GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
rseEKOiiEir stikken.
51
N°. 95. Leiden, 18 April 1911.
Nu krachtens raadsbesluit van 16 Maart j.l. tot de uitgifte
van eene 4 °'o geldleening van f '2000000.is overgegaan,
zullen in de begiooting voor 1911 eenige wijzigingen moeten
worden aangebracht.
In de eerste plaats zal een bedrag van f 60000.— moeten
worden uitgetrokken voor de rente-betaling der coupons, dit
bedrag vertegenwoordigt 4 van f 2000000.over 9 maan
den (t April31 Dec.).
Tegenover deze rentebetaling kan worden gerekend op een
ontvangst van f 3780.wegens bij te betalen rente bij de
storting op de obligatiën, looperide van 1 April 1911 tot den
dag der storting. Doordien verder de wissels, wegens opge
nomen kasgeld afgegeven, op verschillende tijdstippen ver-
vervallen (de laatste vervalt 23 Juli a.s.) en ook overigens
de opbrengst der leening niet terstond geheel benoodigd is,
kan een bedrag van f 1847280 tegen behoorlijk onderpand,
a deposito worden gegeven. Dit bedrag zal geleidelijk ver
minderen, al naar gelang de wissels vervallen en voor andere
betalingen gelden benoodigd zijn. Uit de inmiddels te kweeken
deposito-rente wordt eene bate van f 10730.geraamd.
Voor het overige kan in de betaling der rente ad f 60000.—
worden voorzien, door het overschot op den post skasgeld-
rente", welke voor een bedrag van f 72800.op de begrooting
voor 1911 is uitgetrokken, doch waarvan slechts ongeveer
f 17000.zal behoeven te worden gebruikt.
In de tweede plaats zal voor de kosten van het sluiten der
geldleening een bedrag van f 8482.50 moeten worden beschik
baar gesteld, n.l. f 8000.— voor zegelkosten der obligatiëa
en f 482.50 voor drukloon van deze stukken met de coupon-
bladen. Deze gelden kunnen uit de buitengewone ontvangsten
(geldleening) worden bestreden, zooals ook bij vorige leeningen
is geschied.
Ten slotte zal de tijdelijke belegging van de niet aanstonds
benoodigde opbrengst der leening (ten hoogste f 1847280
op de begrooting moeten worden geregeld. Aangezien het niet
onwaarschijnlijk is dat in den loop van 1911 ook nog andere
gelden der gemeente, die tijdelijk uit de gemeentekas kunnen
worden gemist, a deposito kunnen worden gegeven, kan het
te beleggen bedrag tot f 2000000.worden verhoogd.
Een en ander is in den hierbij overgelegden begrootings-
staat, model C. geregeld.
Wij geven U thans in overweging tot vaststelling van dien
begrootingsstaat te besluiten.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 96. Leiden, 18 April 1911.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen,
dat zij geene bedenking heeft tegen den door Burgemeester en
Wethouders aangeboden begrootingsstaat, tot verhooging van
eenige posten der begrooting voor 1910 waarvan de raming
te laag is gebleken (I. S. No. 78),
noch tegen de begrootingsstaten, behoorende bij de voor
drachten opgenomen onder No. 83 (kosten van de Piet-Gijzen-
brug) en No. 84 (verbouwing der school aan de Heerenstraat),
indien de Raad de daarbij aangevraagde gelden beschikbaar stelt.
Evenmin heeft de Commissie bezwaar tegen de overneming
in eigendom en onderhoud van een gedeelte der Medusastraat
van S. Laurier, (Ing. St. No. 75) indien door dezen wordt
aangetoond dat hij tot de overdracht gerechtigd is.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 97. Leiden, 20 April 1911.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen,
dat de door Burgemeester en Wethouders bij Ing. St. No. 91
voorgestelde overneming van gedeelten der Oranjestraat en
Nassaustraat, bij haar geene bedenking ontmoet.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
No. 98. Leiden, 14 April 1911.
Wij hebben de eer Uwe Vergadering in overweging te
geven gunstig te beschikken op bijgaand verzoek van Mej.
W. H. Dollée om ontslag uit hare betrekking van leerares
in het teekenen aan de Kweekschool voor Onderwijzers en
Onderwijzeressen en aan de Meisjesschool 2e klasse alhier en
haar dat ontslag eervol te verleenen met ingang van 1 Augus
tus 1911.
De ter zake door den Districts-Schoolopziener en de hoofden
der betrokken scholen uitgebrachte adviezen worden hierbij
overgelegd.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
's Gravenhage, 12 April 1911.
Ik heb de eer, Uw College in overweging te geven, te be
vorderen, dat het door mejuffrouw W. H. Dollée gevraagd
ontslag als leerares in het handteekenen aan de Kweekschool
voor onderwijzers en onderwijzeressen in Uwe gemeente haar
eervol worde verleend.
De Schoolopziener in het district 's Gravenhage,
R. v. Goens.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders
van Leiden.
Leiden, 10 April 1911.
Onder terugzending van het verzoekschrift van Mej. Dollée,
in mijn handen gesteld onder apostille no. 10 d/27 dd. 3 April
1911, heb ik de eer te berichten, dat mijnerzijds geen bezwaar
bestaat tegen inwilliging van haar verzoek om eervol ontslag
uit haar betrekking als leerares in het handteekenen aan de
Kweekschool voor Onderwijzers en Onderwijzeressen, met in
gang van 1 Augustus e. k.
De Directeur der Kweekschool v.n.
M. B. Hoogeveen.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders
der gemeente Leiden.
Leiden, 8 April 1911.
Bij dezen heb ik de eer U mede te deelen, dat Mejuffrouw
W. H. Dollée tegen 1 Aug. e.k. ontslag wenscht te vragen
wegens aanstaand huwelijk.
Wij zien haar noode vertrekken, want zij is eene uitste
kende leerkracht vol lust en liefde voor haar vak, vol toewijding
voor de leerlingen. De orde liet nooit iets te wenschen over,
wat bij eene teekenles dubbel te waardeeren is, dank zij de
belangstelling, die zij wist op te wekken en gaande te houden.
Hartelijk hoop ik, dat degeen die haar zal opvolgen, haar
in deugden en goede eigenschappen zal evenaren.
Het hoofd der Op. Meisjessch. 2e KI.
C. B. Renaud.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders
van Leiden.
Leiden 3 April 1911.
Aan Burgemeester en Wethouders
der Gemeente Leiden.
Edelachtbare Heeren,
Hiermede geeft ondergeteekendeW. H. Dollée, te kennen,
dat zij ontslag wenscht te vragen als leerares in het hand
teekenen aan de kweekschool voor onderw. en onderw.easen
en aan de school v. M. U. L. O. Hoofd Mejutïr. C. Renaud,
tegen 1 Augustus e.k.
Van UEd. de dnw. dnease
W. H. Dollée.
Leerares M. O. handteekenen.
N°. 99. Leiden, 24 April 1911.
Wij hebben de eer U mede te deelen, dat bij ons College
geen bezwaar bestaat tegen de inwilliging van het hierbij-
gaand verzoek van J. J. van Hoeken.
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging aan
adressant vergunning te verleenen tot het afbreken van de
bestaande houten loods, bestemd tot berging van hout, en
het ter plaatse bouwen, overeenkomstig de overgelegde teeke-
ning, van een nieuwe houtloods, op het terrein aan de Slack-
sloot, kadastraal bekend gemeente Leiden, Sectie K nis 990 en 20.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 11 April 1911.
Aan Burgemeester en; Wethouders der Gemeente Leiden.
Namens de Heer J. J. van Hoeken, Maredijk, alhier, heeft
ondergeteekende de eer bij deze het plan over te leggen voor
den bouw van een houtloods, en de bestaande af te breken