25
alle voorzoover deze waarden in de officieele noteering van
de Vereeniging voor den effectenhandel te Amsterdam zijn
opgenomen.
Artikel 2.
Indien door een ambtenaar, bedoeld in artikel 1, ter vol
doening aan de op hem rustende verplichting der zekerheid
stelling hetzij een kapitaal ingeschreven op een van de
grootboeken der nationale schuld, hetzij een of meer der in
artikel 1 aangewezen effecten in onderpand worden gegeven,
zal de beurswaarde van het onderpand de som, waarvoor
waarborg wordt gegeven, steeds met ten minste 15% moeten
overtreffen.
Indien de gestelde zekerheid bestaat in eerste hypotheek
op hier te lande gelegen onroerende goederen, dan zal de
overwaarde dier goederen steeds ten minste 40 moeten be
dragen, wanneer het gebouwde, en ten minste 30%, wanneer
het ongebouwde eigendommen betreft.
Artikel 3.
Bij daling van de beurswaarde van de grootboekinschrijving
en van de effecten (blijkens de laagste dagnoteering in de
officieele prijslijst van de Vereeniging voor den effectenhandel
te Amsterdam), of van het onroerend goed (blijkens taxatie
van een door Burgemeester en Wethouders aangewezen
schatter), beneden de grens hierboven in artikel 2 aangegeven,
moet de ambtenaar, nadat hem daarvan door Burgemeester
en Wethouders is kennis gegeven, het onderpand binnen den
door Burgemeester en Wethouders gestelden termijn aan
vullen, totdat het weder aan de in artikel 2 gestelde voor
waarde voldoet.
Artikel 4.
De effecten worden bewaard in eene daartoe door Burge
meester en Wethouders aan te wijzen brandkast, waarvan
de wijze van sluiting door Burgemeester en Wethouders
wordt bepaald.
Artikel 5.
De ambtenaar is bevoegd in onderpand gegeven effecten te
vervangen door andere, waarbij aan het bepaalde in de ar
tikelen 1 —3 moet worden voldaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 40. Leiden, 2 Maart 1911.
In artikel 19 der in Uwe Vergadering van 19 Januari j.l.
vastgestelde verordening, houdende reglement op het beheer
en bestuur van het krankzinnigengesticht »Endegeest'', de
afdeeling voor jeugdige idioten »Voorgeest" en het sanatorium
voor zenuwlijders »Bhijngeest" wordt voorgeschreven, dat het
bedrag, waarvoor de kassier-boekhouder dier inrichtingen
zekerheid moet stellen, vóór zijne benoeming, door den Raad
wordt bepaald, terwijl artikel 20 zegt, dat de te stellen zeker
heid ten minste f 4Ó00 moet bedragen.
In haar in de Leeskamer liggend schrijven geeft de Com
missie van Beheer over genoemde inrichtingen alsnu in over
weging de zekerheid te bepalen op ƒ4100, aangezien de kassier
boekhouder ingevolge artikel 23 der zelfde verordening zijn
kas, voorzoover zij een bedrag van 4000 met f 100 of veel
vouden daarvan overschrijdt, in de kas van den Gemeente-
Ontvanger moet storten en de kas, indien zij met machtiging
van den Voorzitter tijdelijk grooter mocht zijn, voorzoover zij
het bedrag der zekerheid overtreft, niet meer onder de uit
sluitende berusting van den kassier-boekhouder is.
Wij kunnen ons met het voorstel der Commissie zeer goed
vereenigen en geven U derhalve in overweging het bedrag
der door den kassier-boekhouder van Endegeest, Voorgeest
en Rhijngeest te stellen zekerheid te bepalen op f 4100.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 41. Leiden, 2 Maart 1911.
In aansluiting aan een rapport van den Directeur der
Kweekschool voor Onderwijzers en Onderwijzeressen alhier,
vestigt de Plaatselijke Schoolcommissie er in haar in de Lees
kamer ter visie liggend schrijven de aandacht op, dat het
wenschelijk is om naast de onderwijzeres in de handwerken
aan die inrichting eene bezoldigde assistente te benoemen.
Het onderwijs zooals dat door de tegenwoordige onder
wijzeres, Mej. Pel, volgens hare eigen methode gegeven wordt,
is wel is waar zeer vruchtdragend, hetgeen blijkt uit de resul
taten der examens in de laatste drie jaren afgelegd, doch het
is voor de onderwijzeres zelve zeer tijdroovend en hoogst
inspannend.
Men vergete toch niet, dat, al bedraagt het door haar
gegeven aantal lessen slechts 8 per week, daarnaast veel tijd
in beslag genomen wordt voor de voorbereiding tot de les en
voor het nazien van het afgemaakte werk.
Het komt daarom ook ons wenschelijk voor, en de Districts
schoolopziener kan zich daarmede geheel vereenigen, om aan
de onderwijzeres in de handwerken eene assistente toe te voegen.
Wel is waar zal hiermede eenerzijds eene uitgave van
f 150.'sjaars gemoeid zijn, doch aan den anderen kant
mag niet uit het oog verloren worden, dat Mej. Pel een eigen
methode volgt en daarom geen leerboeken gebruikt, hetgeen
voor de gemeente eene niet onaanzienlijke besparing is. Boven
dien vervaardigt Mej. Pel in den regel zelf hare leermiddelen
en modellen, hetwelk eveneens eene vrij groote bezuiniging
voor de gemeente oplevert.
Alles te zamen genomen, meenen wij U mitsdien in over
weging te mogen geven te besluiten, aan de onderwijzeres in
de handwerken aan de Kweekschool voor-Onderwijzers en
Onderwijzeressen eene assistente toe te voegen, op eene bezol
diging van f 150.'sjaars.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leider.
N°. 42. Leiden, 2 Maart 1911.
In onze voordracht van 14 Januari 1911, (opgenomen onder
volgnr 15 der Ingekomen Stukken van dit jaar), werd er op
gewezen, dat, indien tot de opheffing van de school der 3e
klasse aan de Heerenstraat werd besloten, de onderwijzers en
onderwijzeressen, thans aan die school verbonden, voor zoover
zij niet aan de nieuwe school 2e klasse zouden kunnen worden
geplaatst, in aanmerking zouden kunnen komen voor eene
benoeming aan de school aan de Medusastraat. Alleen aan
het plaatsvervangend hoofd der school, den heer J. J. van
Tertholenzou wegens opheffing zijner school eervol ontslag
moeten worden verleend. Hem zou dan evenwel gedurende
ruim 4 jaren de heer van Tertholen toch zal den 24en
Januari 1915 den vijf en zestigjarigen leeftijd volbracht hebben
en alsdan in de termen vallen om gepensionneerd te worden
ten laste van het Rijk wachtgeld worden verleend, waarin
door de gemeente aan het Rijk jaarlijks een vierde van het
laatstelijk genoten salaris moest worden vergoed.
Thans, nu Uw besluit van den 19en Januari j.l., betreffende
de opheffing van de school aan de Heerenstraat als school
voor minvermogenden, door Gedeputeerde Staten dezer provincie
is goedgekeurd, kan tot het verleenen van het hierbovenbedoeld
ontslag worden overgegaan.
Ingevolge artikel 29, letter c, der wet op het lager onder
wijs geven wij U derhalve in overweging aan den heer J. J.
van Tertholen eervol ontslag te verleenen uit zijne betrekking
van onderwijzer-plaatsvervangend hoofd aan de openbare lagere
school der 3e klasse aan de Heerenstraat alhier, met ingang
van den datum waarop die school zal worden opgeheven.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
No. 43. Leiden, 2 Maart 1911.
In Uwe Vergadering van 25 Februari 1909 werd besloten
het hoofd der school 3e klasse no. 2. den heer M. van Wamelen,
op nader door ons college te bepalen datum, aan het hoofd
te stellen der nieuw op te richten school der 3e klasse aan
de Decimastraat.
Deze overplaatsing heeft tot nog toe niet plaats gehad, aan
gezien de nieuwe school 3e klasse aan de Decimastraat, of
juister gezegd aan de Medusastraat, als zoodanig nog niet is
geopend.
Nadat echter tot verandering der school 3e klasse aan de
Heerenstraat in eene school der 2e klasse was besloten, kwam
het ons beter voor, den heer van Wamelen niet naar de
nieuwe school 3e klasse over te plaatsen, doch naar de nieuw
op te richten school 2e klasse en het hoofd der op 1 April
a.s. op te heffen school 3e klasse aan de Heerenstraat, den
heer Krop, naar de school aan de Medusastraat. Door Uwe
Vergadering werden wij vervolgens gemachtigd het daartoe
ingevolge art. 29, 7e lid der Lager Onderwijswet vereischte
overleg met den Districtsschoolopziener te plegen.
Blijkens diens hierbij overgelegd schrijven bestaat tegen
eene dergelijke overplaatsing bij den Districtsschoolopziener
geenerlei bezwaar en wij geven U mitsdien in overweging,
met intrekking van Uw besluit van 25 Februari 1909(Ingek.
Stukken no. 42 van dat jaar), te besluiten het hoofd der school
3e klasse n°. 8, den heer Krop, op 1 April a.s. aan het hoofd
te stellen der nieuwe school 3e klasse aan de Medusastraat
en het hoofd der school 3e klasse n°. 2, den heer van Wamelen,