DONDERDAG 11 APRIL 1912. 47 Zittiug ran Donderdag; 11 April 1912. Geopend des namiddags te twee uur. Voorzitter: de heer Burgemeester Jhr. Mr. N. C. DE GIJSELAAR. Te behandelen onderwerpen 1° Benoeming van 3 leden van den Gemeenteraad, om zitting te nemen in de Commissie ter onderzoek van reclames tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting. 2° Benoeming van 3 plaatsvervangende leden dier commissie. 3° Benoeming van een Adjunct-Directeur van den Gemeente lijken Reinigingsdienst. (84) 4° Benoeming van een tijdelijk leeraar aan de Kweekschool voor Onderwijzers en Onderwijzeressen. (77) 5° Benoeming van een onderwijzer aan de school der 3e klasse No. 1. (86) 6° Verzoek van Mej. J. Enders om eervol ontslag als onder wijzeres aan de school der 3e klasse No. 2. (76) 7° Verzoek van E. Th. Verhoosel om eervol ontslag als onder wijzer aan de school der 3e klasse No. 5. (83) 8° Verzoek van de vereeniging »Buitenbedrijf" om het gebruik van een der bovenlokalen van het Waaggebouw. (78) 9° Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van de bestrating van een gedempte sloot aan den Zoeter- woudschen weg. (79) 10° Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van de kosten van verbouwing van het gymnastieklokaal aan de Piéterskerkgracht. (80) 11° Voorstel: a. tot intrekking van het besluit van 27 Juli 4911, tot wijziging der begrooting, dienst 1911, ten behoeve van de kosten van verbouwing der Meisjesschool le klasse; b. tot wijziging der begrooting, dienst 1912, ten behoeve van de sub. a bedoelde verbouwing. (81) 12° Voorstel tot aankoop van het perceel Langegracht No. 126 en tot vaststelling van den desbetreffenden begrootingsstaat. (85) 13° Voorstel tot aankoop van het voortuintje, deel uitmakende van het perceel Sectie M No. 614 en tot vaststelling van den desbetreffenden begrootingsstaat. (87) 14° Voorstel: a. tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van de vuilverbrandingsinstallatie in deze gemeente; b. tot ondershandsche opdracht van den bouw van 2 vuil verbrandingsovens c.a. aan de Maatschappij »Vesuvio"te München. (82) Tegenwoordig zijn 28 leden, n.l. de heeren: Fokker, Timp, Fischer, Vergouwen, Sijtsma, Briët, Driessen, de Boer, van Tol, van der Eist, Bosch, A. Mulder, P. J. Mulder, Corts, Botermans, Korff, Carpentier Alting, Reimeringer, Kruimel, Pera, van Hamel, Bots, Korevaar, Aalberse, van der Lip, van der Pot, Zwiers en van Gruting. Afwezig zijn de heerenHoogenboom, wegens uitstedigheid, Roem, wegens ongesteldheid, en Heeres, wegens verhindering. De notulen van het in de vorige vergadering van 21 Maart 1912 verhandelde, worden goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede, dat zijn ingekomen: 1°. Mededeeling van Ged. Staten, dat de Rijksbijdrage, inge volge art. 48 der Wet op het Lager Onderwijs, voor 1912 is vastgesteld op ƒ118575.— 2°. Mededeeling van D. Douma, H. J. van Zon en J. Waarts dat zij hunne benoeming tot onderwijzer met verplichte hoofd akte, respect, aan de scholen 3e kl. No. 3, 3e kl. No. 8 en 4e kl. No. 1 aannemen. 3°. Mededeeling van J. Smitdat hij zijne benoeming tot onderwijzer aan de school der 3e kl. No. 4 aanneemt. 4°. Mededeeling van den Min. van Binnenl. Zaken, dat de Rijksbijdrage ten behoeve .van de Kweekschool voor Onder wijzers en Onderwijzeressen over 1911 is bepaald op f 7906.64. 5°. Mededeeling van Gedep. Staten, dat over elk der eerste drie kwartalen van 1912, krachtens de wet van 24 Mei 1897 zal worden beschikbaar gesteld ƒ31987.— 6°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van de goed gekeurde raadsbesluiten tot verpachting van het recht van tolheffing aan de Leiderdorpsche brug aan P. J. Ramaker en van dat recht aan het Leidsche hek, met verhuring van een perceel hakhout, aan de Wed. Ciggaar geb. van Egmond, tot verhuring van een strookje grond aan de Boommarkt aan H. L. Speel, van het perceel Lokhorststraat 18 aan C. M. van Halderen en van het perceel Oude Singel 34 aan J. N. M. Hart wijk. 7°. Mededeeling van P. J. van de Rijdt, dat hij de benoeming tot onderwijzer met verplichte hoofdakte aan de school 4e kl. No. 2 niet aanneemt. 8°. Beschikking van Gedep. Staten op bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting. 9°. Verzoek van het Bestuur der Brood-, Koek- en Banket- bakkersgezellenvereeniging »St. flubrecht", om de aanvrage tot deelname in het waarborgfonds der vaktentoonstelling als niet gedaan te beschouwen. Dit stuk luidt als volgt: Leiden April 1912. Aan den WelEd. Achtbaren Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. WelEd. Heeren. Als vervolg van ons schrijven aan IJ Ed Achtb, verzoeken wij U beleefd ons verzoek, om steun in ons Waarborgfonds als niet gedaan te beschouwen. Hoe meer de tijd nadert, dat de Tentoonstelling gereed komt, des te' meer komen wij tot de overtuiging geen financieel tekort te zullen hebben, het lijkt ons toe dat men wedijvert met elkander, om onzen zaak te doen slagen. Wij brengen dan ook hierbij onzen beleefden dank, aan U Achtb. Heeren, en ook aan de Gemeenteraad, die wel zoo goed heeft willen zijn ons verzoek in behandeling te willen nemen. Van dezen gelegenheid maken wij ook tevens gebruik U Edel Achtb. te bedanken voor het toestaan tot het houden van een Tombola op de tentoonstelling en verblijven wij Hoogachtend UEd. dien. dienaren W. J. de Gooyer, Voorzitter A. v. d. Aar, Secretaris. Worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Verzoek van de afd. Leiden van den Ned. Bond van Confectiebedienden om het sluitingsuur van winkels en maga zijnen bij verordening vast te stellen. Dit stuk luidt als volgt: Aan den Raad der Gemeente Leiden. Edel Achtb. Heeren. Geven met verschuldigden eerbied te kennen: Namens de Afd. Leiden van den Nederlandschen Bond van Confectie-BediendenW. de Witt, Voorzitter en H. J.van Kerk hof!, Secretaris, beiden wonende te Leiden. Dat zij met vreugde begroet hebben de Gemeentelijke Veror dening op de Winkelsluiting te Amsterdam, welke sinds kort geleden door den Hoogen raad rechtsgeldig is verklaard en door de Koningin niet is vernietigd; Doch ook, zij met vreugde begroeten de sluiting van de Winkels en de Magazijnen in koloniale waren, manufacturen, Heeren en Dames Confectie, Modeartikelen en die der zaken van Kappers en Barbiers, waar dit op particulier initiatief geschiedde. Dat zij echter overtuigd zijn geworden, dat het particulier initiatief veeldoch niet alles vermag, waar ook hier wederom is gebleken, dat het eenmaal gegeven woord zelfs verbroken is. dat zij evenals anderen steeds hun best gedaan hebben, tiet sluitingsuur ook te Leiden doorgevoerd te krijgen over het geheele winkelbedrijf, maar naast het succes, dat verkregen werd, er steeds gestuit werd op het verzet van een enkeling, somwijlen om de nietigste redenen, doch ook vaak, omdat men wachtte op een wet, of Gemeenteverordening, welke het sluitingsuur van de Winkels en Magazijnen zoude regelen. Dat zij meenen, dat thans meer dan ooit te voren naar eene regeling van Overheidswege wordt verlangd. Dat zij meenen, dat wil men onedele concurentie beteugelen een verordening op het sluitingsuur van de Winkels en Maga zijnen veel daartoe kan bijdragen. Dat hun bekend is, dat de Kamer van Arbeid voor de Winkel en de Grossiersbedrijven alhier zich indertijd na een deugdelijk onderzoek uitsprak voor een regeling bij Gemeentelijke-verorde ning vast te stellen. Dat zij meenen ook thans te mogen wijzen op uitspraken van Winkeliers en wat meer zegt, op uitspraken van H.H. Doktoren, welke veel voor een wet of verordening gevoelen, wordende immers de gezondheid zoowel van den Patroon als van het bedienend personeel er mede gebaat. Dat zij meenen, dat het voor de ontwikkeling van het be dienend personeel zelfs noodzakelijk is, aangezien voor het aan- leeren en onderhouden van vak en zakenkennis veel tijd ver- eischt wordt. Dat gelijk zij bij ondervinding spreken het particulier initia tief in deze weinig of niets vermag. Redenen waarom zij Uwen Raad eerbiedig verzoeken het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1912 | | pagina 1