DINSDAG 5 SEPTEMBER 1911. 125 eenigszins vreemde wijze gedaan, maar het is toch duidelijk, wie bedoeld is, n.l. het aftredende lid, de heer Vergouwen. Daarom zou ik er voor zijn, om dit biljet voor geldig te ver klaren, hoewel het best mogelijk is, dat ik in een ander geval zulk een biljet als van onwaarde zou willen beschouwd zien. De heer Roem. Ik verschil in dit opzicht van meening met den heer Aalberse. Er moeten hier drie leden benoemd worden en nu kan het zeer goed zijn, dat met »dezelfde" bijv. de heer Bosch bedoeld wordt; de mogelijkheid is volstrekt niet uitge sloten, dat een verkeerd biljet in de bus is geworpen. De heer van der Lip. Ik kan mij niet vereenigen met de opvatting van den heer Aalberse. Naar mijne meening zou hetgeen de heer Aalberse heeft gezegd opgaan, wanneer er hier, wat wel eens het geval is, aan de orde was een voor stel tot continuatie; dan komt het voor, dat men zijn biljet invult met: »dezelfde" en dan lijkt mij de bedoeling duidelijk. Hier heeft men echter eene vacature, meer niet, en wanneer er dan op een briefje staat: »dezelfde", dan is die aanwijzing voor mij volstrekt niet duidelijk. Ik zal dus zeker stemmen voor het ongeldig verklaren van dit stembiljet. Ik wil er nog aan toevoegen, dat het mij ver wondert, dat men door het niet duidelijk invullen van een stembiljet een dergelijke moeilijkheid hier veroorzaakt. De Voorzitter. Ik handhaaf dus mijn voorstel om den Raad te doen beslissen, of in dit geval het stembriefje geldig is of niet. Wij kunnen deze quaestie weliswaar niet bindend voor de toekomst beslissen, en wanneer zich later een ander dergelijk geval mocht voordoen, zou de Raad natuurlijk altijd eene andere beslissing kunnen nemen, maai' wordt heden middag eene beslissing over dit briefje genomen, dan staat de opinie van den Raad toch meer vast. Ik stel thans voor, de stem, die uitgebracht is op »dezelfde", te verklaren als te zijn uitgebracht op den heer Vergouwen. Het voorstel van den Voorzitter wordt in stemming gebracht en met 22 tegen 7 stemmen verworpen. Tegen stemmen de heerenCorts, van Tol, A. Mulder, Bosch, Sijtsma, van Gruting, Carpentier Alting, van der Eist, Hoogen- boom, van Hamel, van der Lip, Meuleman, Heeres, Korfï, Reimeringer, de Boer, Fokker, Roem, Zwiers, Botermans, Vergouwen en Timp. Vóór stemmen de heeren: P. J. Mulder, Pera, Aalberse, Briët, Driessen, van Hoeken en Bots. De Voorzitter. Hiermede is dus uitgemaakt, dat het stem briefje van onwaarde beschouwd moet worden, zoodat de heer Vergouwen derhalve verkozen is met 19 stemmen. De heer Vergouwen verklaart zich bereid de benoeming aan te nemen. Als derde lid wordt benoemd de heer Bosch met 26 stemmen de heer Bots verkreeg 1 stem en 2 briefjes waren in blanco. De heer Bosch verklaart zich eveneens bereid de benoeming aan te nemen. Tot Voorzitter der Commissie wordt benoemd de heer Reimeringer met 26 stemmen; 3 briefjes waren in blanco. De heer Reimeringer verklaart zich bereid, ook deze benoe ming aan te nemen. V. Benoeming van twee leden van de Commissie van Fabricage (aftredende leden: de H.H. J. Roem en A. Mulder). De heer Roem. M. d. V. Om onnoodig stemmen te voor komen, deel ik u mede, dat ik niet in aanmerking wensch te komen voor het lidmaatschap van de Commissie van Fabricage. De Voorzitter. Het spijt mij, dit van u te vernemen, maar wanneer u bij uw besluit meent te moeten blijven, kunnen wij niet anders doen dan het eerbiedigen. De uitslag der stemming voor de vervulling van de vaca ture—Roem is, dat worden uitgebracht op de heeren: Korfï 11, Hoogenboom 7, Timp 3, A. Mulder, Corts en Botermans ieder 2 stemmen, Driessen en Zwiers ieder 1 stem. Daar niemand de volstrekte meerderheid verkregen heeft, wordt overgegaan tot eene nieuwe vrije stemming. Hierbij verkrijgen de heeren: Korff 14, Hoogenboom 10 en Timp 4 stemmen, terwijl 1 briefje in blanco is. De Voorzitter. Aangezien niemand de volstrekte meerder heid heeft verkregen, wordt over gegaan tot eene herstemming tusschen de heeren Korff en Hoogenboom, waarbij deze heeren zich buiten stemming zullen moeten houden. De heer Hoogenboom. M. d. V. Ik wensch vooraf mede te deelen, dat ik eene eventueele benoeming niet kan aannemen. De Commissie toch vergadert gewoonlijk een middag in de week en ik kan niet geregeld een middag per week voor die werkzaamheden beschikbaar houden. De uitslag der herstemming is, dat met 17 stemmen wordt benoemd de heer Korff; de heer Hoogenboom verkreeg 6 stemmen, terwijl 4 briefjes van onwaarde waren. De heer Korff verklaart zich bereid de benoeming aan te nemen. Als tweede lid wordt benoemd de heer A. Mulder met 27 stemmen; 2 briefjes waren in blanco. De heer A. Mulder verklaart zich eveneens bereid de benoe ming aan te nemen. VI. Benoeming van twee leden van de Commissie voor het Openbaar Slachthuis (aftredende ieden: de H.H. Dr. H. J. Zwiers en J. A. Bots). Wordt in de eerste plaats benoemd de heer Zwiers met 28 stemmen; 1 briefje was in blanco. De heer Zwiers verklaart zich bereid de benoeming aan te nemen. De Voorzitter. De heer Bots heeft mij medegedeeld, dat hij niet langer voor deze betrekking in aanmerking werischt te komen, aangezien zij moeilijk vereenigbaar is met het wet houderschap. Voor de benoeming van een lid in de vacatureBots worden alsnu uitgebracht op de heerende Boer en Bosch ieder 12 stemmen, P. J. Mulder, Botermans en Sijtsma ieder 1 stem, terwijl 2 briefjes in blanco zijn. Daar niemand de volstrekte meerderheid verkregen heeft, wordt overgegaan tot eene nieuwe vrije stemming. Bij deze stemming worden uitgebracht op de heeren: de Boer en Bosch ieder 13 stemmen, P. J. Mulder en Corts ieder 1 stem, terwijl 1 briefje in blanco is. De Voorzitter. Aangezien weder niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, moet worden overgegaan tot eene herstemming tusschen de heeren de Boer en Bosch, die zich hierbij buiten stemming zullen hebben te houden. Bij de herstemming wordt de heer de Boer benoemd met 14 stemmen; de heer Bosch verkreeg 13 stemmen. De heer de Boer verklaart zich bereid de benoeming aan te nemen. VII. Benoeming van twee leden van de Commissie voor het Oud-Archief (aftredend lid: de heer Dr. G. Wildeboer, ééne vacature). Als eerste lid wordt benoemd de heer Heeres met 16 stemmen. De heer Briët vèrkreeg 4 stemmen, de heer Carpentier Alting 2 stemmen, de heeren Corts, Driessen, van der Eist, Boter mans en Sijtsma ieder 1 stem, terwijl 2 briefjes in blanco waren. De heer Heeres verklaart zich bereid de benoeming aan te nemen. Voor de benoeming van een tweede lid worden uitgebracht op de heeren Briët en van der Eist ieder 12 stemmen. De heer Carpentier Alting verkreeg 2 stemmen, de heer Sijtsma 1 stem en 2 briefjes waren in blanco. Daar niemand de volstrekte meerderheid verkregen heeft, wordt overgegaan tot eene nieuwe vrije stemming. Bij deze stemming verkrijgen de heeren van der Eist en Briët ieder 14 stemmen en de heer Carpentier Alting 1 stem. De Voorzitter. Aangezien weder niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, moet nu eene herstemming plaats hebben tusschen de heeren Briët en van der Eist, die zich hierbij buiten stemming moeten houden. De uitslag der herstemming is, dat de heer van der Eist wordt benoemd met 14 stemmende heer Briët verkreeg 13 stemmen. De heer van der Eist verklaart zich bereid de benoeming aan te nemen. VIII. Benoeming van twee leden van de Commissie voor het Marktwezen (aftredende leden: de H.H. D. van Gruting en S. de Boer Azn.). De uitslag der stemmingen is, dat achtereenvolgens benoemd worden de heeren: van Gruting met 28 stemmen (1 briefje was in blanco) en de Boer met 22 stemmen (de heer Bosch verkreeg 4 stemmen en 2 briefjes waren in blanco). (Gedurende de tweede stemming had de heer Meuleman de vergadering tijdelijk verlaten). Beide heeren verklaren zich bereid de benoeming aan te nemen. IX. Benoeming van drie leden van de Commissie voor de Huishoudelijke verordeningen en uit dezen van den Voor-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1911 | | pagina 3