76
door terreinverhoudingen en door de wijze van aanvoer. Daarna
wordt het vuil met de noodige voorzorgen in de cellen geladen,
volgens het aangenomen systeem, hetzij aan de voor- of
achterzijde door gewone stookdeuren, hetzij aan de bovenzijde
door een opening in het gewelf. Hiervoor bestaan verschil
lende toestellen, die alle ten doel hebben öf om het vuil niet
weer in het gezicht te brengen, of om de behandeling tot de
eenvoudigste wijze terug te brengen. Dit vullen geschiedt
weer naar gelang van de grootte van den oven telkens na
V2, 1, W2 of 2 uur.
De heete gassen verlaten de celruimte door openingen in
zij- of achterwand en worden, al naar gelang van het systeem,
of rechtstreeks of na een verbrandingskamer te zijn gepasseerd,
öf door een gemeenschappelijk afvoerkanaal waarop alle cellen
uitmonden, onder stoomketels geleid. In die ruimten zijn de
wanden voortdurend roodgloeiend. De gassen, die zich vormen
bij een vulling en de cel onverbrand verlaten, worden hier
tot ontvlamming gebracht, zoodat uit den, ter bevordering
van den trek, zeer hoogen schoorsteen (gewoonlijk 60 M.)
zich soms slechts een geringe licht gekleurde rookpluim ver
toont. Een vuilverbrandingsschoorsteen geeft nimmer de zwarte
rookwolken van een gewonen fabrieksschoorsteen te zien. In
goede inrichtingen is de verbranding dan ook meer volkomen
dan in eenigen anderen vuurhaard van welke fabriek ook.
De hoeveelheid vuil, die per cel verbrand wordt, varieert,
ook al weer naar gelang van het oventype, tusschen 8000 en
20,000 K.G. per etmaal.
De vaste verbrandingsproducten, slakken genaamd, worden
telkens, nadat de ingeladen massa goed is doorgebrand, hetzij
met de hand, hetzij mechanisch, als groote koeken door de
stookdeur verwijderd. Aangezien die nog in gloeienden toe
stand zijn, worden zij in een afzonderlijke ruimte gebluscht.
Hierna gebracht in een breekinrichting, worden zij in ver
schillende grootten gemalen, teneinde ze beter geschikt te
maken voor verder vervoer en gebruik. Bij een paar systemen
wordt thans een nieuwe methode van slakkenverwijdering
toegepast, en wel door de slakken met behulp van een toestel
uit den oven te trekken.
Op deze wijze is het vuil gereduceerd tot een steriele, in
ieder opzicht onschadelijke stof, met een gewicht van pl. min.
35 a 50 van het oorspronkelijke.
De slakken dienen voor verschillende technische doeleinden,
als wegverharding, beton-materiaalterrein-ophooging en
dergelijke.
Een deugdelijke verbrandings-inrichting heeft het voordeel
op ieder willekeurig punt geplaatst te kunnen worden. Tegen
het plaatsen in het midden der stad behoeft geen bezwaar
te bestaan, niet alleen uit een oogpunt van hinder, doch ook
van ontsiering, daar zoodanige inrichting zich naar buiten in
niets onderscheidt van een electrische centrale of eenige an
dere goed uitziende fabriek. Hen der verbrandingsinrichtingen
van Londen (Whitechapel) staat in een zeer volkrijke buurt
en grenst aan de Toynbee-hall, een blok model-werkmans
woningen, een cacaofabriek en een openbare school.
Als plaats voor de verbrandingsinrichting vestigen de des
kundigen de aandacht op het terrein, gelegen ten Oosten
van de Electrische Centrale, welk terrein in de raadsver
gadering van 29 December j. 1. werd aangekocht. De keuze
is op dit terrein gevallen, aangezien de vuilverbranding dan
direct gecombineerd kan worden met de Electrische Centrale
en geprofiteerd kan worden van hetgeen ter plaatse reeds
aanwezig is. Zoo is dan het bouwen van een afzonderlijken
schoorsteen, de aanleg van water- en lichtleidingen en van
een waterreservoir, het bouwen van een werkplaats, van
schaft-, bad- en waschlokalen, de aankoop van machines, de
bouw van een machinekamer en de aanleg van een kabel
niet noodig, terwijl ook de kosten voor bediening en onderhoud
der machines worden uitgespaard. Bovendien kan dan de
geproduceerde warmte in den vorm van stoom rechtstreeks
in de stoomleiding der Electrische Centrale worden geleid,
hetgeen voor de Centrale een besparing van f 7000 aan
steenkolen oplevert, terwijl omgekeerd de stroom voor de
hijschinrichting en de ventilatoren van de verbrandingsin
richting van de Centrale kan worden betrokken.
Zooals uit het bovenstaande gebleken is, zijn do deskundigen
dus beslist van oordeel, dat na afloop van het bestaande
pachtcontract tot verbranding van het vuil behoort te worden
overgegaan. Ook de Directeur van Gemeentewerken, de Com
missie van Fabricage en de Gezondheidscommissie, wier
adviezen wij te dezer zake inwonnen, bleken eenparig van
hetzelfde gevoelen te zijn, terwijl eindelijk Commissarissen
der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit ons mede
deelden, dat voorzoover het vraagstuk der vuilverbranding
verband houdt met het gebruiken van den opgewekten stoom
ten behoeve der electriciteitsfabriek, overeenstemming bestaat
tusschen de rapporteurs en de directie der fabrieken.
De Directeur van Gemeentewerken merkt in zijn rapport
op, dat hij ten volle de conclusie der deskundigen onderschrijft,
dat verbranding de meest hygiënische en aanbevelenswaardige
wijze van vernietiging van het stadsvuil vormt. De algemeene
invoering van verbrandingsinrichtingen, zoowel voor groote
als voor kleine gemeenten, is z. i. slechts een kwestie van
tijd. Voor zoover hem bekend, werd in de laatste jaren overal,
waar een beslissing in zake vuilverwijdering viel, tot ver
branding besloten De meening, dat de landbouw aan het
huis- en straatvuil, na doelmatige sorteering en verwerking,
behoefte heeft, wordt, naar hij opmerkt, slechts door enkelen
gedeeld.
Ook kan de vraag, of het Leidsche vuil wel brandbaar is,
z. i. a priori bevestigend worden beantwoord. De proeven, in
Rotterdam, den Haag en andere Hollandsche steden genomen,
hebben dit aangetoond Alleen zal later nog door proeven
moeten worden vastgesteld, welke ovenconstructie voor liet
Leidsche vuil de beste resultaten oplevert, aangezien de in
richting der ovens en de wijze van verbranding nauw samen
hangen met de samenstelling van het vuil.
De Commissie van Fabricage betuigt met de strekking van
dit betoog haar instemming
En ook de Gezondheidscommissie is van dezelfde meening.
In het belang der hygiëne acht zij bij den tegenwoordigen
stand van het vraagstuk het stelsel van verbranding van
het vuil zonder twijfel het meest aanbevelenswaardig. De
bezwaren aan het sorteeren van het vuil noodwendig
gevolg van een beltbedrijf verbonden, liggen h. i voor de
hand. Afvoer van het vuil, zonder eenige sorteering, naar
plassen brengt gevaar mede voor verontreiniging der open
bare wateren, terwijl, afgezien van de andere praktische
moeilijkheden aan dit stelsel verbonden, uit gezondheidsoog
punt een belangrijk bezwaar tegen dit stelsel gelegen is in
de omstandigheid, dat bij vorst de afvoer onmogelijk is en
men alzoo gedurende geruimen tijd bloot kan staan aan de
gevaren, welke de lossing, ophooping en de wederinlading
van het vuil opleveren.
Het zal Uwe Vergadering niet verwonderen, dat het voor
ons College, na kennisneming van den inhoud van het rapport
der deskundigen en van de daaromtrent uitgebrachte adviezen
van den Directtur van Gemeentewerken, de Commissie van
Fabricage, Commissarissen der Lichtfabrieken en van de
Gezondheidscommissie, niet moeilijk was tof eene conclusie te
komen. En die conclusie stemt geheel overeen met die van
alle gehoorde deskundigen. Ook ons College toch komt het
voor, dat na afloop van het pachtcontract in December 1913
tot de vuilverbranding behoort te worden overgegaan.
Uit de verschillende rapporten blijkt ten duidelijkste, dat
verbranding van het vuil van al de bekende stelsels het meest
in het belang der hygiëne is, aangezien bij verbranding het
vuil op de snelste wijze wordt vernietigd, sorteering geheel
overbodig is en de gemeente ook niet, zooals bij het belt-
bedrijf en bij afvoer van het vuil naar plassen bijna steeds
het geval is, van omliggende gemeenten afhankelijk is. De
mogelijkheid is toch geenszins uitgesloten, ja zelfs de waar
schijnlijkheid groot, dat bij het heerschen van epidemische
ziekten de aangrenzende gemeenten het vervoer van het
vuil naar buiten de eigen gemeente liggende stalen of plassen
verbieden. Men herinnere zich slechts de maatregelen, door
de gemeente Leiderdorp getroffen, toen er sprake van was,
dat aldaar door Leiden grond voor vuilnisstalen zou worden
aangekocht. En waar zou Leiden in een dergelijk geval met
het opgehaalde vuil moeten blijven?
Natuurlijk zou men, noodgedrongen, tot een der andere
stelsels van vuilverwijdering zijn toevlucht moeten nemen,
indien het maken van eene verbrandingsinrichting te groote
financieele offers van de gemeente zou vergen. Doch dit nu
is blijkens de door Je deskundigen in hun rapport gemaakte
begrooting geenszins het geval. De jaarlijksche exploitatie
kosten, rente en aflossing van de aanlegkosten daaronder
begrepen, toch worden door hen bij een nieuw beltbedrijf
in eigen beheer geschat op 65.769, bij verpachting op 67.691
en bij verbranding op 65.403. dus op een vrijwel gelijk
bedrag. Aan deze cijfers moet, wij willen er met nadruk op
wijzen, geen al te groote waarde worden toegekend, aange
zien eerst bij het nader uitwerken der plannen een meer
nauwkeurige raming van kosten is te makeri, doch wij halen
ze aan, om te doen zien, dat de jaarlijksche uitgaven bij het
inrichten van een nieuw beltbedrijf c. a. niet zooveel ver
schillen van die, welke de gemeente zich zal moeten getroosten
bij het vestigen van hare keuze op de vuilverbranding.
Bovendien willen wij er ook nog op wijzen, dat ons ge
bleken is, dat de geraamde kosten eerder aan den hoogen,
dan aan den lagen kant zijn, en dat, zooals wij hieronder
zullen aantoonen, de aanlegkosten nog met een bedrag van
f 45.000 kunnen worden verminderd.
Waar derhalve het stelsel der verbranding het meest in
het belang der hygiëne is en om financieele redenen daarvan
niet behoeft te worden afgezien, geven wij U met ernst in
overweging in principe te besluiten op dat stelsel Uwe keuze
te bepalen.
Wij zeggen »in principe", want het behoeft toch wel geen