74 DONDERDAG 1 JUNI 1911. geven, volkomen onjuist is. Het is boven allen twijfel ver heven, dat de Raad van heden onmogelijk eene macht ont nemen kan aan den Raad van morgen. Wij kunnen den Raad van over een jaar niet verbieden de verordening te wijzigen. Er kan dus elk oogenblik een voorstel worden inge diend: Het kapitaal der Bank bestaat uit de aan de gemeente Leiden toebehoorende fondsen ten bedrage van f 74000.De macht tot die wijziging kan een verordening ons niet ont nemen, dus men moet niet zeggen: wij zijn met handen en voeten gebonden aan Commissarissen maar er is blijkbaar de aandacht gevestigd op den loop van zaken, zooals die gewoonlijk zal zijn. Indien Commissarissen vinden dat het kapitaal der Bank moet uitgebreid worden, wenden zij zich tot Burgemeester en Wethouders en die doen dan een voor stel aan den Raad. Dat belet ons niet, dat wij de verorde ning kunnen wijzigen. De heer van der Lip. M. d V. Ik kan mij geheel aan sluiten bij hetgeen de heer Fockema Andreae heeft gezegd. Ik geloof, dat de heeren Zwiers en Fokker ten onrechte bang zijn, dat de rechten van den Raad, waarvoor zij zoo gaarne opkomen, verkort zullen worden. Ik geloof zelfs niet, dat de Raad gebonden is bij deze redactie. Hoogstens zou men, wanneer men het artikel letterlijk interpreteert, daarin een band kunnen zien voor Burgemeester en Wethouders, die dan niet uit eigener beweging met. voorstellen zouden mogen komen maar uit den Raad kan altijd een voorstel komen om een verandering aan te brengen. Hoogstens kan men hierin zien een verkorting van de rechten van Burgemeester en Wethouders, maar daartegen op te komen zal wel niet de bedoeling van den heer Fokker geweest zijn, want die pleit wel voor de belangen van den Raad, maar niet voor de belangen van Burgemeester en Wethouders. Het komt mij daarom voor, dat er geen reden is de redactie te wijzigen, vooral omdat, zooals de heer Fockema Andreae terecht heeft opgemerkt, de gewone gang van zaken in het artikel voorgesteld is. Verder sluit ik mij ook aan bij den heer Corts: men moet Com missarissen vertrouwen zij kennen het best den gang van zaken en zij kunnen dus ook het best beoordeelen of uit breiding van het kapitaal noodig is. De gewone gang van zaken zal dus deze zijn, dat Commissarissen met voorstellen komen bij Burgemeester en Wethouders en deze weer bij den Raad. De heer Vergouwen. M. d. V. Ik ben na hetgeen de heeren Fockema Andreae en van der Lip hebben medegedeeld, niet overtuigd; ik sta in dezen aan de zijde van den heer Zwiers. Veronderstel, dat Commissarissen meenen, dat het grond- kapitaal te klein is. Dan kunnen zij volgens dezen gang van zaken een voorstel doen. Doen zij geen voorstel en blijkt het nochtans aan Burgemeester en Wethouders, dat het grond- kapitaal te klein is, dan kunnen Burgemeester en Wethouders met alle verordeningen in de hand eigenlijk niets doen, want zij zijn gebonden om te wachten totdat een voorstel komt van Commissarissen. Dat is alles te ondervangen door het woord «voorstel" te vervangen door «advies". Dan komt het in de praktijk op hetzelfde neer en zijn de rechten van den Raad voldoende gewaarborgd. De heer Fokker. M. d. V. Ik zou den heer van der Lip wel even willen antwoorden op het aardigheidje dat hij heeft gezegd. Ik kwam niet op voor de belangen van den Raad, evenmin als hij behoort op te komen voor de belangen van Burgemeester en Wethouders. Ik kom niet op voor de be langen van den Raad, maar voor het belang van de gemeente. Wat de heer Vergouwen heeft gezegd, gaat ook niet op; dan verplaatst men eenvoudig de moeilijkheid. Ik zou willen voorstellen te lezen: «Blijkt het kapitaal onvoldoende, dan wordt hierin door den Gemeenteraad voorzien". Men vraagt mij hier, hoe de Raad dat zal weten. Als de Raad dat uit eigen hoofde weet, zal uit den Raad wel een stem opgaan, om het kapitaal te vergrooten. Blijkt het Commissarissen, dat het noodig is, dan zullen Commissarissen bij Burgemeester en Wethouders of den Raad wel aankloppen met de vraag, het kapitaal van de Bank te vergrooten. Wanneer men het op die manier regelt en het overlaat aan den Raad, dan is de zaak het eenvoudigst. De Voorzitter Ik geloof, dat u de zaak te donker inziet. Als er behoefte aan blijkt, zullen Burgemeester en Wet houders of de Raad wel het initiatief nemen en zal de Raad het niet laten zitten bij die ƒ64000. De heer Meuleman. M. d. V. Het staat hier reeds precies, zooals de heer Fokker het wenscht. Veronderstellen wij, dat de heer Fokker groote studie maakt van de banken van leening en tot de conclusie komt, dat het kapitaal van de bank in Leiden moet uitgebreid worden tot ƒ100.000.Dat voorstel wordt dan in handen gesteld van Burgemeester en Wethouders, die het aan Commissarissen geven. Als men nu zegt, dat de Gemeenteraad het moet bepalen, zoo, dat men de Commissarissen er buiten laat, dan zullen de Commissa rissen bedanken. Zij zullen dan zeggen: «wat meent u? wij hebben de zaken onder ons beheer, wij meenen, dat wij op de hoogte zijn en nu komt een gemeenteraadslid enzegt.dat het kapitaal moet uitgebr eid worden en dat hij met Commis sarissen niets te maken heeft." Als de zaak blijlt zooals het is, blijft het ook in den geest van hetgeen de heer Fokker wil. Wenscht men het kapitaal van de Bank te vergrooten, dan volgt men den hiërarchischen weg: Raad, Burgemeester en Wethouders, Commissie. Dan zegt de Raad: wij geven den heer Fokker al of niet gelijk, en dan zal men het resultaat moeten afwachten, wanneer Commissarissen met den heer Fokker verschillen. De heer Pera. M. d. V. Mag ik even dit opmerken. Wat de heer Meuleman zegt, is juist; wanneer de zaak op die manier behandeld kan worden, dan is het bezwaar vervallen. Maar hij stelt iets als zeker vast als ik het goed begrijp waar de heeren Zwiers en Fokker juist twijfel aanwezig achten. Hebben Baadsleden na de vaststelling van de ver ordening, zooals die hier wordt voorgesteld, het recht zoo iets als door hen genoemd te doen? De Voorzitter. Ja, natuurlijk. De heer Pera. De indruk is op het oogenblik bij de heeren Zwiers en Fokker, dat bij de omschrijving, die wij voor ons hebben, het recht tot uitbreiding van het kapitaal alleen kan uitgaan van Commissarissen. Daarin zit de kwestie. Nu zegt de heer Meuleman heel gemakkelijk: dat is niet zoo, het kan zus en zoo gebeuren; maar hij redeneert het bezwaar, dat gemaakt wordt, eenvoudig weg. Bestaat dat bezwaar niet en is het, zooals de heer Meuleman het voorstelt, dan kan het blijven zooals het is. De Voorzitter. Het is, zooals de heer Meuleman het voor steltelk Raadslid heeft te allen tijde het recht, een voorstel in 1e dienen, en wanneer hij meent dat het noodig is, doet hij dat voorstel. De heer Fokker. M. d. V. De geheele moeilijkheid kan worden ondervangen,, wanneer wij het tweede lid van art. 14 schrappendan kan de Raad later het kapitaal uitbreiden door eenvoudig de eerste zinsnede te veranderen. Ik zou daarom het voorstel willen doen, de tweede zinsnede van art. 14 te laten vervallen. Dit voorstel wordt voldoende ondersteund en maakt der halve een onderwerp van beraadslaging uit. De Voorzitter. Ik geloof wel, dat alle sprekers thans drie maal het woord hebben gevoerd. Bij mij is ingekomen een voorstel van de heeren Vergouwen, Zwiers en van Gruting, strekkende om te lezen«op advies van Commissarissen," en te laten vervallen de woorden«op voorstel van Commissarissen". Ik kan niet zeggen, dat het artikel daarmede verbetert. De heer van der Elst. M. d. V. Ik begrijp niet, welk effect dat amendement kan hebben. Wanneer Commissarissen dan geen advies geven zij zouden het kunnen achter houden dan zijn wij nog even ver. De heer van der Lip. M. d. V. Het is mij best. Ik wil wel lezen «advies" in plaats van «voorstel", want, zooals de heer van der Eist terecht heeft opgemerkt, het komt precies op hetzelfde neer. De kwestie is, dat men wil, dat het initia tief zal uitgaan van Commissarissen der Bank en dat blijft zoo om het even of men het woord «advies" gebruikt of het woord «voorstel". De heer Vergouwen. M. d. V. Ik had nooit gedacht, dat de heer van der Lip de woorden advies en voorstel als van ge lijke beteekenis zou achten; voor mij hebben zij verschillende beteekenissen. Beide kunnen van Commissarissen uitgaan, maar of het een advies of een voorstel is, maakt een groot verschil. Een voorstel legt de macht bij Commissarissen, een advies bij Burgemeester en Wethouders. De heer van der Lip. M. d. V. Ik wil den heer Vergou wen wel den weg wijzen, dien hij moet bewandelen, om zijn zin te kunnen krijgen. Hij moet niet voorstellen te lezen: «op advies", maar: «na ingewonnen advies". De heer Vergouwen. M. d. V. Ik neem deze wijziging over. De Voorzitter. Het voorstel van den heer Fokker, om de tweede alinea van art. 14 te laten vervallen, is van de verste strekking en het zal dus het beste zijn, dat het eerst in stemming te brengen. De heer Fockema Andreae. M. d. V. Ik vraag hierover nog het woord, omdat de heer Pera heeft gezegd, dat, wan neer het is zooals de heer Meuleman zeide en zooals ik ook

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1911 | | pagina 8