GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. I DKOII KSr STUK KEN. N°. 109. Leiden, 21 Mei 1912. Onder overlegging van nevensgaand verzoek van Mej. B. Alterde Jong en van het daaromtrent door den Stadsvroed- meester uitgebracht advies, hebben wij de eer U voor te stellen Mej B. Alter de Jong weder voor den tijd van drie jaren in hare betrekking van Stadsvroedvrouw te bestendigen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden. Ondergeteekende verzoekt beleefd continuatie in hare betrek king van Stadsvroedvrouw der gemeente Leiden. Hoogachtend UEd. dw. dn.sse} B. ALTER—de Jong. Leiden den 14en Mei 1912. N°. 110. Leiden, 21 Mei 1912. Tegen inwilliging van het hierbij overgelegd verzoek van Mej. W. P. F. Hoogenstraaten, om eervol ontslag uit hare betrekking van onderwijzeres aan de openbare school der 3e klasse No. 8 alhier, bestaat bij ons college geen bezwaar. Wij geven U derhalve 'in overweging aan Mej. W. P. F. Hoogenstraaten, op haar verzoek, eervol ontslag te verleenen als onderwijzeres aan de openbare lagere school der 3e klasse No. 8 en dat ontslag te doen ingaan op 15 Juni 1912 Het ter zake door het Hoofd der betrokken school uitge bracht bericht is in de Leeskamer ter inzage nedergelegd. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden 17 Mei 1912. Aan den Gemeenteraad der Gemeente Leiden te Leiden. Ondergeteekende, onderwijzeres aan de O. L. S. 3de klasse No. 8 verzoekt bij dezen beleefd, eervol ontslag tegen 15 Augustus a.s., of zooveel eerder, als door het College van Burgemeester en Wethouders wenschelijk geoordeeld wordt. Met de meeste hoogachting heeft zij de eer te zijn, Uwe dienstw. dienaresse, W. P. F. Hoogenstraaten. Hoogl.kerkgr. 7. N°. 111. Leiden, 22 Mei 1912. De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen, dat bij haar geen bezwaar bestaat tegen de voordrachten van Burgemeester en Wethouders: a. om in beginsel goed te keuren, dat de exploitatie der spoorweglijnen in de Haarlemmermeer en haar omgeving worde overgedragen aan de HolI. IJzeren Spoorweg-Maat schappij. (Ing. St. No. 97); b. ter vaststelling van den begrootingsstaat, dienst 1912, voor de kosten van den bouw van een nieuw Marktkantoor aan de Nieuwe Beestenmarkt, indien de Raad tot dien bouw besluit. (Ing. St. No. 98); c. tot verkoop van een stukje grond van het «Klooster", aan het Sionshofje, voor de som van 7.50 per M2, benevens de kosten van overdracht. (Ing. St. No. 99); d. tot aankoop van het voortuintje van het perceel Heeren straat No. 34, voor de som van /"ISObenevens de kosten van overdracht, en het vaststellen van den daarop betrekking hebbenden begrootingsstaat, dienst 1912. (Ing. St. No. 101). Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 112. Leiden, 24 Mei 1912. Wij hebben de eer Uwe Vergadering in overweging te geven gunstig te beschikken op bijgaand verzoek van den heer J. Rijkse, om ontslag uit zijne betrekking van onderwijzer met verplichte hoofdakte aan de openbare Jongensschool 2e klasse alhier, en hem dat ontslag eervol te verleenen met ingang van 1 October 1912. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 19 Mei 1912. Ondergeteekende, J. Rijkse, onderwijzer aan de 2e klasse Jon gensschool alhier, neemt bij dezen de vrijheid, zich tot U te wenden met het verzoek, hem een eervol ontslag uit zijne betrekking te verleenen met ingang van 1 October e. k. 't Welk doende J. Rijkse. Roodenburgerstraat 4, Leiden. Aan den Raad der Gemeente Leiden. N°. 113. Leiden, 25 Mei 1912. Ter voldoening aan het bepaalde bij art. 1 der verordening van 1 Juni 1911, houdende Reglement van de Gemeentelijke Bank van Leening te Leiden, hebben wij de eer U, ter ver vulling van de vacature van Commissaris dier inrichting, welke op 1 Juni a.s. zal ontstaan door de periodieke aftreding van den heer A. Corts, na raadpleging van Commissarissen, het volgende dubbeltal aan te bieden 1°. A. CORTS. 2°. Mr. P. E. BRIËT. Wij verzoeken U alsnu tot eene benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 114. Leiden, 28 Mei 1912. Bij de opmeting is gebleken, dat het bij raadsbesluit van 9 November 1911 aan het Fonds tot aanmoediging en onder steuning van den gewapenden dienst in de Nederlanden in eigendom afgestane gedeelte van het Raamland aan den Hoogen Rijndijk, teneinde daarop een nieuw Invalidenhuis te bouwen, niet 4180 M2. groot is, doch eene oppervlakte heeft van 4320 M2. Alvorens tot de eigendomsoverdracht kan worden overgegaan, zal het genoemde besluit daarom in dien zin gewijzigd moeten worden, dat in plaats van 4180 M2. wordt gelezen 4320 M2. Van deze gelegenheid maken wij tevens gebruik U nog het volgende voor te stellen. In het jaar 1910 werd door de Commissie voor het Stedelijk Museum (Lakenhal) het ijzeren hek van de buitenplaats «Rijnstroom" voor de gemeente voor een bedrag van ƒ300 aangekocht, teneinde dit zeer fraai gesmeed ijzeren hek met zandsteenen posten als eene belangrijke herinnering aan den tijd, dat eene serie van fraaie buitenverblijven den Rijnstroom sierde, voor de gemeente te behouden en zoodoende te beletten, dat het door opkoopers werd gekocht en naar elders vervoerd. Het komt ons voor, dat dit hek, waarvoor het Museum uit den aard der zaak niet de meest gewenschte plaats van be waring is, nergens beter kan worden geplaatst dan vóór het nieuw te bouwen Invalidenhuis. Het krijgt dan weder als 't ware de aangewezen plaats van bestemming. Het hoofdbestuur van het FonIs tot aanmoediging en onder steuning van den gewapenden dienst in de Nederlanden heeft zich op ons voorstel om het hek kosteloos over te nemen, gaarne bereid verklaard het hek van de gemeente te aan- vaarden en heeft zich daarbij ingevolge ons verzoek verbonden, dat, indien te eeniger tijd het Invalidenhuis mocht worden opgeheven of eene andere bestemming mocht krijgen, of uit de gemeente mocht worden verplaatst, onze gemeente alsdan bevoegd zal zijn het hek voor den prijs van ƒ1 terug te koopen. Een koopprijs is door ons aan het Fonds niet gevraagd, aangezien de betrekkelijk hooge plaatsingskosten van het hek voor rekening van het Fonds komen en ook het onderhoud ten zijnen laste is. Wij geven U mitsdien in overweging: a. het bovengenoemde raadsbesluit van 9 November 1911 in dien zin te wijzigen, dat in plaats van «4180 M2." wordt gelezen: «4320 M2."; b. te besluiten het door de Commissie voor het Stedelijk Museum (Lakenhal) voor de gemeente aangekochte ijzeren hek van de voormalige buitenplaats «Rijnstroom", zonder betaling van koopsom, in eigendom af te staan aan het Fonds tot aan moediging en ondersteuning van den gewapenden dienst in de Nederlanden, teneinde het te plaatsen vóór het nieuw te bouwen Invalidenhuis aan den Hoogen Rijndijk en verder onder bepaling, dat indien te eeniger tijd het Invalidenhuis mocht worden opgeheven of eene andere bestemming mocht krijgen of uit de gemeente mocht worden verplaatst, de ge meente Leiden alsdan bevoegd zal zijn het hek voor den prijs van ƒ1 terug te koopen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1912 | | pagina 1