82 kunnen voldoen, zijn in de laatste 2 jaren de bedrijfsuren buitengewoon hoog opgevoerd, zoodat gedurende den warmen tijd van het jaar de machine zelfs dag en nacht in werking werd gesteld. Op den duur mag dit evenwel niet geschieden, omdat zoodoende niet alleen te veel van het machinekamer- personeel wordt gevergd, doch ook door de grootere slijtage van de machinedeelen, de kans op stoornis zeer wordt vergroot. En hiertegen moet vooral worden gewaakt, omdat bij een defect aan de koelmachine en bij gemis aan eene reservemachine, de geheele koelinrichting zou moeten worden stop gezet, het geen met het oog op het in het koelhuis aanwezige vleesch hoogst bedenkelijke gevolgen zou kunnen hebben. Terecht wijst de Directeur er dan ook op, dat teneinde dit gevaar te ontloopen en de bedrijfszekerheid te verhoogen, de aanschaf fing van een reserve-compressor (koelmachine), zelfs afgescheiden van de uitbreiding der ijsfabriek, in geen geval achterwege kan blijven. Trouwens bij de oprichting van het slachthuis is reeds op de plaatsing van een reserve-koelmachine gerekend, hetgeen blijkt uit de aanwezige fundamentplaat en de reserve ruimte aan de krukas van de stoommachine. Omtrent de door den Directeur en de Commissie gewenschte uitbreiding is overleg gepleegd met de firma A. Borsig te Tegel. Deze firma heeft niet alleen bij de oprichting van het abattoir de geheele koelinrichting met ijsfabriek geleverd, doch door haar wordt ook het toezicht op de koelinstallatie sedert jaren uitgeoefend en zij is dus met het oog op hare bekendheid met de bestaande inrichting de aangewezen firma, om de uitbreiding der inrichting uit te voeren. Volgens de door haar ingediende prijsopgaaf zal de uitbrei ding, voorzoover die op haar gebied ligt, eene uitgave vorde ren van 31.550. Met deze installatie kan, zooals ook uit de garantiebepalingen blijkt, 7500 K.G. ijs in 16 a 18 uur worden verkregen. Met inbegrip van de tegenwoordige pro ductie kan dus ongeveer 10.000 K.G. bij een normaal aantal bedrijfsuren (16 a 18 per etmaal) worden vervaardigd. Des- gewenscht kan dit worden opgevoerd tot 13000 a 14000 K.G. in 24 uur, hetgeen in verband met de te verwachten afname ruimschoots voldoende kan woiden geacht. Bij het tot stand komen der uitbreiding is het de bedoe ling gedurende de zomermaanden zoowel de bestaande als de nieuwe compressor (koelmachine) te doen werken, terwijl gedurende den overigen tijd van het jaar de tweede com pressor voor reserve beschikbaar blijft en bij een eventueel defect aan de in werking zijnde machine als anderszins, dadelijk kan invallen. Intusschen is de tegenwoordige stoom machine niet toereikend, om de beide koelmachines met drijf werk en hulpwerktuigen te drijven. Overeenkomstig het advies van de firma Borsig en van den Directeur van de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electri- citeit wordt daarom voorgesteld in het tekort aan drijfkracht te voorzien door opstelling van een electromotor vanlöOp.k., welke electromotor zoo noodig de geheele stoommachine kan vervangen en dus tevens dienst kan doen als reserve van de geheele drijfkracht. Yoor de aanschaffing en opstelling van dezen electromotor is een bedrag van 3500 vereischt. Behalve deze uitgaven, moet nog worden gerekend op een bedrag van f 4500 voor bijkomende werkzaamheden van bouwkundigen aard en op een bedrag van 1500 voor onvoor ziene uitgaven, terwijl eindelijk f 950 noodig worden geacht voor vernieuwing van den vloer der machinekamer, aange zien het gewenscht is, nu in verband met de opstelling van den electromotor toch in den vloer moet worden gebroken, gelijktijdig tot een algeheele vernieuwing van dezen in slechten toestand verkeerenden vloer over te gaan De uitbreiding met al hetgeen daarmede samenhangt zal dus in totaal een uitgave vorderen van f 42000. De kosten van de eigenlijke uitbreiding der ijsfabriek moeten echter slechts op f 35000 worden geraamd. De kosten van vernieu wing van den vloer ad 950, die van de aanschaffing van een tweeden compressor ad f 4050, welke aanschaffing afge zien van de vergrooting der ijsfabriek noodzakelijk is voor reserve en die voor den electromotor tot een bedrag van f 2000 van de f 3500, aangezien deze motor tevens voorziet in de reserve van de geheele drijfkracht der koelinrichting, behooren toch niet ten laste van de uitbreiding der ijsfabriek te worden gebracht en zouden ook wanneer van die uitbreiding geen sprake was, moeten worden uitgegeven. Stelt men derhalve de kosten van uitbreiding op f 35.000, en den duur der machines op 25 jaar, dan wordt bij eene annuiteit van 6.4 0/o voor rente en aflossing jaarlijks f 2240 vereischt. Hierbij komen als verdere uitgaaf kosten het meerder verbruik aan steenkolen en duinwater, het verbruik aan elec- triciteit enz., tezamen door den Directeur en de Commissie geraamd op f 2900, zoodat dus de jaarlijksche uitgaven be dragen f 5140. De ontvangsten van de oude en nieuwe ijsfabriek tezamen schat de Directeur op 7000, daarbij aannemende, dat de slagers ingevolge gedane toezegging jaarlijks ten minste 300.000 K.G. ijs zullen koopen, en de contractanten en verdere afnemers 360.000 K.G. Vermindert men nu dat bedrag ad ƒ7000 met de opbrengst der tegenwoordige ijsfabriek, welke opbrengst bij een normale in bedrijfstelling gemiddeld op f 2500 'sjaars kan worden ge steld, dan blijkt dus, dat de nieuwe inrichting bij den door den Directeur geraamden ijsverkoop jaarlijks f 4500 zou op brengen. Het komt der Commissie voor het Slachthuis evenwel voor, dat deze raming van den Directeur zeer laag is. Het spreekt toch h. i. vanzelf, dat, waar door de slagers reeds voor een afname van 300.000 K.G. per jaar geteekend werd, deze hoeveelheid als een minimum moet worden be schouwd, waarvan de aankoop door de slagers wordt gega randeerd, en derhalve op een belangrijk hoogere afname mag worden gerekend. Ook de bedragen, waarvoor aan contractanten en particu lieren zal worden geleverd, zijn naar het oordeel der Com missie te voorzichtig geraamd. Zij twijfelt er dan ook niet aan, of het aantal dezer afnemers zal aanzienlijke uitbreiding kunnen ondervinden, vooral ook waar de Directeur van oor deel is, dat bij vermeerdering dor productie, ook in de omlig gende gemeenten, en in het bijzonder in de nabijgelegen badplaatsen, een ruim afzetgebied kan worden gevonden. De Commissie meent dientengevolge, niet te optimistisch te zijn, indien zij de voorspelling waagt, dat het geraamde tekort van 640 'sjaars zal verdwijnen, om voor een winst cijfer plaats te maken. Ons College kan zich met de beschouwingen en becijfe ringen der Commissie volkomen vereenigen. Met haar zijn wij van oordeel, dat de uitbreiding van de koelinrichting en de ijsfabriek voor eene verdere gunstige exploitatie van het slachthuis niet kan worden gemist en dat daarmede eene verbetering vooral in de naaste toekomst zal worden verkregen. Wij geven U mitsdien in overweging: a. voor de uitbreiding van de ijsfabriek en de koelinrichting van het Openbaar Slachthuis door vaststelling van den hierbij- gaanden suppletoiren begrootingsstaat een bedrag van ƒ42000 te onzer beschikking te stellen; b. de levering van de uitbreiding van de koelinrichting en de ijsfabriek ondershands op te dragen aan de firma A. Borsig te Tegel voor de somma van f 31550. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 142. Leiden, 19 Juni 1912. In de Memorie van Antwoord op het Algemeen Verslag van het verhandelde in de secties bij het onderzoek der ontwerp-begrooting voor het jaar 1912 deelden wij U in antwoord op een desbetreffende vraag mede, dat het denkbeeld, om den gemeentelijken keuringsdienst van eet-en drinkwaren te Leiden dienstbaar te maken aan de belangen van naburige gemeenten, die dan tevens in de kosten zouden kunnen bij dragen, o. i. zeer zeker voor verwezenlijking vatbaar kon worden geacht, en dat een samenwerking op dit gebied hoogstwaarschijnlijk èn voor die naburige gemeenten èn voor Leiden zelf zijn voordeelen zou hebben. De naburige kleinere gemeenten toch zouden een behoorlijk toezicht op de eet- en drinkwaren krijgen tegen een vergoeding, waarvoor zij on mogelijk zelf een soortgelijke controle zouden kunnen in het leven roepen, terwijl de gemeente Leiden niet alleen een tegemoetkoming zou ontvangen in de kosten van haar eigen keuringsdienst, maar bovendien door een dusdanige samen werking zou bereiken, dat op sommige voedingsmiddelen een meer doeltreffende contróle kon worden uitgeoefend dan thans het geval is. Wij voegden daaraan dan ook toe, dat, wanneer de naburige gemeenten met een voorstel van die strekking tot ons mochten komen, een dergelijk voorstel ernstige overweging waard zou zijn en onderzocht zou kunnen worden, hoe en tegen welke vergoeding een dusdanige aansluiting bij den keuringsdienst van eet- en drinkwaren tot stand gebracht zou kunnen worden. Toen ons derhalve eenige maanden geleden een verzoek van Burgemeester en Wethouders van Voorschoten bereikte, om hun te willen mededeelen, of Leiden bereid zou zijn om haren keuringsdienst van eet- en drinkwaren ook over de gemeente Voorschoten uit te strekken en zoo ja, onder welke voor waarden, noodigden wij den Directeur-Scheikundige van den Gemeentelijken Keuringsdienst van eet- en drinkwaren uit, ons te dezer zake wel van advies te willen dienen. In antwoord op deze uitnoodiging ontvingen wij een uit voerig advies van den Directeur, waarin de voordeelen voor de naburige gemeenten en de indirecte voordeelen voor de gemeente Leiden, aan eene uitbreiding van den Leidschen Keuringsdienst over de naburige gemeenten verbonden, worden uiteengezet. De voordeelen voor de om en nabij Leiden gelegen gemeen-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1912 | | pagina 4