86 Aan de hand van het rapport van den waarnemend Directeur van Gemeentewerken en de door hem opgegeven raming van kosten bespreken Commissarissen elk der drie perceelen uit voerig, doch het komt ons voor, dat wij hier gevoegelijk kunnen volstaan met een opgave van de geraamde kosten voor ieder perceel en met mededeeling van de conclusiën, waartoe Com missarissen in hun rapport ten slotte komen. De kosten van verbouwing dan worden geraamd voor de perceelen Heerengracht 15 (Hartman), Heerengracht 25 (Dirks) en Heerengracht 7 (Loeb) resp. op 7600, 3200 en 4100, zoodat met de respectievelijk gevraagde koopsommen van ƒ7800—10.200en 8000— de totale kosten (overdrachts kosten en ƒ500 voor onvoorzien niet inbegrepen) bedragen voor het huis van Prof. Hartman 15.400, voor het huis van den heer Dirks ƒ13.400 en voor het huis van den heer Loeb ƒ12.100. Hun oordeel over de drie panden vatten Commissarissen als volgt samen. Naar hunne meening heeft het plan Heerengracht no. 15 (Hartman) onmiskenbare voordeelen, zoowel wat betreft den te verkrijgen toestand als de mogelijkheid tot eventueele latere uitbreiding zonder buitengewoon groote kosten, welke laatste omstandigheid Commissarissen van veel gewicht achten. Daar tegenover staat echter h. i. het bezwaar, dat dit plan volgens de raming, die Commissarissen niet is medegevallen, duurder is dan de beide andere plannen. Zij zouden dan ook met het oog op de kosten onvoorwaardelijk adviseeren voor het plan Heerengracht 7 (Loeb), ware het niet, dat zij met het oog op den slechten toestand, waarin laatstgenoemd pand verkeert, vreezen, dat hier goedkoop zou kunnen blijken duurkoop te zijn. Ook het plan Heerengracht no. 25 (Dirks), zoo vervolgen Commissarissen in hunne samenvatting, is goedkooper en wel 2000, dan het plan Heerengracht no. 15. Ten nadeele van eerstgenoemd pand gelden echter de kleinere bergruimte gelijkvloersch, de grootere kosten van eventueel latere uit breiding en de minder solide bouw aan de achterzijde. Op grond van een en ander meenen Commissarissen, waar elk der drie panden, zij het in eenige meerdere of mindere mate, aan het beoogde doel kan voldoen, aan ons College de keuze tot een voorstel in deze te mogen overlaten en dit te meer. omdat de verschillende voor- en nadeelen der plannen in hoofdzaak van technisch-bouwkundigen aard zijn. Het zal Uwe Vergadering wel niet verwonderen, dat wij, na de pertinente verklaring van Commissarissen, dat h. i. aan een derde hulpkantoor geen behoefte bestaat, geen vrij heid kunnen vinden U voor te stellen om naast de twee bestaande hulpkantoren nog een derde op te richten. En wat betreft de keuze van een perceel, waarheen het tegenwoordige hulpkantoor aan het Utrechtsche Veer moet worden verplaatst, daaromtrent sluiten wij ons geheel aan bij het gevoelen der Commissie van Fabricage. Met die Commissie zijn ook ons de kosten, die aan de stichting van het nieuwe bijkantoor zullen zijn verbonden, verbazend tegengevallen. Dat de perceelen voor het daarin te vestigen bedrijf niet zonder eenige verbouwing geschikt zou den zijn, zoodat naast den koopprijs een zeker bedrag voor kosten van verbouwing zou komen, was te voorziendat echter die verbouwingskosten nagenoeg evenveel als de koop prijs zouden bedragenhadden wij met de Commissie van Fabricage niet kunnen verwachten. Intusschen, hoezeer men dit ook moge betreuren, de uit breiding van het bedrijf is nu eenmaal noodzakelijk en men dient zich dus wel bij de daaraan verbonden noodzakelijke uitgaven neer te leggen. Uit de in aanmerking komende perceelen een keuze doende, meenen wij U, geheel overeenkomstig de meening der Com missie van fabricage, te moeten adviseeren tot aankoop van het perceel Heerengracht no. 15 van den heer Hartman. Dit pand toch heeft, Commissarissen der Bank en de Commissie van Fabricage zeggen het terecht, onmiskenbare voordeelen en levert, behalve de hooge verbouwingskosten, geen bezwa ren op. Die verbouwingskosten bedragen, zooals reeds gezegd is, 7600, benevens 500 voor onvoorziene uitgaven. De beide goedkoopere plannen ad 5000 en 5600, die werden ontwor pen, mochten toch de goedkeuring van Commissarissen niet verwerven, terwijl ook de Commissie van Fabricage het duurste plan aanbeveelt, niet alleen, omdat zij dit voor het doel het meest geschikt acht, maar ook, omdat zij beslist van oordeel is, dat door een der goedkoopere plannen te kiezen, de Bank slechts tijdelijk zou zijn geholpen, zoodat hetgeen thans werd bespaard, wellicht spoedig in dubbele mate zou moeten worden uitgegeven. Op grond van een en ander meenen wij derhalve te moe ten blijven volharden bij ons voorstel, gedaan in de vergade ring van 6 Juni j.l. en geven wij U mitsdien in overweging te besluiten a. tot den aankoop van het perceel Heerengracht no. 15 voor de som van ƒ7800.benevens de kosten van overdracht, ten einde het perceel in te richten tot hulpkantoor der Gemeentelijke Bank van Leening alhier ter vervanging van het bestaande hulpkantoor aan het Utrechtsche Veer b. door vaststelling van bijgaanden suppletoiren begrootings- staat, groot ƒ16.144—, de voor den aankoop en de verbouwing van het sub a genoemde perceel benoodigde gelden te onzer beschikking te stellen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 152. Leiden, 6 Juli 1912. Zooals U bereids uit het rapport in zake de Gemeente- Reiniging, uitgebracht door de heeren V. de Groot en G. A. de Monyé, bekend is (bldz 42 en v.), zullen op het terrein der bestaande boomkweekerij nabij de Heerenpoort de kantoor-, stal- en andere gebouwen, noodig voor het nieuwe reinigings- bedrijf, moeten worden opgericht en zal derhalve de boom kweekerij moeten worden verplaatst. Als terrein voor de nieuwe boomkweekerij is ons oog gevallen op een aan de gemeente toebehoorend perceel weiland nabij Endegeest, gelegen aan de Endegeesterwetering en op de zich in de Leeskamer bevindende situatieteekening nader aan geduid. De aanleg der nieuwe boomkweekerij, waarmede binnenkort een aanvang zal moeten worden gemaakt, wordt door den Directeur van Gemeentewerken globaal begroot op ƒ6000. en wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging door vaststelling van bijgaanden suppletoiren begrootingsstaat dat bedrag voor het genoemde doel beschikbaar te stellen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 153. Leiden, 6 Juli 1912. Op de gemeentebegrooting voor 1912 is een bedrag van 2000,uitgetrokken voor de vernieuwing van den Kori- verbrandingsoven van het Openbaar Slachthuis, van welk bedrag a of 500.is gebracht ten laste van volgn. 118 «Kosten van het Slachthuis en van keuring van slachtvee en vleesch", terwijl het restant of 1500.-, waarvoor wordt geleend, onder de buitengewone uitgaven (volgn. 224) is ge bracht, met de bedoeling dit bedrag in 3 jaren, telkens voor a uit de gewone middelen af te lossen. Door de Commissie voor het Openbaar Slachthuis wordt ons thans medegedeeld, dat, in verband met den zwaarderen bouw van den nieuwen ovenhet geraamde bedrag van 2000,niet toereikende is gebleken en dat de vernieu- wingskosten 2600.zullen bedragen. Dientengevolge geven wij U in overweging voor deze ver nieuwing alsnog eene som van ƒ600,beschikbaar te stellen en, in overeenstemming met de wijze van betaling van het reeds gevoteerde bedrag van 2000,a of 150,— te brengen op volgn. 118 der begrooting voor 1912 door af schrijving van dit bedrag uit den post voor Onvoorziene Uit gaven, met het restant, of 450,volgn. 224 te verhoogen en deze som van 450,uit leening te vinden, af te lossen uit de gewone middelen van 1913, 1914 en 1915, telkens voor a of 150,-. Verder deelen wij U mede, dat de kosten van reclame voor de eerste vrije paardenmarkt, ingevolge raadsbesluit van 5 October 1911, op Dinsdag 4 Juni j.l. gehouden, ƒ318,09 hebben bedragen. Deze kosten betreffen de advertentien, het aanplakken van biljetten e. d. Aangezien voor deze uitgaaf nog geene gelden op de be grooting zijn uitgetrokken, stellen wij U voor een nieuwen post aan de begrooting toe te voegen onder Hoofdstuk IX volgn. 195a »Kosten van de vrije paardenmarkten", ten bedrage van 650,te vinden door afschrijving van den post voor Onvoorziene Uitgavenuit dit bedrag kunnen dan tevens de kosten der 2e vrije paardenmarkt, in September a.s. te hou den, worden bestreden. Vermoedelijk zullen later, wanneer deze markt meer alge meen bekend zal zijn en dan minder reclame behoeft te wor den gemaakt, de kosten belangrijk kunnen dalen. Ten slotte stellen wij U voor, de op volgn. 130 der be grooting voor 1912 uitgetrokken gelden voor het uitdiepen van de Haarlemmertrekvaart, ten bedrage van ƒ2000,over te schrijven op volgn. 200 dier begrooting «Onderhoud en «administratie van bezittingen, niet voor den openbaren dienst «gebruikt, of van werken en inrichtingen geheel of voor een «groot gedeelte buiten de gemeente gelegen". Deze post van 2000,toch betreft de onderhoudswerken, behoorende tot de afzonderlijke administratie der Haarlemmertrekvaart, waarvan het nadeelig slot op volgn. 200 der gemeentebegroo ting voor 1912 voorkomt. Bij het opmaken der gemeente begrooting werd de post abusievelijk onder volgn. 130 uitge trokken. Wij geven U thans in overweging tot de bovenvermelde

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1912 | | pagina 2