DONDERDAG
23 MEI 4912.
71
Zitting van Donderdag 23 Hei li>!2.
Geopend des namiddags te twee uur.
Voorzitter: de heer Burgemeester Jhr. Mr.N.C. DE GIJSELAAR.
Te behandelen onderwerpen:
10 Benoeming van inwoners der gemeente, tevens kiezers in
het kiesdistrict, voor den tijd van twaalf maanden, tot
leden of plaatsvervangende leden in de stembureaux voor
de verkiezing van leden van de Tweede Kamer der Staten-
Generaal, de Provinciale Staten en den Gemeenteraad. (102)
2° Benoeming van een onderwijzer met verplichte hoofdakte
aan de school der 4e klasse No. 2. (106)
3° Benoeming van een onderwijzer aan de school der 3e
klasse No. 5. (107)
4° Verzoek van Mej, B. Alter-de Jong om bestendiging in de
betrekking van Stadsvroedvrouw. (109)
5° Verzoek van Mej. W. P. F. Hoogenstraaten om eervol
ontslag als onderwijzeres aan de school der 3e klasse
No. 8. (110)
6° Verzoek van Mej: C. F. Gouwentak om eervol ontslag als
onderwijzeres aan de school der 3e klasse N°. 5. (104)
7° Verzoek van E. J. F. Thierens om eervol ontslag als Adjunct-
Directeur der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit.
(103)
8° Verzoek van het Hoofd der Meisjesschool 2e klasse om
het kosteloos gebruik van de Stadsgehoorzaal, ten behoeve
van de herdenking van het 50-jarig bestaan dier school.
(105)
9° Voorstel tot aankoop van het voortuintje, deel uitmakende
van het perceel Kad. bekend Sectie M N°. 3169 en tot
vaststelling van den desbetreffenden begrootingsstaat. (101)
10° Verzoek van Regenten van het Sionshofje ter bekoming in
eigendom van een gedeelte grond, behoorende tot den open
baren weg, genaamd »'t Klooster." (99)
11° Verzoek van het Bestuur der vereeniging tot bevordering
van den bouw van werkmanswoningen om goedkeuring van
het aanbrengen van eenige wijzigingen in de statuten dier
vereeniging. (108)
12° Voorstel tot toekenning eener bezoldiging aan den Commies
ten Archieve W. J. J. C. Bijleveld. (100)
13° Verzoek van de Holl. Electrische Spoorweg Maatschappij om
de exploitatie van haar spoorwegnet te mogen overdragen
aan de Holl. IJzeren Spoorweg Maatschappij (97)
14° Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve
van den bouw van een nieuw marktkantoortje op de
Nieuwe ,Beestenmarkt. (98)
Tegenwoordig zijn 27 leden, n.l. de heeren: Pera, Timp,
Vergouwen, Heeres, Fischer, Bosch, Reimeringer, Hoogenboom,
A. Mulder, Driessen, Zwiers, Botermans, van der Eist, Fokker,
P. J. Mulder, Corts, van der Pot, Korff, Korevaar, Carpentier
Alting, Bots, Sijtsma, Briët, van Gruting, Kruimel, van Hamel
en van der Lip.
Afwezig zijn de heeren: Roem, van Tol en de Boer, wegens
verhindering en Aalberse wegens kamerzitting.
De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering
van 2 Mei 1912 worden goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede, dat zijn ingekomen:
1°. Beschikking van den Commissaris der Koningin, waarbij
aan den Burgemeester verlof wordt verleend om zich van 10
Juni tot 10 Juli buiten de gemeente op te houden.
2°. Beschikkingen van Gedep. Staten op reclames tegen aan
slagen in de plaatselijke directe belasting.
3°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van het goed
gekeurde raadsbesluit tot verhooging der begrooting, dienst
1912, ten behoeve van de vernieuwing van de ketels der ver-
warmings-inrichting in de Stadsgehoorzaal.
4°. Missive van Gedep. Staten ten geleide van verschillende
niet-goedgekeurde bouwverboden.
5°. Missive van Gedep. Staten, d.d. 7/14 Mei j.l., ten geleide
van het Kon. Besluit van 22 Februari te voren, houdende
goedkeuring van de verordening van 21 December '1911, tot
intrekking van die op de Sneeuwopruiming.
6°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van het goed
gekeurde raadsbesluit tot verhooging der begrooting, dienst
1912, met een bedrag van ƒ89000.in verband met de
electriciteitslevering aan Alkemade.
7°. Ontvangstbericht van Ged. Staten van de verordeningen op
de Straatpolitie, tot wijziging van de verordening op de Wateren,
tot regeling van de verplichting der ingezetenen ingeval van
verhuizing binnen de gemeente, op het houden van varkens
en het maken van mestputten en tot wijziging van de ver
ordening op openbare vermakelijkheden en bijeenkomsten.
8°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van het goed
gekeurde raadsbesluit tot verhuring van het perceel Aalmarkt
5 aan P. J. Verkoren.
9°. Missive van Gedep. Staten waarbij alsnog wordt goed
gekeurd en tevens de ontvangst bericht van de verordening van
21 December 1911. houdende voorschriften, ingevolge art. 37,
litt. der Pandhuiswet 1910.
Dit stuk luidt als volgt:
's-Gravenhage, den 14/20 Mei 1912.
Bij schrijven van 6 dezer N°. 3477 bericht de Minister van
Binnenlandsche Zaken ons, dat naar zijn oordeel door ons ten
onrechte aan de door den Raad Uwer gemeente vastgestelde
verordening ex-artikel 37 sub f der Pandhuiswet 1910 (Staats
blad 321) goedkeuring onthouden is.
Zijne Excellentie voegt hier het volgende aan toe: «Uit
het feit, dat die wet tegen overtreding van de bepalingen
eener krachtens art. Sl'f, vastgestelde verordening geen straf
bedreigt, volgt m. i. niet, dat ook de verordening geen straf
zou mogen bedreigen.
De Strafbedreiging in de wet tegen overtreding van ander
verordeningen ex art. 37 had blijkbaar ten doel, de lage straf,
die de Gemeentewet toelaat, te verhoogen. Evenwel blijkt noch
uit de geschiedenis der Pandhuiswet, noch uit hare woorden,
dat het de bedoeling was en dus ook niet het effect kan
zijn dat zou worden gederogeerd aan art. 161 der Gemeente
wet, welk artikel als algemeene bepaling geldt, zoolang niet
het tegendeel moet worden aangenomen. Al rnoge nu in casu
het tegendeel niet zonder eenigen schijn van grond kunnen
worden gesteld, hetgeen daarvoor wordt aangevoerd, mist te
zeer steun in de geschiedenis en in de woorden der wet."
Wij vinden hierin aanleiding alsnog onze goedkeuring te
verleenen aan de bedoelde verordening, waarvan een der in
dertijd ingezonden exemplaren, voorzien van het bewijs dier
goedkeuring hierbij wordt teruggezonden, terwijl wij U tevens
alsnog krachtens het tweede lid van art. 167 der gemeentewet
de ontvangst der verordening berichten.
Wij verzoeken U hiervan mededeeling te doen aan den Raad
en te zijner tijd een viertal afdrukken zonder geleidende mis
sive te willen inzenden.
De Gedeputeerde Staten der provincie Zuid-Holland,
Sweerts, Voorzitter.
F. Tavenraat, Griffier.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders
der gemeente Leiden.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Verzoek van den Alg. Ned. Ambtenaarsbond om aan de
inwonende beambten van de gestichten »Endegeest-Voorgeest-
Rhijngeest" bij verlof het volle loon uit te betalen.
De Voorzitter. Mijne heeren, ik stel u namens Burge
meester en Wethouders voor, dit adres voor kennisgeving aan
te nemen. Wij doen dit op grond van 'dezelfde overweging,
die ons een vorig maal daartoe leidde en die den Raad toen
deed besluiten, om dergelijke requester» van algemeene strekking,
afkomstig uit andere plaatsen, voor kennisgeving aan te
nemen.
Ditmaal is daar nog meer reden voor, omdat dit request
bovendien niet in den Raad thuis behoort. Immers volgens
het huishoudelijk reglement voor de Gestichten Endegeest,
Voorgeest en Rhyngeest, door den Raad bij Verordening van
27 Juli 1911 (Gem.blad No. 24) vastgesteld, is de bezoldiging
van het inwonend personeel dier gestichten overgelaten aan
het inzicht van de Commissie van Beheer.
De heer Sijtsma. M. d. V. Ik zou toch wel een aanmerking
willen maken op hetgeen door u in de eerste plaats is aan
gevoerd. Ik kan mij voorstellen, dat niet alle verzoekschriften, die
van buiten komen, worden behandeld, maar het geldt hier
toch een zaak, die Leiden alleen aangaat. Het geldt hier niet
de ambtenaren in het algemeen, maar de verpleegsters en
verplegers van Endegeest en Rhijngeest in het bijzonder en
als wij van buitenaf daarop attent worden gemaakt, dan
behoeft het toch niet altijd vast te staan, dat wij daar geen
notitie van nemen. Zoo in het algemeen zou ik dus uw stelling
niet willen onderschrijven.
Wanneer het adres waarheid bevat (ik weet dat niet; ik
durf het niet aan te nemen en ik zou bijna zeggen, dat het
onmogelijk is) wanneer dien ambtenaren tijdens de vacantie