DONDERDAG 26 OCTOBER 1911. 155 Zitting Tan Donderdag 26 October 1911. Geopend, des namiddags te één uur. Voorzitter: de Heer Burgemeester Jhr. Mr. N. C. DE GIJSELA AR. Te behandelen onderwerpen 1° Onderzoek van de geloofsbrieven der nieuwbenoemde raadsleden. 2° Benoeming van een lid der Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs. (254) 3° Benoeming van een secretaris der Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs. (255) 4° Benoeming van een buitengewoon geneesheer aan de ge stichten »Endegeest", »Voorgeest" en »Rhijngeest". (260) 5° Benoeming van een onderwijzer aan de schooi der 3e klasse No. 7. (261) 6° Benoeming van een onderwijzer aan de school der 3e klasse No. 8. (261) 7° Suppletoire staat van begrooting, dienst 1911, van het Geref. Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis. (256) 8° Begrooting, dienst 1912, van het Geref. Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis. (256) 9° Begrooting, dienst 1912, van het H. G. of Arme Wees-en Kinderhuis (257) 10° Voorstel tot wijziging en opnieuw-vaststelling van de ver ordening, houdende reglement op het beheer en bestuur der Stedelijke Fabrieken van gas en electriciteit te Leiden. (258) 11° Voorstel tot wijziging en opnieuw-vaststelling van de ver ordening, regelende de heffing van weegloonen en plaats gelden aan de Gemeentewaag en van weegloonen aan de vette-varkensmarkt te Leiden. (259) 12° Begrooting van inkomsten en uitgaven der gemeente voor den dienst 1912. (117, 119, 216 en 228) Tegenwoordig zijn 25 leden, n. 1. de heeren: Heeres, Timp, Bosch, P. J. Mulder, van der Eist, Driessen, van Hoeken, van Gruting, van Tol, Roem, Korevaar, Bots, Botermans, Reimeringer, Zwiers, Sijtsma, van der Lip, Carpentier Alting, Corts, van Hamel, de Boer, Pera, lloogenboom, Vergouwen en Briët. Afwezig zijn de heeren: Fokker, wegens ongesteldheid, A. Mulder en Korff, wegens uitstedigheid, en Aalberse, wegens Kamerzitting. Er zijn 2 vacatures. De Voorzitter. De heer Fokker heeft, zooals de heeren misschien weten, gisteren plotseling eene operatie moeten ondergaan, maar maakt het, volgens de laatste berichten, op het oogenblik heel goed. Alvorens thans over te gaan tot het vaststellen van de notulen, zij het mij vergund, den Wethouder Korevaar ook namens den Raad geluk te wenschen, dat hij weer zoo spoedig in ons midden mag zijn. Waar wij aanvankelijk ongerust waren, dat zijne ziekte van ernstigen aard zou blijken, verheugt het ons des te meer, hem weer in deze vergadering aanwezig te zien, en wenschen wij hem van harte geluk met zijn volledig herstel. Teekenen van instemming). De notulen van het in de vorige vergadering van 5 Octo ber verhandelde worden goedgekeurd. De heer Roem. M. d. V. In het stenografisch verslag ont breekt een woord. Er staat, dat ik gezegd heb, dat de paarden markt bezocht zal worden door paardenkoopers. Dat moet zijn: door Zigeuners-paardenkoopers. De Voorzitter. U heeft het stenografisch verslag toch thuis gehad? De heer Roem. Ja, M. d. V. De Voorzitter. Dan is het u wellicht bij de correctie ontgaan De heer Roem. Ik meende zeker te weten, dat het er in stond, De Voorzitter. Dan komt deze rectificatie in ieder geval in het volgende verslag. De Voorzitter deelt mede, dat zijn ingekomen 1°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van het goed gekeurd raadsbesluit tot verhooging der begrooting, dienst 1911, ten behoeve van de aanvulling van het uitbreidings-en vernieuwingsfonds der Electriciteitsfabriek. 2°. Mededeeling van J. Bolle, dat hij zijne benoeming tot onderwijzer met verplichte hoofdakte aan de school der 3e klasse No. 2 aanneemt. 3°. Dankbetuiging van IT. G. Martin voor het besluit, waarbij hem met ingang van 1 October ontslag werd verleend als onderwijzer aan de Jongensschool der le klasse. Dit stuk luidt als volgt: Doetinchem, 16 October 1911. Aan de Edelachtbare Heeren Leden van den Raad der gemeente Leiden, Geeft met verschuldigden eerbied te kennen 11. G. Martin, tijdelijk leeraar in de Fransche taal aan het Gymnasium te Doetinchem, dat hij U Edelachtbaren zijn dank betuigt voor de welwillendheid, waarmede zij hem, met afwijking van den olficieelen termijn van drie maanden, ontslag hebben verleend met 1 October 1911. Hetwelk doende, vau UEdelachtbaren de dienstwillige dienaar, H. G. Martin. 4®. Mededeeling van den Minister van Binnenl. Zaken, dat de raadsbesluiten tot benoeming van Dr. P. J. Enk tot leeraar, en van C. J. Bryce tot tijdelijk leeraar aan het Gymnasium worden goedgekeurd. Worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Verzoek van A. den Haan te Katwijk, om het door hem verschuldigde schoolgeld voor de Hoogere Burgerschool voor Jongens te bepalen op f 120.-;- per leerling. Dit stuk luidt als volgt: Katwijk aan Zee 9 October 1911. Aan den Raad der gemeente Leiden. Edelachtbare Heeren! Op mijn verzoek van 24 Aug. 1911 aan den Raad der ge meente Katwijk, om alsnog eene regeling te treffen, waardoor voor mij de gelegenheid bleef, mijne kinderen naar de H. B. S. te Leiden te zenden, ontving ik bij missive dd. 13 Sept. 11. bericht, dat ik mij tot den gemeenteraad van Leiden had te wenden. 't Is daarom, dat ik mij, noodgedrongen, tot U wend met vriendelijk verzoek, mij op gelijken voet te willen behandelen met ouders van kinderen uit buitengemeenten, die zelf f 60, de gemeente f 60, samen f 120 betalen per leerling, die de H. B. S. voor jongens te Leiden bezoekt, met andere woorden, mij dus f 120 per kind te laten voldoen. Nu Katwijk alléén nog blijft weigeren eene overeenkomst met Leiden te sluiten, ben ik de dupe van dien onwil en moet ik, volgens de verordening, per kind 150 betalen, wat mij als onderwijzer te bezwarend is. Aangenaam zal het mij zijn te vernemen, dat U tegenover belanghebbende ouders in Katwijk, zooals ondergeteekende er een is, de billijkheid zult willen betrachten, en hem ten minste niet hooger wilt doen aanslaan, dan van iederen buitenleerling wordt gevorderd. Met te meer vrijmoedigheid doe ik Uwe vergadering dit verzoek, waar het bij de toelating mijner kinderen tot de H.B. S. niet bekend was, dat zulk eene verhooging van het schoolgeld zou volgen. 't Welk doende, A. den Haan. Op voorstel van den Voorzitter wofdt besloten afwijzend op het verzoek te beschikken, daar de verordening inwilliging ervan niet toelaat. 2°. Verzoek van J. A. Driessen e.a. om eene kostelooze vaste verbinding te doen maken tusschen de Groenhovenstraat en de Rijn- en Schiekade. Dit stuk luidt als volgt: Aan den Raad der gemeente Leiden. Geven met verschuldigden eerbied te kennen, onderge- teekenden, allen bewoners van de Rijn- en Schiekade; dat zij den Raad beleefd verzoeken het daarheen te willen leiden, dat eene kostelooze vaste verbinding tot stand kome tusschen de Groenhovenstraat en de Rijn- en Schiekade; Tot staving van hun verzoek nemen zij de vrijheid het vol gende onder de aandacht van Uw College te brengen: le. door het steeds toenemend vervoer te water moet de brug over het Rijn- en Schiekanaal dikwijls geopend worden 2e. het vervoer is hand over hand toegenomen en bij het tot stand komen van het kanaal is niet vermoed, dat het vervoer zoo druk zou worden; 3e. evenmin kon vermoed worden, dat door het in gebruik nemen van motorschuiten en zandbakken, waarvan het aantal zich nog steeds uitbreidt, de vaart in genoemd kanaal zoo zou toenemen, dat bedoelde brug honderden malen meer geopend moet worden; 4e. voor hen, die direct geneeskundige hulp moeten halen, of die hunne bezigheden in de stad hebben of per spoor,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1911 | | pagina 1