15
N°. 29.
Leiden, 26 Januari 1912.
Door den Generaal-Majoor, Hoofdintendant is tot ons
College de vraag gericht, of er onzerzijds geen bezwaar tegen
zou bestaan een achttiental Luitenant-kwartiermeesters in
het tijdvak van 1 April30 Juni a.s een cursus in vee- en
vleeschkeuring te doen volgen aan het Openbaar Slachthuis
alhier.
Volgens ons door den Directeur van het Slachthuis ver
strekte inlichtingen, schijnt het doel van den cursus te zijn,
de Luitenant-kwartiermeesters meer dan tot nog toe, onder
deskundige leiding, op het gebied der vee- en vleeschkeuring
te bekwamen, omdat, zoowel tijdens de manoeuvres, als in
oorlogstijd, de keuring van het voor het leger benoodigde
vleesch geheel in hunne handen berust.
Verder ligt het blijkbaar in de bedoeling, dat het onder
wijs gegeven wordt door den Directeur en den adjunct-Direc
teur van het Slachthuis, die daarvoor eenige vergoeding ont
vangen. De cursus zal zich bepalen tot slechts één dag per
week. Voor lokaalhuur stelt het Rijk 30.beschikbaar,
voor leermiddelen 25.
Waar de cursus gegeven kan worden, zonder dat de dienst
op het Slachthuis er in eenigerlei mate onder lijdt, en er
geen kosten voor de gemeente aan verbonden zijn, bestaat
tegen het houden van den cursus aan het Slachthuis noch
bij de commissie voor die inrichting, noch bij ons College
bezwaar.
Wij geven U daarom in overweging goed te keuren, dat
het Slachthuis voor het genoemde doel beschikbaar wordt
gesteld en den Directeur en den adjunct-Directeur toestemming
te verleenen tot het houden van den cursus.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.
No. 30.
Leiden, 26 Januari 1912.
Onder overlegging van nevensgaand verzoek van Mej. M.
van der HoevenFraai, en van het daaromtrent door den
Stads-Vroed meester uitgebracht advies, geven wij U in over
weging Mej. M. van der HoevenFraai weder voor den tijd
van drie jaren in de betrekking van Stads-vroedvrouw te
bestendigen.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 22. 1. 12.
Onder terugzending van nevensgaand verzoek van mej.
M. van der Hoeven—Fraai stel ik u voor, daarop gunstig te
adviseeren.
De Stadsvroedmeester
P. C. T. van der Hoeven.
Burgemeester en Wethouders van Leiden.
Leiden, 10 Januari 1912.
WelEd. Achb. Heeren Burgemeester en Wethouders.
De ondergeteekende verzoekt U. E. vriendelijk, wederom
voor den tijd van 3 jaren als stads vroed vrouw, te mogen
worden aangenomen.
Met achting teeken ik mij
Uwe Dw Dienaresse
M. van der Hoeven—Fraai.
N°. 31.
Leiden, 26 Januari 1912.
Wij hebben de eer U mede te deelen, dat de raming der
navolgende posten van de gemeentebegrooting voor 1911 te
laag is gebleken en, dat deze posten met de daarbij vermeide
bedragen zullen moeten worden verhoogd.
Volgn. 10. Jaarwedden van den concierge en
van de boden128.40
Deze overschrijding vindt haar oorzaak in de
kosten der tijdelijke vervanging van den bediende
ten Raadhuize, P. Bink(thans gepensionneerd)
tijdens zijne ziekte.
Volgn. 87. Kosten van verteringen ten behoeve
van het bureau van stemopneming448.29
De uitbreiding van het aantal stembureaux in
gevolge raadsbesluit van 9 Maart 1911 en de
gehouden tusschentijdsche stemming en herstem
ming bij de vacatures Dr. Meuleman en Prof.
Wildeboer, veroorzaken de hoogere kosten op
dit artikel.
Volgn. 118. Kosten van keuring van de overige
levensmiddelenf 300.
In den loop van 1911 bleek de aanschaffing
noodig van een nieuwen thermostaat voor het
bacteriologisch en biologisch onderzoek van melk
en andere voedingsmiddelen; de tot dusver ge
bruikte thermostaat toch was slechts in bruikleen
aan het laboratorium afgestaan en moest worden
teruggegeven. Aangezien de kosten van aanschaffing
van dit instrument, dat bij den keuringsdienst on
misbaar is, niet uit het gewone, voor de aanschaffing
van monsters, chemicaliën, enz. uitgetrokken
bedrag van 1250 kunnen worden bestreden,
is eene verhooging van dit artikel met f 300.
noodig.
Volgn. 127. Kosten van bruggen en overzetveren,
a. Jaarwedden van het personeel voor de
bediening187.87
De belooning van assistent-brugwachters bij
ziekte en verlof geraamd op 200.en de be
diening van de hulpbrug aan de Turfmarkt,
geraamd op 300.te zamen 500.vor
derden een uitgaaf van 623.55. Bovendien
werd wegens bijslag aan het personeel, ingevolge
Raadsbesluit van 30 Nov. 1911, op dit artikel
een bedrag van f '131.58 uitgegeven. De in totaal
hoogere uitgaaf van 255.13 werd gedeeltelijk
opgewogen door een lagere uitgaaf op de bezol
digingen, tengevolge van ontstane vacatures, zoodat
met eene aanvulling van het art. met 187.87
kan worden volstaan.
Volgn. 157. Kosten voor de Middelbare Scholen,
a. Jaarwedden der leeraren en onderwijzers. 1428.56
De kosten van vervanging van den leeraar J.
de Josselin de Jong, aan wien wegens ziekte een
verlof werd toegekend, konden ten deele uit over
schotten op de wedden, als gevolg van mutatiën
in het personeel, worden bestreden. Eene aan
vulling van den post met 1428.56 blijkt ten
slotte noodig.
Volgn 161. Kosten voor het Gymnasium,
a. Jaarwedden der leeraren en onderwijzers 1645.
Bij de raming van dit artikel werden de kosten
van de splitsing der le en 2e klassen slechts tot
1 September 1911 voor een bedrag van ƒ2380.
uitgetrokken. De splitsing werd echter in den
cursus 1911/12 bestendigd; dientengevolge be
droegen de kosten 3650.d. i. ƒ1270.méér
dan geraamd werd. In verband met eenige mu
tatiën in het personeel, moet voorts in een hoogere
uitgaaf van 375. worden voorzien. De ge-
heele verhooging bedraagt derhalve ƒ1645,
Volgn. 165. Subsidiën aan bijzondere bewaar
scholen 80.
Met ingang van 25 September 1911 werd alsnog
een subsidie toegekend aan de Vereeniging tot
opleiding van bewaarschoolhouderessen, ten be
hoeve van hare bewaarschool aan het Rapenburg,
berekend tegen 300.per jaar. De begrootings-
post moet dientengevolge met 80.worden
verhoogd.
Volgn. 205. Pensioenen1154.03®
In den loop van 1911 werden verschillende
pensioenen toegekend en vervielen daartegenover
eenige andere pensioenen, tengevolge van het over
lijden der gepensionneerden. De post blijkt ten
slotte met ƒ1154.03® te moeten worden aangevuld.
Ook op de begrooting voor 1912 zullen eenige
posten moeten worden verhoogd, als gevolg van
besluiten na de vaststelling dier begrooting ge
nomen. Deze posten zijn de navolgende:
Volgn. 4. Jaarwedde van den Ontvanger. 200.
Bij Kon. Besluit van 25 November 1911, n°. 27,
werd goedgekeurd het besluit van de Gedeputeerde
Staten dd. 8 November 1911, waarbij de jaarwedde
van den gemeente-ontvanger nader op f 4000.
werd vastgesteld.
Volgn6. Jaarwedden van de ambtenaren en
bedienden der gemeente-secretarie400.
Deze verhooging is noodig met het oog op de
personeele toelage ten bedrage van 400.—bij
raadsbesluit van 30 November 1911 aan den heer
F. G. Rosier toegekend.
Volgn. 100. Jaarwedde van den Commissaris
van politie200.
De jaarwedde van den Commissaris van politie
werd bij Kon. Besluit van 13 December 1911,
n°. 32, nader vastgesteld op 3700.