het niet in openbare zitting te bespieken. Het woord is er met blauw krijt opgezet. Ziet u er geen bezwaar in, dan zal ik thans mededeelen, wat ik heb te zeggen. De Voorzitter. Ik weet niet, wat u hebt te zeggen. Dat zullen wij uit de bespreking moeten merken. U zult wel weten te onderscheiden, wat de belangen van de gemeente wel en niet toelaten, zoodat u weet, wat u zult kunnen zeggen. De heer Roem. M. d. V. De weg is mij aangegeven door het woord, boven het rapport, dat met blauw krijt is geschre ven. Als het niet van kracht is, dan ben ik bereid te zeggen, wat ik heb te zeggen. De heer van der Lip. Zeker is dat van kracht De Voorzitter. Zeker is dat van kracht. Dat is iets, dat niet voor publicatie vatbaar is. Als iemand vraagt, om zijn rekening bloot te leggen dan is het verbazend moeilijk, om dat in een openbare zitting, zelfs in een geheime zitting, te bespreken. Het zijn enkel cijfers; het betreft, zooals ik heb gezegd, een proef. De heer Roem. M. d. V. Ik stel alleen voor, of men mij wii aanhooren. Ik vraag slechts, of er reden toe bestaat, om een geheime zitting te hebben. De Voorzitter. Natuurlijk, waarom zou de Raad weigeren, u aan te hooren? Wij zullen u gaarne hooren. De heer Roem. Met de deuren gesloten natuurlijk. De Voorzitter. Dan zal ik overgaan tot sluiting van de deuren. Zou het echter niet beter zijn, dit punt tot het laatst te bewaren? Er zullen misschien heeren zijn, die zich willen verwijderen en dan zou het te lang duren. De heer Roem. M. d. V. Zal ik dan maar thuis blijven? De Voorzitter. Neen, ik stel voor het punt aan te hou den tot het einde der vergadering. De heer Roem. Dan is de Raad onvoltallig! De Voorzitter. Zoo'n vaart zal het wel niet loopen. Ik stel dus voor het punt aan te houden tot het einde der agenda. Aldus wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming besloten. XII. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor het aanbrengen van verbeteringen aan de vette-varkensmarkt. (Zie Ing. St. No. 136.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan genomen. XIII. Voorstel: a. tot beschikbaarstelling van gelden voor de uitbreiding van de ijsfabriek en de koelinrichting van het Openbaar Slachthuis b. tot onderhandsche opdracht van de levering van die uit breiding aan de firma li. Borsig, te Tegel. (Zie Ing. St. No. 141.) De beraadslaging wordt geopend. De heer Botermans. M. d. V. Ik lees onder al die hooge cijfers ook een bedrag van 950.— voor het vernieuwen van een vloer. Ik begrijp niet, dat een gebouw, dat eerst zoo kort staat, pas 8 of 9 jaar, zoo spoedig een nieuwe vloer noodig heeft. Hoe is dat indertijd gemaakt, waar het nu al kapot en versleten is? Ik zou gaarne eenige inlichtingen hebben, wat de oorzaak is, dat die vloer in zoo slechten toestand verkeert. De heer van der Lip. M. d. V. Ik kan den heer Botermans

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1912 | | pagina 8