-r 151 Volgnummer van het pand. Dag der beleening. Omschrijving van het pand. Geschatte waarde. Beleen som. Datum van lossing of van verkoop. Opbrengst van den verkoop. Opmer kingen. A -V -V A Wat in elk onderdeel eener kolom behoort te worden ingevuld: Minimum-breedte der kolommen en van eene pagina van het register: 1-1 Minimum-breedte en -hoogte van bet geheele register: 3*2 cM. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Wetb. van Leiden. N°. 275. Leiden, 1 November 1911. In nevensgaand adres vragen M. de Tombe c. s. een bij drage in de kosten van slootdemping en straataanleg op terreinen, gelegen beoosten den Zoeterwoudschen weg. Met de Commissie van Fabricage komt het ons voor, dat er geen enkele reden bestaat om de helft der dempingskosten van de sloot, die aan de oostzijde van den Zoeterwoudschen weg gelegen is, voor rekening der gemeente te doen komen, aangezien de demping uitsluitend ten bate van de daarachter gelegen huizen plaats heeft. Wel zouden wij echter overeen komstig het gevoelen van genoemde commissie aan adressanten eenige tegemoetkoming willen verleend zien in de kosten van bestrating van het door ben en voor hunne rekening gedempte gedeelte sloot, teneinde te bevorderen, dat het uiterlijk aan zien van de gemeente daar ter plaatse eene belangrijke ver betering ondergaat. De Zoeterwoudsche weg zou dan onder tonrond profiel kunnen worden gebracht, terwijl aan de oost zijde een 3 M. breed trottoir van Quenasttegels opgesloten door hardsteenen banden zou kunnen worden aangelegd. De geheele bestrating zou dan echter van gemeentewege moeten worden uitgevoerd, waartegenover adressanten zich zouden moeten verbinden vooraf een bedrag van f 1350, zijnde de helft der geraamde bpstratingskosten, in de gemeentekas te storten en het hun toebehoorend slootgedeelte met de aan grenzende te bestraten pérceelsgedeelten tot aan de rooilijn volgens het uitbreidingsplan kosteloos aan de gemeente in eigendom en onderhoud over te dragen, zoodra de slootdem ping hunnerzijds heeft plaats gehad. Tegen het verleenen van eene bijdrage in de kosten van straataanleg bestaat o. i. geen bezwaar. Immers, reeds bij raadsbesluit van 15 November 1906 (Ingekomen Stukken n°. 264) werd aangenomen, dat het billijk mag worden geacht den bouwondernemers, die met den aanleg van een straat van meer dan 20 M. breedte worden belast, een tegemoet koming in de kosten van straataanleg in uitzicht te stellen. »Want", zoo schreven wij destijds iu ons praeadvies, »al mag ook in het algemeen worden aangenomen, dat de waarde der. aanliggende terreinen en de huurwaarde van de daarop te bouwen huizen stijgt, naarmate de straten breeder worden, dit is toch slechts tot zekere hoogte het geval en het is evenzeer waar, dat indien de gemeente, hetzij dan ten be hoeve van het verkeer of om redenen van welstand, een nog grootere straatbreedte wenscht, die grootere breedte bijna uitsluitend in het belang van de gemeente wordt aangebracht." Zijn wij derhalve van oordeel, dat het geheel in de lijn van het raadsbesluit van het jaar 1906 ligt, dat in de kosten van straataanleg beoosten den Zoeterwoudschen weg door de gemeente eene bijdrage wordt verleend, dan dienen wij thans onder de oogen te zien, hoeveel die bijdrage i. c. moet be dragen. Met betrekking tot den aanleg der Oegstgeesterlaan werd den bouwers bij het aangehaalde raadsbesluit eene tegemoet koming in dien zin toegezegd, dat hun zouden worden ge restitueerd de kosten der verharding en boombeplanting van de 5 M., waarmede de Oegstgeesterlaan de breedte van 20 M. zou overtreffen. Naar dezen maatstaf zou, waar de kosten van verharding en boombeplanting hier worden geraamd op 2 per M2, de lengte van de aan te leggen straat 175 M. en de breedte 30 M. bedraagt, de bijdrage moeten worden vastgesteld op (30 - 20) X175 X 2 3500.—. Intusschen komt het ons voor, dat het geen aanbeveling verdient eene bijdrage zonder meer in uitzicht te stellen. De aan te leggen straat toch maakt deel uit van de 30 a 40 M. breede ceintuurbaan, die volgens het uitbreidingsplan op het Raamland aan den Hoogen Rijndijk begint en vervolgens rondom het Zuid-Oosten der stad loopende, op het voormalige Buiten rust bij den Trekvliet eindigt. Het belang der gemeente eischt dus, de Commissie van Fabricage zegt het terecht, dat het mogelijke gedaan worde om te verhoeden, dat de ontworpen boulevard, den motieven die bij het vaststellen van het uit breidingsplan hebben gegolden ten spijt, als hoordverkeersweg wordt verknoeid. Waarborgen dienen te worden verkregen voor het tot stand komen van een fraaien verkeersweg naar de oorspronkelijke bedoelingen van de plannen tot stadsuit breiding. Te dien einde zullen dan ook aan de toekenning der bij drage eenige voorwaarden moeten worden verbonden, die door de Commissie van Fabricage ongeveer als volgt worden ge formuleerd en waarmede wij ons volkomen kunnen vereenigen 1. Langs de geheele zuidzijde van de aan te leggen straat, van den hoek bij den Zoeterwoudschen weg af, zal niet anders mogen worden gebouwd, dan op een afstand van 5 M. bezui den de grenslijn van den weg, welke ruimte moet bestemd worden voor den aanleg van voortuintjes. 2. De langs beide zijden van de straat te bouwen perceelen moeten een minimum-bebouwde oppervlakte hebben van 70 M2. en een jaarlijksche minimum-huurwaarde van f 350 voor een enkele woning en van f 250 voor eene boven- of benedenwoning, terwijl geene gebouwen of inrichtingen, waar voor krachtens de Hinderwet vergunning moet worden aan gevraagd, langs de straat mogen worden gebouwd. 3. De ontworpen straat moet volgens het van gemeente wege ontworpen dwarsprofiel, aangegeven op de bij het te nemen raadsbesluit behooreride teekening, worden aangelegd, terwijl de uitvoering verder moet plaats hebben volgens nader door ons College te geven voorschriften. Tot toelichting van de eerste voorwaarde merkt de com missie op, dat het aanleggen van voortuintjes alleen aan de zuidzijde is voorgeschreven, omdat aan de noordzijde de bouw blokken te ondiep zijn, om daar het openlaten van grond voor voortuintjes te kunnen eischen. De 2de voorwaarde is om de volgende redenen gesteld. Bij arbeiderswoningen is in den regel slechts eene oppervlakte van 40 a 50 M2., op zijn hoogst van 58 M2. bebouwd, zoodat met een minimum van 70 M2. eenerzijds voldoende gewaakt wordt tegen den bouw van arbeiderswoningen aan den boule vard, maar anderzijds toch ook geen onredelijke eisch wordt, gesteld. Door de gestelde huurwaarde wordt naar het oordeel der commissie het bouwen noch belet noch belemmerd, aan gezien zich juist aan huizen van die huurwaarde hier ter stede behoefte doet gevoelen, terwijl door een verbod, om inrich tingen, die onder de Hinderwet vallen, langs de straat te bou wen, wordt gewaakt tegen den bouw van fabrieken en hinder lijke inrichtingen, die langs den aan te leggen boulevard niet thuis behooren. Worden echter deze voorwaarden aan de toe te kennen bijdrage verbonden, dan behoeft het zeer zeker geen verwon- naam der maand. dagcijfer. guldens bedrag. centen- bedrag. guldens bedrag. centen bedrag. naam der maand. dagcijfer. guldens- bedrag. centen bedrag. 21/, cM. 2'/,, oM. i—l 10 cM. I1/, cM. 172 cM. 53 27 2 cM. O 17, cM. 1 cM. 5 cM.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1911 | | pagina 7