GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
145
ISeEKOHEir STUKKEN.
N°. 265. Leiden, 24 October 1911.
Tegen inwilliging van het hierbij overgelegd verzoek van
den heer O. Honselaar, om eervol ontslag uit zijne betrekking
van onderwijzer met verplichte hoofdakte aan de openbare
school der 4e klasse No. 1 alhier, bestaat bij ons geen
bezwaar.
Wij geven u mitsdien in overweging aan den heer G. Hon
selaar, op zijn verzoek, met ingang van 1 December a. s. eer
vol ontslag te verleenen als onderwijzer met verplichte hoofd
akte aan de openbare school der 4e klasse No. 1.
Het ter zake door het Hoofd der betrokken school uitgebracht
bericht, is in de Leeskamer ter inzage nedergelegd.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden
Leiden, 7 Oct. 1911.
Aan den Raad der gemeente
Leiden,
Geeft met verschuldigde gevoelens te kennen, G. Honselaar,
onderwijzer met verpl. hoofdacte aan de o. 1. school 4e kl.
No. 1 in Uwe gemeente:
le Dat hij den 6en Oct. j.l. is benoemd tot onderwijzer aan
de o. 1. school in de gemeente Naarden,
2e Dat bij deze benoeming het dringend verzoek is gericht,
om den len December a. s. aldaar in functie te treden,
daar wegens te kort aan leerkrachten het onderwijs aldaar
zeer onregelmatig moet geregeld worden,
3e Dat tevens een aldaar opgerichte Rijkstuinbouwwintercursus
dringend een onderwijzer met acte Tuinbouwkunde be
hoeft, wiens in functietreding met het oog op het reeds
vergevorderde seizoen zoo spoedig mogelijk dient plaats te
hebben,
Redenen, waarom adressant Uw Geacht College eerbiedig
verzoekt hem, in afwijking met de verordening, met ingang
van 1 December a. s. eervol ontslag te verleenen.
Met verschuldigde gevoelens,
Uw EdelAchtb. dw. dn.
G. Honselaar.
No. 266. Leiden, 24 October 1911.
Tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van de Leidsche
Duinwater-Maatschappij bestaat noch bij den commissaris der
gemeente, noch bij ons college bezwaar.
Nu toch in bijna alle wegen der gemeente Oegstgeest het
buizennet der waterleiding reeds gelegd is (zie raadsbesluit
van 14 April 1910, lngek. Stukken No. 100), is er geen reden
om ook den Morschweg niet van water te voorzien, en zulks
te minder, waar het aantal aangeslotenen aan dien weg niet
talrijk zal zijn en dus voor noemenswaarde vermindering van
het voor Leiden beschikbare water geen vrees behoeft te
worden gekoesterd. Bovendien zal tengevolge van de aange
vraagde uitbreiding der kanalisatie het belang van de ge
meente Leiden worden gediend door de daaruit voortvloeiende
verbetering van hygiënische toestanden in hare onmiddellijke
nabijheid.
Wij geven U mitsdien in overweging aan de maatschappij
de gevraagde toestemming tot uitbreiding harer kanalisatie
in Oegstgeest te verleenen, onder bepaling evenwel dat die
toestemming zal ophouden van kracht te zijn, voorzoover
daarvan vóór 1 October 1913 geen gebruik zal zijn gemaakt.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad van de gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen de Leidsche
Duinwater Maatschappij gevestigd te Leiden:
dat bij haar een verzoek is ingekomen van de gemeente
Oegstgeest om uitbreiding der canalisatie langs den Morsch
weg van af den len tot den 2en overweg der Hollandsche
IJzeren Spoorweg Maatschappij en vervolgens langs den Hoogen
Morschweg tot aan den Rijksstraatweg nabij het Haagsche
Schouw onder Oegstgeest;
dat zij volgens Art. 1 alinea 2 van de overeenkomst, goed
gekeurd in Uwe Zitting van 20 April 1905, de toestemming
van Uwen Raad noodig heeft voor de uitvoering van deze
werken.
Redenen waarom requestrante zich tot U wendt met het
eerbiedig verzoek, haar vergunning te verleenen tot de uit
voering van bovengenoemde werkzaamheden.
Welk doende enz.
De Leidsche Duinwater Maatschappij,
Leiden, 29 Augustus 1911. Cu. van Spall, Dir.
N°. 267. Leiden, 24 October 1911.
Bij schrijven van 15 April 1910 verzochten Burgemeester
en Wethouders van Koudekerk ons aan hen wel de voor
waarden te willen merledeelen, waaronder de gemeente Leiden
bereid zou zijn de gas voorziening der gemeente Koudekerk
op zich te nemen.
Dit schrijven werd door ons in handen van Commissarissen
der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit gesteld.
Commissarissen deelen ons thans mede, dat door de Directie
der Gasfabriek over deze gasvoorziening onderhandelingen
met het betrokken gemeentebestuur zijn gevoerd, ook in
verband met de gasvoorziening der gemeente Hazerswoude.
Als resultaat dier onderhandelingen hebben zij ons nu een
concept-overeenkomst in zake de gasvoorziening van Koude
kerk doen toekomen, terwijl op de bij de overeenkomst
gevoegde teekening de voor Koudekerk ontworpen gasleidingen
zijn aangegeven.
Ten behoeve van de gasvoorziening van beide genoemde
gemeenten zal de gaspersleiding* die ten behoeve van Leider
dorp is gelegd, tot ongeveer het 'midden van Koudekerk
worden doorgetrokken. Het gas gaat door een zinker onder
den Rijn naar Hazerswoude (Rijndijk en dorp) en zal vervol
gens wederom onder den Rijn door worden teruggevoerd in
het distributienet van Koudekerk.
Het concept-contract is nagenoeg gelijkluidend aan het
contract, dat met de gemeente Hazerswoude is gesloten (lngek.
Stukken n°. 121 van 1911) en behoeft dus geen nadere
toelichting.
Indien nog dezen winter met het leggen der buizen kan
worden aangevangen, is het mogelijk in het vroege voorjaar
van 1912 met de gaslevering een aanvang te nemen en mag
in dat jaar op eene aflevering van ongeveer 69.000 Ms. gas
worden gerekend.
Voor de ontworpen leidingen en gaszinker, inclusief service
leidingen, gasmeters en muntinstallaties is f 34.000 geraamd.
De te verwachten gasafneming rechtvaardigt deze uitgaaf.
In verband met een en ander geven wij Uwe Vergadering
mitsdien in overweging:
1°. over te gaan tot de vaststelling van de hierbij overge
legde concept -overeenkomst betredende de levering van gas
in de gemeente Koudekerk door de Stedelijke Gasfabriek
te Leiden
2°. te besluiten tot aanvulling van het Uitbreidings- en
Vernieuwingsfonds der gasfabriek met een bedrag van ƒ34.000,
onder bepaling dat jaarlijks door de gasfabriek aan de gemeente
zal worden betaald dezelfde interest, als de gemeente van het
door haar geleende kapitaal verschuldigd is en dat jaarlijks
5 zal worden bestemd tot aflossing van schuld of kapitaal
belegging, te beginnen met het jaar 1913;
3°. over te gaan tot vaststelling van den hierbij overgelegden
suppletoiren begrootingsstaat, groot 34.000.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
CONCEPT-OVEREENKOMST betreffende de levering van gas
in de gemeente KOUDEKERK door de Stedelijke
Gasfabriek te Leiden.
Art. 1.
De gemeente Koudekerk, contractante ter anderer, verleent
aan de gemeente Leiden, contractante ter eener, gedurende
een tijdvak van 30 jaren te rekenen van den dag, waarop de
openbare verlichting in de kom der gemeente Koudekerk voor
de eerste maal zal zijn ontstoken, concessie tot levering van
het gas in de gemeente Koudekerk, benoodigd voor voort
brenging van licht, kracht en warmte, terwijl de gemeente
Leiden zich verbindt gedurende hetzelfde tijdvak het gas te
verstrekken onder de in deze overeenkomst gestelde voor
waarden.
Contractante ter eener draagt, tenzij zij door omstandigheden
van haar wil onafhankelijk daarin wordt verhinderd, zorg,
dat uiterlijk 6 maanden na onderteekening van het contract
de openbare verlichting in Koudekerk zal kunnen worden
ontstoken.
Art. 2.
Contractante ter anderer verbindt zich gedurende den duur
dezer overeenkomst aan derden geene concessie te verleenen
tot het leveren van gas, noch zelf gedurende dien tijd gas
aan particulieren te zullen leveren, of gas te vervaardigen
ten behoeve van hare eigendommen en de straatverlichting.
Eveneens verbindt contractante ter anderer zich gedurende
denzelfden tijd aan derden geene concessie te verleenen tot
het leveren van eenigen anderen energievorm, welke in hoofd
zaak wordt aangewend tot het voortbrengen van licht, kracht
of warmte en ook zich zelf van dergelijke levering ten behoeve
van de straatverlichting, hare eigendommen, publiekrechterlijke
lichamen of particulieren te onthouden.