DONDERDAG 21 MAART 1912.
37
Leiden, 18 Maart 1912.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Mijne Heeren!
Ondergeteekenden komen nogmaals met een beleefd verzoek
tot IJ, en wel dezen. Is het niet mogelijk dat U onzen ver
zoeken inwilligd? Wij richten nogmaals een schrijven,omdat
wij (bij het lezen in het verslag van het Leidsch Dagblad,
2 en 9 Maart aangaande het genomen besluit van B. en Ws.
aangaande ons verzoek wat betreft de bepalingen in de Ge
meentebestekken om het Steenhouwerk zooveel mogelijk in
Leiden te laten maken) niet kunnen nalaten, onzen teleur
stelling daarover uit te spreken.
Wat toch is het geval, wel zijn alle bezwaren genoemd,
maar daar zijn er ook vele, volgens de inlichtingen gegeven,
verre van juist, de goede zijde; b. v. het bestrijden der werke
loosheid zijn in het geheel niet genoemd. Nu hadden wij ook
wel verwacht, dat er inlichtingen aan de organisatie waren
gevraagd, wat toch ook recht en billijk ware geweest, en dan
hadden wij ons verzoek ook kunnen verdedigen, maar dat
is niet gebeurd.
Tevens deed het ons leed, dat wij ook in onzen vakkennis
werden aangevallen, want wat daarvan in het besluit staat is
beslist onwaar. Juist in Leiden word er veel van een steen
houwer gevraagd wat zijn vakkennis en beroep aangaat. Om
trent ons verzoek van het loon, hadden wij het vertrouwen,
dat het ten volle zou worden toegestaan, daar de Gemeente
toch altijd vooraan stond in het voorschrijven in de bestekken
van het loon, is dit nu het geval niet meer. Maar nu hopen
wij, wanneer onzen verzoeken in den Raad in behandeling
komen B. en Ws. van hun genomen besluit terugkomen, en
met, de Commissie van Fabricage en Raadsleden er toe
zullen overgaan om onzen verzoeken in te willigen.
Namens de Afd. Leiden
van den Ned. Steenhouwersbond,
W. F. Moene Voorzitter.
J. Poelijoe Secretaris.
Zal worden behandeld bij punten 29 en 30 der agenda.
10°. Verzoek van de vereeniging van bezoldigde agenten van
politie »Door Eendracht Saamgebracht" om herziening van de
salarisregeling der politieagenten of toekenning van een toeslag
op de weekloonen.
Dit stuk luidt als volgt:
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Geeft eerbiedig te kennen, de Vereeniging van bezoldigde
agenten van Politie: »Door Eendracht Saamgebracht", geves
tigd te Leiden, als rechtspersoon erkend bij K.B. d.d. 13 Mei
1901 en van 30 October 1908;
dat zij zich tot Uwen Raad wendt met de navolgende
verzoeken
le. de regeling der jaarwedden van het agentenpersoneel
wei te willen herzien
2e. dat, indien eene herziening der jaarwedden niet binnen
korten tijd mogelijk zou kunnen zijn, aan alle agenten van
politie eene wekelijkschen toeslag bij hun weekgeld te ver
strekken, te rekenen vanaf 1 April 1912, als wanneer de
verleende toeslag aan gemeentebeambten, toegekend bij
besluit van Uwen Raad, d.d. 30 November 1911, ongeacht
eventueele verlenging, zal ophouden, tot den datum
waarop door Uw Achtbaar College tot eene verhooging der
jaarwedden van het agentenpersoneel zou kunnen worden
besloten.
dat zij de motieven welke haar daartoe dringt, meer spe
ciaal heeft neergelegd in een, aan dit adres toegevoegde
memorie van toelichting;
dat reeds nu als hoofdmotief mag worden aangemerkt,
de dure tijdsomstandigheden en verhooging van den maat-
schappelijken stand van den politiebeambte, waardoor hij zich
genoodzaakt ziet duurder te wonen dan voorheen;
dat het bewustzijn bij de politieagenten levendig is, dat
zij voor hunne betrekking behoorlijk onderlegd dienen te
zijn, doch ook, dat het hen in hun moeilijk ambt, mogelijk
moet zijn geheel onafhankelijk te kunnen leven;
dat verhooging van het zedelijk bewustzijn en daardoor
ook verhooging van den maatschappelijken stand van den
politiebeambte, niet anders dan ten goede kan komen aan de
samenleving;
dat bij vergelijkingen met plaatsen, zelfs kleiner dan Leiden,
de regeling der jaarwedden als ter dezer stede bestaande,
niet gunstig afsteekt;
dat nog dezer dagen door Zijne Excellentie den Minister
van Justitie eene nieuwe regeling is vastgesteld voor de rijks
veldwachters waarbij aan gewone rijksveldwachters eene
jaarwedde wordt toegelegd, aanvangende met 700 met een
maximum van 750,
dat daarbij tevens eene regeling in het vooruitzicht is
gesteld, dat de rijksveldwachters na zes jaren dienst worden
bevorderd tot den rang van brigadier-titulair, waaraan ver
bonden een nieuwe salarisverhooging van 25.
Redenen waarom adressante zich tot Uwen Raad wendt met
het eerbiedig verzoek, dat het Uwen Raad moge behagen,
goedgunstig in deze te willen beslissen.
't Welk doende,
De Vereeniging van bezoldigde agenten van politie:
»Door Eendracht Saamgebracht".
Het bestuur:
G. v. Putten President.
H. Dorst ie Secretaris.
J. Kok ie Penningmeester.
De Voorzitter. Burgemeester en Wethouders zijn van oor
deel, dat, waar aan het eind van het jaar 1910 eene aanzien
lijke salarisverhooging voor de politieagenten tot stand is
gekomen, welke op 1 Januari 1911 in werking is getreden, en
daarmede eene regeling is getroffen, die nagenoeg ieders instem
ming had en die van zeer groot belang was voor de agenten
van politie, er thans geen aanleiding bestaat, wederom tot
eene verhooging over te gaan
Daarom stellen Burgemeester en Wethouders voor, dit
verzoek voor kennisgeving aan te nemen.
De heer Sijtsma. M. d. V. Ik zou hier den gewonen weg
willen doen volgen en Burgemeester en Wethouders willen
verzoeken, hierover een praeadvies uit te brengen. Ik zie de
heeren met het hoofd schudden, maar ik heb niet gezegd,
dat dat een praeadvies zou moeten zijn in gunstigen zin; dat
weet ik ook nog niet. Als de betrokken personen echter
een met redenen omkleed advies krijgen, dan vind ik dat
beter, dan dat hier maar even wordt uitgemaakt, dat wij het
verzoek voor kennisgeving zullen aannemen. Het geldt hier
een belangrijke corps ambtenaren, waarmee wij toch rekening
hebben te houden, ook in zooverre, dat wij er voor moeten
zorgen, dat daarin een goede geest blijft heerschen en dan
moeten wij niet beginnen met een dergelijk adres eenvoudig
voor kennisgeving aan te nemen.
Ik zou Burgemeester en Wethouders dus willen verzoeken,
hierover praeadvies uit te brengen.
De Voorzitter. De zaak is deze. Zeer kort geleden nog is
de geheele zaak ampel besproken en behandeld. Nu vonden
Burgemeester en Wethouders, dat het niet aanging op een
request in te gaan, dat zoo spoedig daarna over dezelfde zaak
inkomt en waarvoor weer een massa tijd van Burgemeester en
Wethouders en van diverse ambtenaren wordt vereischt. U
moet niet vergeten, dat, wanneer op dit adres praeadvies moet
worden uitgebracht, dit een massa werkzaamheden medebrengt.
Bovendien, als we nu praeadvies geven, kan er over een half
jaar weer zoo'n request inkomen. Zoo worden Burgemeester
en Wethouders en de Raad gestadig aan het werk gesteld.
Wanneer de adressen zoo kort na elkaar inkomen, dan meenen
Burgemeester en Wethouders, dat werkelijk te kennen moet
worden gegeven, dat daarop niet kan worden ingegaan. Dat
is in 't kort het standpunt, dat Burgemeester en Wethouders
innemen.
De heer Sijtsma. Mijn standpunt stel ik daar precies tegen
over. U hadt al eerder gezegd, dat dit het standpunt van Burge
meester en Wethouders was. Dat een adres nu spoedig komt,
nadat een salarisregeling is tot stand gebracht, op zichzelf is
dat nog geen reden, om daarom geen praeadvies uit te brengen.
De omstandigheden kunnen of konden van dien aard zijn,
dat een salarisherziening wel noodig was. En dat kunnen we
dan zien, wanneer we het praeadvies van Burgemeester en
Wethouders voor ons krijgen. En ik vermoed, dat het nu niet
zoo'n geweldige drukte en zoo'n vreeselijke inspanning zal vor
deren. Het zal wel eenig werk veroorzaken, maar daarvoor
hebben we dan ook onze ambtenaren en toch ookBurge
meester en Wethouders.
De Voorzitter. Verschillende voor de gemeente belangrijke
zaken eischen voorziening, en daarvoor zijn Burgemeester en
Wethouders steeds werkzaam. Maar dat Burgemeester en
Wethouders en de ambtenaren voortdurend werkzaamheden
moeten verrichten a. h. w. op gestadigen aandrang van an
deren, dat vind ik toch wel een beetje overbodig. Dit is de
geheele kwestie.
Ik zal nu het voorstel van Burgemeester en Wethouders,
om het verzoekschrift voor kennisgeving aan te nemen, in
stemming brengen.
De heer Pera. M. d. V. Mag ik dan even vragen wat de
beteekenis van het tegenstemmen is? Wil dat zeggen, dat men
verlangt, dat er praeadvies zal uitgebracht worden?
De Voorzitter. Natuurlijk. Wie tegenstemt verlangt prae
advies van Burgemeester en Wethouders.