DONDERDAG 1 FEBRUARI 1912. 13 Zitting Tan Donderdag 1 februari 1913. Geopend des namiddags te twee uur. Voorzitterde heer Burgemeester Jhr. Mr. N. C. DE GIJSELA AR. Te behandelen onderwerpen 1° Benoeming van eene leerares in de gymnastiek aan het Gymnasium. (20) 2° a. Benoeming van eene leerares in de gymnastiek aan de beide Hoogere Burgerscholende Kweekschool voor Onderwijzers en Onderwijzeressen en de scholen der le en 2e klasse; b. Vaststelling van de jaarwedde en den pensioensgrond slag van die leerares. (21) 3° Benoeming van eene leerares in de gymnastiek aan de scholen der le en 2e klasse. (22) 4° Verzoek van Mej. M. van der Hoeven—Fraai om besten diging in de betrekking van Stads-vroedvrouw. (30) 5° Verzoek van J. Wanink om eervol ontslag als onder wijzer met verplichte hoofdakte aan de school der 3e klasse No. 1. (17) 6° Voorstel tot het verleenen van eervol ontslag aan W. de Rooy als onbezoldigd Ambtenaar van den Burgerlijken Stand. (24) 7° Voorstel om aan den keuringsveearts, tevens adjunct directeur van het Openbaar Slachthuis, toestemming te verleenen tot het aannemen van eene eventueele benoeming tot Rijkskeurmeester. (18) 8° Voorstel tot bestendiging van de huur van het perceel Lokhorststraat No. 20 aan de Wed. F', van der Kloot. (16) 9° Voorstel tot bestendiging van de huur van het bovenhuis aan de Oude Heerengracht No. 1 aan A. de Mooy. (15) 10° Voorstel tot het doen rooien van 12 boomen, staande op het terrein van het Rijksopvoedingsgesticht voor jongens. (19) 11° Vaststelling van bet verslag aan Gedeputeerde Staten omtrent het gebruik van het voor schoolkindervoeding toegestane subsidie. (23) 12° Voorstel in zake de beschikbaarstelling van het Openbaar Slachthuis ten behoeve van het geven van een cursus in vee- en vleeschkeuring aan luitenant-kwartiermeesters. (29) 13° Voorstel tot verhooging van eenige posten der begroo tingen, diensten 1911 en 1912, waarvan de raming te laag is gebleken, en tot voldoening van eene uitgave over 1910 uit den post «Onvoorziene Uitgaven" voor 1911. (31) 14° Verzoek van het Bestuur der St. Petrus-Parochie om ontheffing van het bepaalde bij art. 19 der Bouwveror dening, ten aanzien van den gevel van een op te richten gebouw aan de Ketelboetersteeg. (28) 15° Voorstel tot aankoop van de voortuintjes, deel uitmakende van de perceelen Sectie M, nrs. 606 tot en met 611 en 626 en tot vaststelling van den desbetreffenden begro tingsstaat. (26) 16° Voorstel: a. tot ophooging van het feestterrein aan den Zoeter- woudschen Singel en van het daarachter gelegen weiland b. tot ingebruikgeving van het opgehoogde terrein aan de afdeeling Leiden van den Nederlandschen Bond voor Lichamelijke Opvoeding; c. tot vaststelling van den desbetreffenden begrotings staat. (14 en 27) 17° Voorstel: a. tot vaststelling van eene verordening, houdende wijziging der verordening van 23 April 1908 (Gem.blad N°. 13), regelende den door de gemeente te verleenen steun ter bevordering van de verzekering tegen de geldelijke gevolgen van werkloosheid b. om goed te keuren, dat eenige wijzigingen worden aangebracht in het Huishoudelijk Reglement voor het «Gemeentelijk Werkloozenfonds" te Leiden. (25) •18° Vaststelling van het 2e suppletoir kohier der plaatselijke directe belasting, dienst 1911. (32) Tegenwoordig zijn 27 leden, n.l. de heeren van Hamel. Timp, Fischer, A. Mulder, Korff, Heeres, Briët, P. J. Mulder, Ver gouwen, Bosch, Reimeringer, de Boer, Botermans, Corts, van Tol, Sijtsma, van der Eist, Zwiers, Kruimel, Carpentier Alting, Bots, Korevaar, van der Lip, Pera, Roem, Fkikker en Aalberse. Afwezig zijn de heeren: Driessen, wegens uitstedigheid, Hoogenboom, wegens ambtsbezigheden, en van Gruting, wegens verhindering. Er is ééne vacature. De notulen van het in de vorige vergadering van 11 Januari 1912 verhandelde worden goedgekeurd. De Voorzitter. Alvorens met onze werkzaamheden voort te gaan. wensch ik eene opmerking te maken naar aanlei ding van het verslag van de vorige Raadszitting. Bij de correctie van het door mij gesprokene heb ik n.l. over het hoofd gezien, dat daarin eene onjuiste zinsnede voorkomt. Sprekende over de opheffing van de school aan de Heerenstraat, merkte ik in de vorige Raadszitting op, dat het gebouw dier school na de opheffing in gebruik genomen is als 2e-klasse- school. In de Handelingen is dit echter minder juist weerge geven met: «Thans is het gebouw dier school bestemd om eene 2de-klasse-school te worden." Die bestemming toch werd er reeds vroeger aan gegeven. De aangehaalde woorden op blz. 1, tweede kolom, regel 20 v.o. behooren dus als volgt gelezen te worden: „Het gebouw dier school is toen bestemd geworden tot 2de-klasse-school en bereids als zoodanig in gebruik ge- nemen." De Voorzitter deelt mede, dat zijn ingekomen: 1*. Ontvangstbericht van Gedep. Staten van de verordeningen tot intrekking der verordening op de openlijke ontucht en tot wijziging van de verordening op de straatpolitie. 2°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide vaji de goed gekeurde raadsbesluiten tot verhooging der begrooting, dienst 1912, ten behoeve van de aanvulling van het uitbreidings- en vernieuwingsfonds der Electriciteitsfabriek, in verband met de inrichting van een mechanisch stookbedrijf en de uitbreiding van het kabelnet; de aanvulling van het uitbreidings- en vernieuwingsfonds der Gasfabriek, in vei band met de gaslevering aan Valkenburg, en de subsidie aan de Vereeniging van Hoofden van Scholen, in verband met de op te richten cursussen in illustratief teekenen. 3°. Missive van Gedep. Staten, houdende goedkeuring en ont vangstbericht van de verordening, houdende voorschriften ingevolge art. 37, litt. c, d en e der Pandhuiswet 1910 (Stbl. No. 321). Worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Verzoek van den Bond van Technici om herziening der salarissen van de technici in dienst der gemeente. Dit stuk luidt als volgt: Aan den Raad der Gemeente Leiden Geeft met verschuldigden eerbied te kennen: het Bestuur van den Bond van Technici, gevestigd te 's-Gravenhage, goedgekeurd bij Koninklijke Besluiten d.d. 24 Juni 1896, d.d. 25 Augustus 1902 en d.d. 17 Juli 1909; dat het, in het belang van de technici in dienst Uwer Gemeente, beleefdelijk de hieraangehechte circulaire onder de aandacht van Uwen Raad brengt. 't Welk doende, Namens het Bestuur: W. Gabriëlse, Voorzitter. J. van Essen, le Secretaris. Amsterdam, 19 Januari 1912, Amsterdam, 19 Januari 1912. L. S. In verband met de steeds meer bezwarend wordende om standigheden van velen onder de technici, staande tusschen patroon en werkman, meenen wij er goed aan te doen beleefd het volgende onder Uwe aandacht te brengen. Waar tegenwoordig eiken dag geklaagd wordt over de duurtemag 't haast overbodig heeten daarop nogmaals te wijzen. Wij willen dan ook hier niet trachten door middel van cijfers en statistieken aan te toonen dat eri hoeveel de levensstandaard verhoogd is ten opzichte van eenige vroegere periode. Reeds herhaaldelijk is door personen uit verschillende kringen der Maatschappij geconstateerd dat de levensstan daard van jaar tot jaar hooger wordt en dat deze stijging doorgaat, afgescheiden van de dit jaar door bijzondere omstan digheden voorkomende extra stijging. Kan nu van velen gezegd worden dat hunne loonen in gelijke mate gestegen zijn als hun levensbehoeften, van de bovengenoemde technici kan dit allerminst gezegd worden, waar 't een feit is dat voor de meesten onder hen de bezol diging nog steeds dezelfde is als die van een 10- a 20-tal jaren geleden. 't Gevolg hiervan is dat zelfs het financieel evenwicht tus schen hen en de arbeiders wier werk zij moeten leiden en besturen, vaak verbroken is, waardoor de toestand voor velen onhoudbaar wordt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1912 | | pagina 1