38 DONDERDAG 9 MAART 1911. de bespreking omtrent een ingekomen stuk betreffende den gemeente-apotheker, omdat de heeren hebben kunnen zien, dat het voornemen van Burgemeester en Wethouders is, om zoo spoedig mogelijk bij den Raad te komen met een voor dracht voor de vervuiling der vacature van gemeente-apotheker. De heer SiJTSMA. M. d. V. Ik zou willen vragen, of Burge meester en Wethouders voornemens zijn sollicitanten op te roepen of niet? De Voorzitter. Dat zullen de omstandigheden regelen. Daar hebben wij nog niet over gesproken. De Raad kan natuurlijk hieromtrent een voorstel aannemen. De heer Fokker. M. d. Y. Ik zou willen vragen, of het niet gewenscht is, eventueele sollicitanten op de hoogte te stellen van den tegenwoordigen toestand van de woning, met de rnededeeling, dat zij daar voorloopig genoegen mee moeten nemen. Anders zouden wij kort na de benoeming een adres kunnen krijgen, met het verzoek om een andere woning of zoo iets. De Voorzitter. Het wil mij voorkomen, dat de heer Fokker eenigszins voorbarig is. Wij hebben de berekening zoo gemaakt, dat wij met elkaar vergeleken hebben de kosten voor het geval, dat de geneesmiddelen zouden geleverd worden door diverse apothekers, en die, welke levering door de gemeente apotheek zal medebrengen, met inbegrip van een eventueel noodzakelijke verbouwing. Maar hiermede hebben wij ons tot niets verbonden. Het spreekt natuurlijk van zelf, dat, als er sollicitanten mochten komen, wij hun erop zullen wijzen, dat zij nu in deze apotheek moeten wonen en niet direct met de rnededeeling moeten komen, dat de woning onbruikbaar is. Misschien komt er echter een voorstel om haar wel te verbouwen. De heer Vergouwen. M. d. V. Ik heb alleen het woord gevraagd, om uit te spreken (en ik geloof wel, dat ik dat in dezen namens alle Raadsleden spreek) een woord van dank voor de nauwkeurige onderzoekingen, welke Burgemeester en Wethouders in dezen hebben gehouden. Ik geloof, dat het resultaat niet anders kan zijn, zooals u reeds hebt medegedeeld, dan het oproepen van sollicitanten voor het vervullen van de vacature van gemeente-apotheker. De Voorzitter. Namens het college van Burgemeester en Wethouders dank ik Oen heer Vergouwen zeer voor zijn waardeerende woorden. De heer Roem. M. d. V. Ik zou gaarne een vraag be treffende deze zaak tot het college van Burgemeester en Wethouders richten; ik geloof niet, dat hunnerzijds eenig bezwaar zal bestaandaarop te antwoorden. Er staat in het praeadvies: »terwijl ook de gestichten Ende geest en Rhijngeest, die sedert 1 Januari j. 1. bijna alle ingrediën ten voor hunne recepten en vele verbandstoffen van de stads-apo- theek betrekkendaarvoor ƒ500 per jaar meer bij de particu liere apothekers zullen moeten betalen". De apotheker, die deze geneesmiddelen geleverd heeft, is bij mij geweest en heeft gezegd: »zooals het hier staat, zal het iedereen toeschij nen, alsof ik 500 aan die levering verdiend heb, en dat is toch niet het geval, het is minder dan de helft." Nu is het zeer goed mogelijk, ik geloof ook dat dit het geval is en zou daarop gaarne antwoord hebben, als u het kunt geven, dat de gemeente-apotheek, door voor alle instel lingen tezamen de medicamenten te koopen, behalve de winst van dien apotheker, nog het voordeel heeft, dat zij goed- kooper koopen kan. De Voorzitter. Het zit ook in de verbandmiddelen, en ik vermoed bovendien, dat de gemeente-apotheek goedkooper zal kunnen koopen. Dit kan ik wel zeggen, dat de apotheker, die totnogtoe aan Endegeest en Rhijngeest leverde, dit alleszins billijk deed en een goed leverancier was; het is voor die gestichten ech ter nog voordeeliger, dat zij de medicamenten betrekken van de gemeente-apotheek. Wij kunnen overigens niet anders getuigen, ook ik persoonlijk als voorzitter van de Commissie voor Ende geest, dan dat de apotheker, die totnutoe leverde, dat steeds op de meest correcte en goedkoope manier gedaan heeft. De heer Roem. Dus u wilt wel erkennen, dat die 500 niet alles winst van den apotheker is? De Voorzitter. Daarvan ben ik niet op de hoogte, maar wanneer de apotheker dat zegt, wil ik het wel gelooven. Het eenige, dat wij weten en waarover wij bericht hebben gekregen van den geneesheer-directeur, is, dat het 500 zou schelen. Natuurlijk behoeft dat niet alles winst te zijn voorden apotheker, maar dat weet ik niet. De heer Roem. Ik dank u, mijnheer de Voorzitter. De heer van Gruting. M. d. V. De vorige maal is de heer Vergouwen mij voor geweest met zijn voorstel, om te onder zoeken, of het doen leveren van geneesmiddelen door apothekers ook voordeelig zou zijn voor de gemeente, en daarom wensch ook ik Burgemeester en Wethouders dank te zeggen voor het uitvoerige relaas van hun nauwkeurige onderzoekingen, dat wij gekregen hebben. Nu onderschrijf ik alles, wat daarin gezegd wordt, maar één ding onderschrijf ik niet, namelijk, dat het voor de armlastigen in alle opzichten voordeelig zou zijn, wanneer de toestand bleef zooals hij op het oogenblik is, want er is een gebrek, waarin ik gaarne voorzien zou willen hebben. Wanneer de apothekers medicijnen zouden leveren, zou het niet mijn bedoeling zijn geweest, dat aan één apotheker de levering zou zijn opgedragen, maar aan verschillende apothekers op verschillende punten van de stad. Ten gevolge daarvan zouden de arme menschen natuurlijk dichter bij de apotheek zijn en dat is voor hen een groot voordeel. Maar er is nog iets, nu de toestand zoo blijft. Wanneer de apothekers de medicijnen zouden hebben geleverd, zouden zij die door knechts hebben laten rondbrengen. Op het oogenblik echter moeten de arme menschen naar de stads-apotheek, eerst om het recept te brengen en later nog eens om de medicijnen te halen. Nu zou ik Burgemeester en Wethouders willen vragen, of het niet mogelijk zou zijn, in de toekomst een of twee knechts aan te stellen, om de medicijnen bij de arme menschen thuis te brengen, want nu moet men, een kind meestal, gewoonlijk twee keer door de stad heenrennen, en het zou veel beter zijn, als aan de apotheek twee knechts werden aangesteld, om de medicijnen te distribueeren. De Voorzitter. Dit denkbeeld is inderdaad door Burgemeester en Wethouders overwogen, maar wij hebben ook de verschil lende bezwaren daartegen gezien, die in de rapporten te vinden zijn; zoo weet men nu, dat de medicijnen in goede handen komen, maar bij bezorging weet men niet, of ze cok soms bij de buren terecht, komen, en zoo meer. Aangezien ik mij meer met het financieele gedeelte van de zaak heb geoccupeerd en ik de rapporten van de deskundigen als waar heb aan genomen, herinner ik mij op het oogenblik niet al die bezwaren. Wanneer het echter op die wijze kan gebeuren en wanneer ile apotheek, door toeneming van het aantal inwoners of zoo, dan nog voordeelig zou kunnen werken, in vergelijking met levering door particuliere apothekers, wanneer wij dus den toestand zoodanig kunnen verbeteren, dat de armen daardoor in betere positie komen, dan zullen Burgemeester en Wethouders gaarne dergelijke maatregelen overwegen. Het is natuurlijk hun be doeling, de geneeskundige zorg zoo goed mogelijk te doen zijn en wij zullen dus dit denkbeeld in overweging houden tot het tijdstip, waarop het aldus mogelijk is en waarop het financieel en in andere opzichten werkelijk een verbetering zou zijn. De heer van Gruting. Ik dank u, mijnheer de Voorzitter. Aan de orde is alsnu: I. Benoeming van de leden en plaatsvervangende leden in het stembureau ter verkiezing van leden van de Kamer van Arbeid voor de Winkel- en Grossiersbedrijven. De Voorzitter. Mag ik de heeren Vergouwen, van Tol, van der Eist en Zwiers uitnoodigen het stembureau te willen vormen? Worden benoemd met 25 stemmen tot ledende heeren Mr. L. M. J. H. Kerstens, J. A. Bots en S. de Boer Azn. en tot plaatsvervangende leden: de heeren P. J. Mulder met 24 stemmen, Dr. H. J. Zwiers en A. Corts met 25 stemmen, ter wijl één stem is uitgebracht op den heer A. Mulder. II. Verzoek van Mej. E. J. J. Wagemans om eervol ontslag als 3e onderwijzeres in de handwerken aan de school der 3e klasse N°. 3. (Zie lng. St. N°. 35). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stem ming ingewilligd. III. Voorstel tot wijziging en hernieuwde vaststelling van a. de verordening, regelende de verdeeling der gemeente in stemdistricten voor de verkiezing van leden van den Gemeenteraad b. de verordening, houdende aanwijzing van de stem lokalen voor dé stemdistricten, waarin de gemeente Leiden is verdeeld voor de verkiezing van leden va., de Tweede Kamer der Staten-Generaal. (Zie lng. St. Nos. 3 en 46). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. IV. Voorstel tot kostelooze overname in eigendom en onder houd bij de gemeente van een strook gronds aan den Rijns- burgerweg, kad. bekend gemeente Leiden, Sectie L nrs 968 en 997 gedeeltelijk. (Zie lng. St. N°. 47).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1911 | | pagina 2