•120 wordt onze gemeente door hem beschouwd als de meest ge schikte plaats in de provincie Zuid-Holland voor het oprichten van bedoelde patroonsleergangen, en vindt hij in deze omstan digheid aanleiding, zich om subsidie tot onze gemeente te wenden. Deze cursus is bestemd, om meerdere vorming te geven aan hen, die het schildersambacht uitoefenen, maar in hunne jeugd niet in de gelegenheid zijn geweest, zich op eene ambachts school in het vak te bekwamen. De Bond van Nederlandsche Schilderspatroons heeft te dien einde, om het peil van vak kennis der schilders te verhoogen, besloteneene ernstige poging aan te wenden om in de centra van streken, waar aan dergelijk vak-onderwijs de grootste behoefte bestaat, leer gangen op te richten, waar de schilders het voor hen vaak hoog noodige onderwijs kunnen ontvangen. De grootste uit gave voor deze cursussen zal natuurlijk zijn het salaris voor de vak-onderwijzers. De Bond schat het totaal der kosten voor één dergelijken cursus op f 800.waarvan f 100.door den Bond zal worden gedragen en 100.door de deelnemers zelf zal worden betaald. Wat voor. de particuliere draagkracht van de schilders en hun Bond te zwaar is, zal dan verder, naar het bestuur zich voorstelt, door Rijk, provincie en gemeente worden gedragen. Zooals Uwe Vergadering bekend is, wenscht het Rijk vaak alleen dan aan particuliere organisatiën als deze geldelijken steun te verleenen, indien ook provincie en gemeente tot eene financieele bijdrage willen besluiten. De Minister zou in dit geval bereid zijn ten hoogste de helft der kosten aan den Rond te vergoeden. Het komt ons College voor, dat op dit verzoek van den Bond van Nederlandsche Schilderspatroons gunstig moet worden beschikt. De omstandigheid, dat onze gemeente is uitgekozen voor het vestigen van dezen leergang, zal direct ten gevolge heb ben, dat vooral den Leidsehen schilders de gelegenheid wordt geboden zich in vele speciale onderdeden van hun vak verder te bekwamen. Maar ook zal het feit, dat schilders uit den omtrek naar onze gemeente zullen komen om van het onderwijs op dien cursus profijt te trekken, eenig vertier brengen, dat indirect aan onze gemeente zal ten goede komen. Op deze gronden geven wij Uwen Raad in overweging, aan het particulier initiatief van den Bond van Nederlandsche Schilderspatroons tegemoet te komen, door mede te werken om hem in de gelegenheid te stellen, zijne voornemens tot het opheffen van het schildersambacht uit den toestand van inzinking, waarin dit verkeert, uit te voeren en hem daartoe een subsidie toe te kennen van f 100. Dit subsidie zal dan op de begrooting voor het volgende dienstjaar kunnen parais- seeren. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan de EdelAchtbare Heeren Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, de Bond van Nederlandsche Schilderspatroons, laatstelijk goedgekeurd bij Koninkl. Besluit van 23 Augustus 1909, No. 39 ten deze domicilie kiezende ten huize van zijn Voorzitter W. C. van As, te Sommelsdijk, dat hij zich tot Harer Majesteits regeering heeft gewend met het verzoek subsidie te willen verleenen aan door dien Bond op te richten Patroonsleergangen in het Huisschilders ambacht (Zie bijlage A.), dat Z.Exc. de Minister van Binnenl. Zaken zich heeft be reid verklaard aan deze leergangen eer. Rijkssubsidie te ver leenen van 50 der kosten, wanneer ook de Provinciën en Gemeenten subsidie aan deze Patroons-leergangen verleenen (Zie bijlage B.), dat voor de Provincie Zuid-Holland, als het meest geschikte centrum, de gemeente Leiden in aanmerking komt en wij daarom besloten in deze gemeente de Patroons leergangen te houden, dat wij, ingevolge de voorwaarden ons door den Minister gesteld, Uw geacht College beleefd verzoeken, aan deze Pa troons-leergangen in genoemde gemeente een subsidie te willen verleenen van 12Vs der kosten, gelijkstaande met een bedrag van ongeveer 100. dat de kosten van dezen leergang door ons verdeeld wor den als volgt: 50 Rijkssubsidie, 1272% Provinciale subsidie, 1272°/o Gemeentelijke subsidie, 1272% Subsidie van den Bond van Nederl. Schilders patroons, 1272% te ontvangen aan lesgelden, te zamen 100 dat wij, voor verdere bijzonderheden, de vrijheid nemen Uw College te verwijzen naar hetgeen wij, in het belang dezer leergangen bijbrachten in het adres aan Z.Exc. den Minister. (Zie bijlage A.) Met verschuldigden eerbied, namens den Bond v.n., W. C. VAN AS, Voorzitter. H. M. SON MANS, Secretaris. Rotterdam, den 3en Juni 1911. Bijlage A. Aan Zijne Excellentie den Minister van Binnenlandsche Zaken, Geven met verschuldigden eerbied te kennen, de ondergeteekenden, Voorzitter en Secretaris van den Neder landsehen Schildersbond, thans genaamd »Bond van Neder landsche Schilderspatroons", gevestigd te Rotterdam, ten deze domicilie kiezende ten huize van zijn Voorzitter, W. C. van As, te Sommelsdijk, dat zij met vertrouwen Uwer Excellence's belangstelling inroepen ter zake van het onderwerp «Patroonsleergangen", door den Bond v.n. in te richten, welk onderwerp uitvoerig is omschreven en uiteengezet in de aan dit verzoekschrift toegevoegde Memorie van Toelichting. Uwe Excellentie beleefd verzoekende hare welwillende aan dacht aan het in genoemde Memorie omschrevene wèl te willen verleenen en het zoo mogelijk daarheen te leiden, dat aan het tot haar gerichte verzoek worde voldaan, teekenen namens den Bond v.n., die laatstelijk werd goedgekeurd bij Koninkl. Besluit van 23 Augustus 1909, No. 39, W. C. van As, Voorzitter. Secretaris. MEMORIE VAN TOELICHTING, behoorende bij het ver zoekschrift aan Zijne Excellentie den Minister van Binnenlandsche Zaken, onder dagteekening van 31 Maart 4911, gericht door den Voorzitter en Secretaris van den Bond van Nederlandsche Schilderspatroons. De Bond v.n., met bezorgdheid gadeslaande hoezeer het Schildersambacht, op vele plaatsen ten plattelande, verstoken is van onderwijs in het ambacht, niettegenstaande door de regeering reeds veel is en wordt gedaan om in deze leemte te voorzien, lettende op de goede resultaten in het buiten land met «Patroonsleergangen" verkregen, wenscht ook hier te lande Patroonsleergangen in het Schildersambacht in het leven te roepen, en wel op die plaatsen in Nederland, waar de behoefte eraan het grootste is. De meest geschikte tijd om de schilders te onderwijzen is de winter en kunnen leergangen van 6 weken aan het eind en van 6 weken aan het begin van het jaar, ongetwijfeld aan vele ambachtslieden dit noodige onderwijs verschaffen, waarnaar door hen verlangend wordt uitgezien en waarmede de Bond in den aanstaanden winter een begin wil maken. De Bond stelt zich voor het navolgend onderwijs-programma (leerplan) te volgenTeekenen, Ontwerpen van hoogst een voudige ornamenten, Schilderen van letters, Hout- en Marmer nabootsing, Theorie in de techniek, Materialenkennis, Elemen tair onderwijs in eenvoudig boekhouden, Prijsberekenen van schilderwerk uit bestek en teekeningen. Geenszins denkende met dit leerplan in alle bestaande be hoeften te voorzien, zal hij, eenmaal in deze richting begonnen, des te beter kunnen inzien, welke hiaten er in het schilders ambacht ten plattelande bestaan en waaraan dus door onder wijs de helpende hand moet worden gereikt, ten einde het schildersambacht uit den staat van verval te heffen, waarin het allengs meer dreigt te geraken. De Bond stelt zich voor de onderwijzers voor deze leer gangen, voor zoover de techniek betreft, te betrekken uit de groote steden en die voor teekenen en boekhouden te vinden in de streek waar de leergang gegeven wordt. Hoewel de kas van den Bond over eenig geld kan beschikken, kan de Bond toch niet al de kosten dragen die aan deze leergangen verbonden zijn, daarom dat hij zich tot Uwe Excellentie wendt met het verzoek hem voor dat doel met een Rijkssubsidie te steunen. De kosten van eiken leergang worden door ondergeteekenden geraamd op ƒ800.verdeeld als volgt: H. M. SONMANS,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1911 | | pagina 6