DONDERDAG 5 OCTOBER 1911. 153 Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming conform het praeadvies besloten. De Voorzitter. Heeft thans nog een der leden iets op te merken in het belang der gemeente? De heer Roem. M. d. V. Zoudt u den Raad reeds eeriige mededeelingen kunnen doen omtrent den stand van de on derhandelingen betreffende het Invalidenhuis? De Voorzitter. Die zaak komt binnenkort in den Raad. Het Hoofdbestuur heeft besloten, het Invalidenhuis in Leiden te laten blijven. Binnenkort zullen wij den Raad het contract voorleggen, om aan het bestuur een terrein af te staan voor den bouw van het nieuwe Invalidenhuis tegen teruggave van het oude terrein en tegen afstand van wat erbij behoort. Maar het zal nog wel een tijd duren, voordat wij over dit terrein de vrije beschikking terug krijgen, want wij kunnen het terrein natuurlijk niet benutten, voordat de invalieden weer een nieuw huis hebben. De heer Fokker. M. d. V. Ik zou even eene vraag aan Burgemeester en Wethouders willen doen, doch ik verlang er niet dadelijk een antwoord op. Er zijn op papier met de Noord-Zuid-Hollandsche Tramweg-Mij. heel mooie bepalingen gemaakt omtrent het «aantal ritten en den tusschenduur tus- schen de verschillende ritten, maar daar komt in de practijk niets van terecht. Een heelen tijd komt er geen tram en dan weer eens twee of drie na elkaar. Ik weet niet, of dit Bur gemeester en Wethouders bekend is, en zou dit gaarne willen weten, maar tevens zou ik Burgemeester en Wethouders willen vragen, of zij voornemens zijn, indien hunne bevinding mocht zijn als de mijne, te trachten daarin verbetering te doen brengen en de maatschappij op hare verplichtingen te wijzen. De Voorzitter. Ik kan u mededeelen, dat het door u opge merkte ook onze aandacht heeft getrokken en dat wij direct daarop een brief hebben geschreven aan de Directie van de Tramweg-maatschappij. Bij haar antwoord heeft de Directie er haar leedwezen over geuit, dat de dienst niet zoo geregeld liep, als te wenschen ware; het zorgen voor een geregelden dienst is voor de maatschappij op het oogenblik echter heel moeilijk, want men moet niet vergeten, dat, nu wij voor een groot deel dubbel spoor hebben, de dienst ongelijkmatiger wordt dan wanneer er alleen maar vaste .wisselplaatsen zijn. Bij vaste wisselplaatsen behoudt ieder zijne distantie. Daar men thans echter vooral let op regelmatigheid in den dienst naar het station toe, rijdt men soms van den kant van den 'Hoogèn Rijndijk door, zoodat de tram, die van het station komt, moet wachtenhierdoor kan men dikwijls ophoopingen krijgen, welke de maatschappij evenwel door de allengs grooter wordende ervaring van de trambestuurders en na de opening van de Blauwpoortsbrug hoopt te kunnen voorkomen. Daar niemand meer het woord verlangt, wordt de ver gadering gesloten. Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN Zoon.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1911 | | pagina 17