126 DINSDAG 5 SEPTEMBER 1911. zitter (aftredende leden: de H.H. Mr. A. van der Eist, Voor zitter, W. Pera en Mr. P. E. Briët, leden). Achtereenvolgens worden benoemd de heeren: van der Eist met 26 stemmen (2 briefjes waren in blanco), Pera met 25 stemmen (de heer Sijtsma verkreeg 1 stem en 2 briefjes waren in blanco) en Briët met 27 stemmen (de heer Bosch verkreeg 1 stem). (De heer Corts had inmiddels de vergadering verlaten). Tot Voorzitter van de Commissie wordt benoemd de heer van der Eist met 25 stemmen; de heer Fokker verkreeg 1 stem en 2 briefjes waren in blanco. De drie heeren verklaren zich bereid de benoeming aan te nemen. X. Benoeming van twee leden van de Commissie voor de Strafverordeningen (aftredend lid: de heer Mr. A. J. Fokker, ééne vacature). Achtereenvolgens worden benoemd de heeren: Fokker met 23 stemmen (de heeren Carpentier Alting en Botermans ver kregen ieder 1 stem en 3 briefjes waren in blanco) en Carpentier Alting met 17 stemmen (de heer Aalberse verkreeg 7 stemmen, de heeren van der Eist en Briët ieder 1 stem en 2 briefjes waren in blanco). Beide heeren verklaren zich bereid de benoeming aan te nemen. XI. Benoeming van een lid van de Commissie voor de Stede lijke fabrieken van gas en electriciteit (aftredend lidde heer Mr. P. J. M. Aalberse). (Zie Ing. St. No. 226). Benoemd wordt de heer Aalberse met 25 stemmen, terwijl 3 briefjes van onwaarde zijn. De heer Aalberse verklaart zich bereid de benoeming aan te nemen. XII. Benoeming van twee leden der Commissie van Beheer over de gestichten »Endegeest", »Voorgeest" en »Rhijngeest" (altredende leden: de H.H. Dr. C. F. Th. J. Meuleman en J. Roem). (Zie Ing. St. No. 219). Bij de eerste stemming voor de benoeming van het eerste lid verkrijgen de heeren: Pera 10, Bots 9, Sijtsma 4, Aalberse 2 stemmen, Botermans 1 stem, terwijl 2 briefjes in blanco zijn. Daar niemand de volstrekte meerderheid verkregen heelt, wordt overgegaan tot eene nieuwe vrije stemming. Hierbij verkrijgen de heeren: Pera 12, Bots 11 en Sijtsma 4 stemmen, terwijl 1 briefje in blanco is. De Voorzitter. Aangezien wederom niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, moet er eene herstemming plaats hebben tusschen de heeren Pera en Bots, die zich van stem ming zullen moeten onthouden. Bij deze herstemming verkrijgen de heeren Pera en Bots ieder 13 stemmen. De Voorzitter. Er zal derhalve geloot moeten worden tusschen de heeren Bots en Pera, aangezien beide heeren hetzelfde aantal stemmen hebben verkregen. Bij loting wordt de heer Pera aangewezen. De Voorzitter. Mag ik vragen, of de heer Pera bereid is, de benoeming aan te nemen? De heer Pera. M. d. V. Ik heb op deze benoeming in het geheel niet gerekend, maar aangezien deze stemmingen toch reeds zoo vervelend zijn, wil ik de vergadering niet langer ophouden en neem ik dus de benoeming voorloopig aan. Bij de stemming ter verkiezing van het tweede lid blijken 30 stemmen te zijn uitgebracht, waarvan 25 op. den heer Roem en 3 op den heer Bots, terwijl 2 briefjes in blanco zijn. De Voorzitter. Er blijken dus twee briefjes te veel in de bus te zijn, doch aangezien dit feit absoluut geen invloed heeft op den uitslag van de stemming, daar de heer Roem toch in geen geval minder dan 23 stemmen kan hebben ver kregen, kan de heer Roem als verkozen worden beschouwd. De heer Roem verklaart zich bereid de benoeming aan te nemen. XIII. Benoeming van drie leden van de Commissie voor het Stedelijk Museum »de Lakenhal" (aftredende leden: de H.H. Mr. P. J. M. Aalberse, Mr. J. A. F. Coebergh en J. Kore- vaar P.Azn.). (Zie Ing. St. No. 224). De Voorzitter. Ik stel voor, de drie namen op één briefje te plaatsen. Hiertoe wordt besloten. Benoemd worden de heeren: Aalberse met 26, Coebergh en Korevaar ieder met 27 stemmen, terwijl de heer Driessen 1 stem verkreeg. (De heer van Hoeken had inmiddels de vergadering verlaten). De heer Aalberse verklaart zich bereid de benoeming aan te nemenden anderen heeren zal Van hunne benoeming kennis worden gegeven. XIV. Benoeming van een lid van het Bestuur der Stedelijke Werkinrichting, uit de leden van den Raad (aftredend lid: de heer A. L. Reimeringer). Benoemd wordt met 25 stemmen de heer Reimeringer; 2 briefjes waren in blanco. De heer Reimeringer verklaart zich bereid de benoeming aan te nemen. XV. Benoeming van een lid van het Bestuur der Stedelijke Werkinrichting, buiten de leden van den Raad (aftredend lid: de heer W. F. Verhey van Wijk). (Zie Ing. St. No. 223). Benoemd wordt met 25 stemmen de heer Verhey van Wijk; de heer Dr. van Lidth de Jeude verkreeg 1 stem en 1 briefje was in blanco. Den heer Verhey van Wijk zal van zijne benoeming worden kennis gegeven. XVI. Benoeming van een lid en van een plaatsvervangend lid van de Commissie van onderzoek, bedoeld in art. 22 van het reglement voor de werklieden in dienst van de gemeente Leiden (aftredende leden: de H.H. Mr. A. van der Eist en Mr. P. E. Briët). Achtereenvolgens worden benoemd de heerenvan der Eist met 25 stemmen (2 briefjes waren in blanco) en Briët met 25 stemmen (2 briefjes waren in blanco). Beide heeren verklaren zich bereid de benoeming aan te nemen. XVII. Benoeming van een lid van het Bestuur der Vereeni- ging tot instandhouding van het Leidsch Muziekcorps (aftre dend lid: de heer J. P. Vergouwen). Wordt benoemd met 22 stemmen de heer Vergouwen; de heer Botermans verkreeg 3 stemmen en 2 briefjes waren in blanco. De heer Vergouwen verklaart zich bereid de benoeming aan te nemen. XVIII. Benoeming van twee Curatoren van het Gymnasium. (Zie Ing. St. no. 225). Achtereenvolgens worden benoemd de heeren: Prof. Mr. S. J. Fockema Andreae met 25 stemmen (de heer Hesseling verkreeg 1 stem en 1 briefje was in blanco) en Prof. Dr. D. C. Hesseling met 21 stemmen (de heer Aalberse verkreeg 4 stemmen, de heer Briët 1 stern en 1 briefje was in blanco). Aan beide heeren zal van hunne benoeming worden kennis gegeven. XIX. Benoeming van een tijdelijk leeraar in de oude talen aan het Gymnasium. (Zie Ing. St. no. 222). De Voorzitter. Op verzoek van Curatoren wordt dit punt van de agenda afgevoerd. Mag ik thans den heeren leden van het stembureau hartelijk dankzeggen voor de vele moeite, die zij zich hebben getroost? XX. Verdeeling van den Raad in sectiën. Bij loting worden de sectiën als volgt samengesteld: Eerste Sectie. Voorzitter: de Wethouder van Hamel; lid van de Commissie van Financiën: de heer Reimeringer; lid van de Commissie van Fabricage: de heer Korff; en verder als leden de heerenSijtsma, Timp, Meuleman, Zwiers, Briët, van Hoeken en Heeres. Tweede Sectie. Voorzitter: de Wethouder van der Lip; lid van de Commissie van Financiënde heer Vergouwenlid van de Commissie van Fabricage: de heer A. Mulder; en verder als leden de heeren: Bots, Driessen, Aalberse, van Tol, Fokker, Carpentier Alting, Hoogenboom en Botermans. Derde Sectie. Voorzitter: de Wethouder Korevaar, tevens lid van de Commissie van Fabricage; lid van de Commissie van Financiën: de heer Bosch; en verder als leden de heeren Pera, P. J. Mulder, van der Eist, van Gruting, de Boer, Corls en Roem. De Voorzitter. De begrooting is tijdig aangeboden en daarom stel ik voor, het afdeelingsonderzoek te houden in de week van 18 tot 23 Septemberde heeren zullen daaromtrent nog wel nader kennis krijgen van den Wethouder, Voorzitter der sectie, waartoe zij behooren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1911 | | pagina 4