168
DONDERDAG 26 OCTOBER 1911.
wekt bij een gedeelte van de burgerij, dat met twee maten
is gemeten. Ik begrijp heel goed, dat u bij het geven van
de toestemming voor dergelijke vermakelijkheden daaraan niet
gedacht heeft. Maar voor mij is het een volkomen juiste uiting
van billijkheidsgevoel, wanneer men zegt: waarom geen kermis,
maar wèl dergelijke vermakelijkheden op het Schuttersveld?
Nu zeggen Burgemeester en Wethouders, dat die vermakelijk
heden op ééne lijn zijn te stellen met concerten en tooneel-of
bioscoop voorstellingen. M. d. Y. Ik weet niet, of u persoonlijk
het genoegen had, daar te zijn; ik was er wel, maar het heeft
bij mij alle herinneringen van vroegere kermissen opgewekt.
Daarom wilde ik dit even zeggen.
De Voorzitter. Mag ik nog even opmerken, dat men in
eene plaats, waar de kermis opgeheven is, altijd dat zelfde
gevoel zal hebben? Wanneer de kermis opgeheven is, gaan
toch de andere vermakelijkheden door; dat zal men nooit
kunnen coupeeren. En daargelaten nog den aard der ver
makelijkheden, is er een zeer groot verschil. Als ik bijv. één
ding mag noemenop het terrein, waar zoo'n kermesse d'été
of hoe men het betitelen wil, gehouden wordt, is vergunning
uitgesloten.
Ik zeg nogmaals, het houden van dergelijke vermakelijkheden
van absoluut geoorloofden aard, of men ze nu eene kermis
wil noemen of niet, kan niet verboden worden.
De heer van Hamel. M. d. V. U zegt, dat gevoel zal men
altijd hebben. Door de toenmalige tegenstanders van de af
schaffing der kermis is dat ook in den breede aangetoond.
Er is ronduit gezegd, dat meri dergelijke vermakelijkheden
altijd zal hebben in de toekomst. Bovendien, het terrein van
het Schuttersveld was al afgestaan, vóórdat de kermis hier
afgeschaft is, als ik het wel heb.
De Voorzitter. Ik vind, dat het heel iets anders is, of de ge
meente als publiek lichaam, als overheid, eene kermis of jaarmarkt
instelt of opheft, dan wel of zij dergelijke feestelijkheden op
particulier terrein toelaat, wat, naar mijn oordeel, moeilijk
verhinderd kan worden. De omstandigheid, dat de afschaffing
van de kermis en de vermakelijkheden op het Schuttersveld
kort op elkaar gevolgd zijn, kan voor menschen, die de zaak
niet begrijpen, vreemd en onbillijk schijnen, maar wanneer
men erover nadenkt, komt men tot het inzicht, dat, na de
afschaffing van vermakelijkheden, die vroeger plaatshadden
op den openbaren weg, zooals ook bijv. eene jaarmarkt, altijd
dezelfde klacht over vermeende onbillijkheid zal gehoord
worden.
De beraadslaging wordt gesloten en volgn. 19 zonder hoof
delijke stemming aangenomen.
Beraadslaging over volgn. 20, luidende: vFleffing voor het
gebruik van het lokaal voor groenteveilingen 300.
De heer Vergouwen. M. d. V. Die heffing voor het gebruik
van het lokaal van de groenteveilingen is ook besproken in de
sectie bij volgn. 137. Toen ben ik er niet verder op ingegaan,
maar bij dit punt wil ik er wel de aandacht op vestigen,
dat het lokaal van de groenteveilingen de gemeente 146.—
'sjaars kost en ik zou dan ook willen vragen, of het niet
mogelijk is, door een kleine verhooging van de heffing
dat bedrag binnen te krijgen? Indertijd is dat lokaal opgericht
met de gedachte, dat het de gemeente niets zou kosten en
achteraf blijkt het, dat het de gemeente wel wat kost. Er is
ook indertijd door de Commissie van Financiën op gewezen,
dat de heffing van dien aard moest zijn, dat de gemeente
niet meer deed dan de gelegenheid geven, waarom gevraagd
was. Daarom zou ik aan Burgemeester en Wethouders willen
vragen, of het niet mogelijk is, die heffing een klein weinigje
te verhoogen, zoodat de kosten goed gemaakt worden.
De heer van Gruting. M. d. V. Ik wil den heer Vergouwen
vertellen, dat het ook de Marktcommissie is opgevallen. Bin
nen zeer korten tijd zullen voorstellen Burgemeester en Wet
houders en den Raad bereiken, om eene dergelijke verhooging
te doen geschieden, ten einde dat te doen equivaleeren.
De heer Vergouwen. Ik ben voldaan, M. d. V.
De beraadslaging wordt gesloten en volgn. 20 zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
De volgnrs. 21 tot en met 24, volgn. 25, verminderd
met 1083.en de volgnrs. 26 tot en met 28 worden
achtereenvolgens zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
Aan de orde is volgn. 29, luidende: Ontvangsten ter zake
van de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit f349441.
De Voorzitter. Hierbij komt tevens in behandeling de
begrooting der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit.
Deze begrooting wordt zonder beraadslaging en zonder
hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Volgn. 29 wordt daarop eveneens zonder beraadslaging en
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De volgnrs. 30 tot en met 34 worden zonder beraadslaging
en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Volgn. 35 wordt voorloopig aangehouden.
De volgnrs. 36 tot en met 42, volgn. 43, verminderd met
f 40.volgn. 44, volgn. 45, verminderd met 526.de
volgnrs. 46 tot en met 48, volgn. 49, verhoogd met ƒ100.—,
en de volgnrs. 50 tot en met 63 worden achtereenvolgens
zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
Daarna wordt ook het aangehouden volgn. 35, verhoogd
met 860.zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
Ten slotte worden de begrooting van uitgaven en die van
inkomsten, alsmede de geheele begrooting, tot een bedrag van
1.744.848.in ontvang en uitgaaf, zonder hoofdelijke
stemming vastgesteld.
Daar niemand verder het woord verlangt, wordt de ver
gadering door den Voorzitter gesloten.
ERRATUM:
Op pagina 152, lOen en 9®n regel v. o.moet in het door
den heer Roem gesprokene, in plaats van: »dattegenwoordig
een massa paardenkoopers op de jaarmarkten komen," gelezen
worden»dat tegenwoordig een massa Zigeuners-paarden-
Inopers op de jaarmarkten komen."
Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN Zoon.