29 »der school voor Jongens en Meisjes": »der beide scholen voor Jongens en Meisjes." Art. 2. Deze verordening treedt in werking op 1 April 1911. VERORDENING, houdende wijziging van de verordening van den 25en Januari 1894 (Gemeenteblad No 5), rege lende de inwendige inrichting der scholen, de toelating en het ontslag der leerlingen, gelijk deze laatstelijk gewijzigd is hij verordening van 1G Augustus 1906 (Gemeenteblad No. 29). Eenig Artikel. Artikel 10 van bovengenoemde verordening vervalt. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 46. Leiden, 3 Maart 1911. Zooals U bekend is werd in Uwe Vergadering van 19 Januari j.l. vastgesteld de verordening, regelende de verdeeling der gemeente in stemdistricten voor de verkiezing van leden van den Gemeenteraad en die, tot aanwijzing van de stem lokalen, voor de stemdistricten, waarin de gemeente Leiden is verdeeld voor de verkiezing van leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat door den Minister van Binnen- landsche Zaken en door de Gedeputeerde Staten dezer pro vincie, bij hunne besluiten van 19 en 20 December, te voren was bepaald dat de gemeente Leiden, ten opzichte van de ver kiezing van leden van de Tweede Kamer der Staten Generaal en van de Provinciale Staten, met behoud van de tegenwoordige kiesdistricten, in 10 stemdistricten zou worden verdeeld. Zoowel in ons desbetreffend verzoek aan Gedeputeerde Staten, als in de bij ons voorstel van 7 Januari 1911, Ingek. Stukken no. 3, aan Uwe Vergadering overgelegde concept verordeningen, is echter een vergissing geslopen. In de beide bovenbedoelde verordeningen toch werd ver meld, dat het stemdistrict 2 o. a. zal bevatten dat gedeelte van wijk XII, dat gelegen is «tusschen de Ileerenstraat (JFestaijde) en het Philosophenpad" en het stemdistrict 10, het gedeelte van die wijk, gelegen «tusschen de Heerenstraat (Oosfzijde) en den Haagweg", terwijl dit respectievelijk moest luiden «tusschen de Heerenstraat (Oostzijde) en het Philoso phenpad" en «tusschen de Heerenstraat Westzijde) en den Haagweg". Het gevolg hiervan is dat thans de geheele Heerenstraat behoort zoowel tot stemdistrict 2 als tot stemdistrict 10. Wij verzochten dan ook aan het College van Gedeputeerde Staten, ter voorkoming van verwarring bij de indeeling van de in die straat woonachtige kiezers en de e. v. daaruit voort vloeiende bezwaren van de zijde dier kiezers, hun besluit te willen wijzigen en te willen bevorderen dat ook het Ministerieel besluit van 19 December werd gewijzigd. Èn door den Minister èn door Gedeputeerde Staten is nu een nieuw besluit ge nomen, waarbij aan ons verzoek is voldaan. Dientengevolge stellen wij Uwe Vergadering thans voor ook de door U op 19 Januari j.l. vastgestelde verordeningen te wijzigen in dien zin, dat de daarin voorkomende woorden Ileerenstraat Westzijde)" en IIeerenstraat (Oostzijde)", worden gelezen, respectievelijk, «Heerenstraat (Oostzijde)" en «Ileerenstraat Westzijde)" en die verordeningen aldus gewij zigd opnieuw vast te stellen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 47. Leiden, 3 Maart 1911. Door Regenten van de R. C. armen en van het Wees- en Üudeliedenhuis wordt bij nevensgaand adres verzocht een strook gronds, gelegen aan de oostzijde van den Rijnsburger- weg. aan de gemeente in eigendom te mogen overdragen. Bedoelde strook gronds, op de in de Leeskamer liggende situatieteekening met bruine kleur aangegeven, maakt deel uit van het perceel, kad. bekend onder Sectie L no. 968 en omvat het trottoir voor de huizen aan de oostzijde van den Rijnsburgerweg en den grond, in het verlengde van dat trot toir gelegen, voor de Marien Poelstraat en de üegstgeesterlaan. Bij ons College bestaat, evenmin als bij de Commissie van Fabricage, tegen kostelooze overname van het trottoir be zwaar, aangezien de gezamenlijke frontbreedte van de achter het trottoir gelegen huizen meer dan de helft van de voor bebouwing aangegeven lengte bedraagt, terwijl ook de over name van den grond, voor de Marien Poelstraat en de Oegst- geesterlaan gelegen, ons zeer wenschelijk voorkomt. Echter zal vooraf door adressanten een bedrag van f 117.50 in de gemeentekas moeten worden gestort, teneinde daaruit de kosten, noodig voor het in orde maken van het trottoir en de beide straatgedeelten, te kunnen bestrijden. Voorts wil de Commissie van Fabricage nog een stukje trottoir, op de situatieteekening in rood aangegeven en toe- behoorende aan den Marendijkschen polder, aan de gemeente overgedragen zien, tegen welke overdracht bij het bestuur van den polder geen bezwaar bestaat. Ook ons komt dit alleszins raadzaam voor. Op grond van een en ander geven wij U mitsdien in over weging te besluiten de strook gronds, deel uitmakende van de perceelen, kad. bekend onder Sectie L nis. 968 en 997, gemeente Leiden, op de in de Leeskamer ter inzage liggende situatieteekening met bruine en roode kleur aangegeven, zonder kosten voor de gemeente in eigendom en onderhoud bij de gemeente over te nemen, nadat door adressanten een bedrag van f 117.50 in de gemeentekas zal zijn gestort voor het in orde maken van de strook gronds, op de situatietee kening met bruine kleur aangeduid. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 22 December 1910. Regenten van de R. C. armen en van het Wees- .en üude liedenhuis Alhier, hebben de eer het navolgende onder Uwe aandacht te brengen. Het trottoir aan de oostzijde van den Rijnsb.weg, van af No. 1 tot aan de Poelb'ug «in eigendom toebehoorende aan het R C. Wees- en üudeliedenhuis" zoude, aangezien de Rijnsb. weg, volgens ingewonnen advies, aan deze zijde voldoende is bebouwd, in de termen vallen in eigendom aan de gemeente Leiden te worden overgedragen Regenten hebben bereids advies ingewonnen van den Heer Directeur van Gemeentewerken en Z.Edwas van dezelfde meening. mits het trottoir zich in goeden staat bevond. Regenten verklaren zich hiertoe bereid, dat de noodige herstellingsarbeid, geraamd op 150,door- Gemeentewerk lieden en op hunne kosten worde uitgevoerd. Regenten komen nu tot Uw college met het verzoek, te willen besluiten dat door Uw vergaring voornoemd trottoir, onder de genoemde voorwaarden in eigendom aan de Gemeente Leiden wordt overgedragen. Regenten vertrouwen, welwillend aan hun verzoek zal worden voldaan en zien Uw bericht in deze te gemoet. Mede namens Regenten voornoemd Dr. H. J. Taverne, Voorzitter. II. S. Keuls, Secretaris. Aan de Gemeenteraad van Leiden. N°. 48. Leiden, 3 Maart 1911. Naar aanleiding van ingekomen verzoeken om afschrijving op aanslagen in de plaatselijke directe belasting naar het inkomen, dienst 1910, wegens overlijden of vertrek uit de gemeente, geven wij Uwe Vergadering, onder verwijzing naar de in de Leeskamer liggende stukken, in overweging: a ten opzichte van de op de lijst gemerkt A voorkomende aanslagen afschrijving te verleenen tot de bedragen in kolom 11 van die lijst vermeld; b. afwijzend te beschikken op de verzoeken van hen wier namen voorkomen op de lijst gemerkt B. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 49. Leiden, 3 Maart, 1911. Wij hebben de eer IJ hierbij over Je leggen de adviezen op reclame's tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting naar het inkomen, dienst 1910, en stellen U voor overeen komstig. die adviezen te handhaven de aanslagen van: J. Ambachtsheer (2); K. W. Bauts (3); A. Gerritsen (8); P. J. M. Gunnewegh (10); G. A. Hermans (14); J. T. Nicolai (22); Chr. Onrust (24); C. Schelïers (27); H. Singerling (29); O. van Soest (30); H. M. Swaak (31); G. van Til (32); Chr. J. Wijnbeek (39); C. G. van Heuven (45); K. Kievit (48)J. C. Klikee (49); A. A. Regensburg (54); A. G. Schippers (55); M. Segijn (57); A. J. Swalve (58); D. van der Does (64); G. J. L. Smeenk (70); C. P. Vreeburg (73); A. E. Kramers (80); J. F. Kuipers (81); P. W. ütto (85); S. J. Sala (89);

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1911 | | pagina 9