36
DONDERDAG 21 MAART 1912.
Leiden, 9 Maart 1912.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Bij dezen heb ik de eer U mijn beleefden dank te betui
gen voor de traktementsverhoogirig, mij toegekend bij besluit
van 22 Februari j.l.
Hoogachtend.
van Doesburgh,
Directeur der Stedelijke Fabrieken van
Gas en Electriciteit.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Missive van den Alg. Ned. Wielrijdersbond, Toeristen
bond voor Nederland, inzake het plaatsen van plaatsnamen
op openbare gebouwen, enz. en op de waarschuwingsborden,
bedoeld in art. 8 der Motor- en Rij wiel wet.
De Voorzitter. Het verzoek in deze missive gedaan om op
openbare gebouwen en waarschuwingsborden den Plaatsnaam
te doen vermelden, kan alleen bedoeld zijn voor kleine, weinig
bekende gemeenten. Voor een stad als Leiden heeft het geen
zin. leder toerist die deze gemeente nadert, weet wel dat hij
in Leiden komt. Ik stel U dus voor dit schrijven voor kennis
geving aan te nemen.
Aldus wordt besloten.
2°. Verzoek van den Alg. Ned. Bond van Handels- en Kantoor
bedienden tot wijziging van art. 12 van het Huishoudelijk
reglement van het Gemeentelijk Werkloozenfonds.
Dit stuk luidt als volgt:
Geeft te kennen:
De Algemeene Nederlandsche Bond van Handels- en Kan
toorbedienden, laatstelijk goedgekeurd bij Koninklijk Besluit
van 24 Februari 1912, No. 39 en kantoor houdende Reguliers
gracht 80 Amsterdam.
dat hij zijne afdeeling Leiden wenscht aan te sluiten bij
het Gemeentelijk Werkloozenfonds aldaar,
dat aan alle voorwaarden voor die aansluiting kan worden
voldaan, echter met uitzondering van Art. 12 van het Huis
houdelijk Reglement van dat fonds,
dat n 1. wordt geëiseht een minimum bijdrage van 5 cent
per week, welk bedrag voor de bestrijding der gevolgen van
werkloosheid zijner leden abnormaal hoog is, waardoor de
werkloosheidkas veel meer offers zou eischen dan nood
zakelijk is,
dat een dergelijke bepaling dan ook, voor zoover hem
bekend, in geen enkel reglement in ons land voorkomt,
redenen waarom hij Uwen Raad verzoekt, het Bestuur van
genoemd Gemeentelijk Werkloozenfonds uit te noodigen, aan
Uwen Raad ter goedkeuring voor te leggen een wijziging van
dit Art. 12 Huishoudelijk Reglement, waarbij dit minimum
van 5 cent wordt geschrapt en waardoor de afdeeling Leiden
van adresseerenden Bond zich zou kunnen aansluiten met
een bijdrage voor haar werkloosheidkas, als waarmede ook
in andere plaatsen van ons land, waar afdeelingen zijn aan
gesloten bij Gemeente Werkloozenfbndsen, genoegen wordt
genomen.
Voor nadere motiveering van dit verzoek veroorlooft hij
zich te verwijzen naar bijgaande toelichting.
't Welk doende,
Bondsbestuur van den Algemeenen Nederlandschen
Bond van Handels- en Kantoorbedienden:
J. Th. Kummer. Voorzitter.
E. C. Fimmen, Secretaris.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth.
3°. Amendementen van de heeren van Tol en Bosch op het
voorstel tot wijziging van de verordening, houdende bepalingen
omtrent minimum-loon en maximum-arbeidsduur.
Deze stukken luiden als volgt:
Aan den Gemeenteraad.
Onder het ingekomen stuk No. 62 van 2 Maart 1912 wordt
aan den Raad voorgesteld de bepalingen omtrent minimum
loon en maximum-arbeidsduur in bestekken van gemeente
werken te wijzigen en deze te lezen:
Art. 1.
a. aan een steenhouwer 25 cent per uur,
b. aan een timmerman, metselaar of stucadoor 23 cent
per uur,
terwijl b, c en d worden c, d en e.
De ondergeteekende stelt voor in
Art 1.
a. aan een steenhouwer, timmerman, metselaar of stucadoor
25 cent per uur.
C. J. van Tol.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Ondergeteekende stelt voor art. 1 der verordening, d.d. 10
Oct. 1907, houdende «bepalingen omtrent minimum-loon en
maximum-arbeidsduur in bestekken van gemeentewerken'" te
lezen als volgt
a. aan een steenhouwer. 26 cents per uur;
b. aan een timmerman, metselaar of stu
cadoor 24
c. vroeger b
d. c;
e. d.
J. Bosch.
Leiden, 20 Maart 1912.
Zuilen worden behandeld bij punt 31 der agenda.
4°. Verzoek van Mej. J. Enders om eervol ontslag als onder
wijzeres aan de school der 3e kl. No. 2.
5°. Verzoek van de Leidsche Gymnastiek- en Scherm-
vereeniging «Hercules'', inzake het gebruik var. het gymnastiek
lokaal aan de Pieterskerkgracht.
6°. Verzoek van Mej. E. A. W. Broes van Dort om eervol
ontslag als leerares aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes.
7o. Bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatselijke
directe belasting, dienst 1911.
Worden gesteld in handen van Burg. en Weth.
8°. Verzoek van de Leidsche Tuinders-Patroons-Vereeniging om
de behandeling van de verordening, tot wijziging van de ver
ordening, regelende de heffing van een belasting voor het
gebruik van bet lokaal voor groenteveilingen, voor drie maanden
op te schorten.
Dit stuk luidt als volgt:
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Edel Achtbare Heeren,
Geven met verschuldigden eerbied te kennen:
De ondergeteekenden1. W. Bink wonende te Leiden, en
2. P. J. van Staveren wonende onder Oegstgeest, in hunne
hoedanigheid respectievelijk van Voorzitter en Secretaris van
«de Leidsche Tuinders-Patroons-Vereeniging" voor Leiden en
naburige Gemeenten, gevestigd te Leiden, Goedgekeurd bij
Koninklijk besluit van 19 December 1902, Staatsblad n°. 11,
en als zoodanig die Vereeniging ten deze vertegenwoor
digende
dat zij kennis genomen hebben van de Verordening, hou
dende wijziging der verordening van 14 Maart 1907 (Gem.bl.
N°. 4) regelende de heffing van een belasting voor het ge
bruik van het lokaal voor groenten veilingen te Leiden, welk
onderwerp voorkomt i op de Agenda Uwer Vergadering van
Donderdag den 21 Maart 1912.
dat zij het betreuren, dat juist thans eene verhooging van
het percentage dezer hefling wordt voorgesteld, daar toch
dezer dagen door genoemde Leidsche Tuinders-Patroons Ver
eeniging tot het houden van groote groentenveilingen is be
sloten en daarmede reeds Dinsdag 19 Maart j.l. is begonnen.
dat door het houden dezer groote veilingen, het bedrag
dat jaarlijks geveild zal worden, belangrijk zal stijgen en
mitsdien een grooter bedrag uit het heffingspercentage zal
worden verkregen.
dat zij vermeenen dat het bedrag in het vervolg te ver
krijgen bij het thans geldende heffingspercentage, voldoende
zal blijken te zijn om daarmede de kosten, verbonden aan de
exploitatie der veilingloods, ten volle te dekken.
dat een tijdvak van drie maanden voldoende zal zijn om
de resultaten dezer groote veilingen te kunnen overzien.
Redenen waarom requestranten zich, namens genoemde
Leidsche Tuinders-Patioons vereeniging, tot, Uwen Raad
wenden met het eerbiedig verzoek, dat het Uwen Raad moge
behagen, de behandeling van het onderwerp: Verordening
houdende wijziging der verordening van 14 Maart 1907,
regelende de heffing van een belasting voor het gebruik van
het lokaal voor groentenveilingen te Leiden, gedurende drie
maanden op te schorten.
't Welk doende enz.
W. Bink Voorzitter.
P. J. van Staveren Secretaris.
Leiden, 20 Maart 1912.
Naar aanleiding van dit ingekomen stuk van de Leidsche
Tuinders-Patroons-Vereeniging zal punt 28 van de agenda
worden afgevoerd.
9°. Nader adres van de afd. Leiden van den Ned. Steen-
houwersbond in zake de vervaardiging van het voor de ge
meente benoodigd steenhouwerswerk binnen deze gemeente.
Dit stuk luidt als volgt