23 heil. De overeenkomst toch, die met de verschillende apothekers gesloten zal moeten worden, kan zij zich slechts op tweeërlei grondslag denken. De eerste grondslag komt hierop neer, dat een eenheidsprijs wordt vastgesteld, d. w. z. dat wordt overeengekomen voor elk voorschrift een vasten prijs te betalen, welke prijs, lettende op de exploitatierekening der gemeente-apotheek, volgens de Commissie 18 a 20 cents zal moeten bedragen, waarbij zij er echter al dadelijk de aandacht op vestigt, dat dit bedrag vermoedelijk niet voldoende zal blijken te zijn, nu door den dienst der wijkgebouwen zooveel duurdere genees- en verband middelen worden voorgeschreven, hetgeen tot gevolg zal hebben, dat door de apothekers op verhooging van den een heidsprijs zal worden aangedrongen, zeer ten nadeele natuurlijk der gemeentefinanciën. De tweede grondslag is het z. g. verrichtingssysteem. De beta ling der voorschriften geschiedt volgens dat stelsel tegen den kos- tenden prijs der ingrediënten, vermeerderd met een vast per centage als winst en een bedrag voor het gereedmaken van ieder recept. Neemt men nu als maatstaf het gemiddeld aantal recepten per jaar, terwijl het winstpercentage op '10 en het gereed maken der recepten op gemiddeld 10 cent per recept wordt gesteld, dan zal volgens berekening der Commissie jaarlijks f 8400 door de gemeente voor de recepten der armlastige patiënten moeten worden betaald. Doch, zoo merkt de Commissie verder op, in de gemeente apotheek worden niet alleen recepten gereedgemaakt, doch door haar worden ook alle chemicaliën, kleurstoffen en vooral ontsmettingsmiddelen, die voor verschillende takken van ge meentedienst noodig zijn, tegen den kostenden prijs verstrekt. Tegen welken prijs zullen die door de apothekers worden verstrekt? Zullen die naar den zelfden maatstaf als de recep ten worden berekend, of zal daarvoor een ander tarief moeten worden vastgesteld, zoo vraagt de Commissie? Groote moei lijkheden en allerlei complicaties verwacht zij hiervan. Eindelijk kan h. i., wanneer men zijne keuze op het ver richtingssysteem vestigt, het instellen van een controle op de berekening van de 40.000 recepten, die jaarlijks worden afgeleverd, niet achterwege blijven en zoodoende zal dus dit systeem, alhoewel het op beteren grondslag steunt, dan dat, waarbij een vaste prijs voor elk voorschrift wordt betaald, in de praktijk duurder uitkomen. De Commissie is daarom van meening, dat de gemeente door de opheffing der gemeente-apotheek financieel niet in beter conditie zal komen en dat, zelfs al waren de door de particuliere apothekers te behalen winsten evenhoog als de exploitatiekosten der gemeente-apotheek, behoud dier apotheek in ieder geval nog financieel voordeeliger zal zijn met het oog op de leve ring van bovengenoemde grondstoffen aan verschillende ge meentelijke instellingen en de kosten, verbonden aan de be sproken contróle op de berekening der recepten. Op grond van een en ander komt de Commissie tot de conclusie, dat bij opheffing der gemeente-apotheek de armlastige patiënten op verschillende wijzen bemoeilijkt zullen kunnen worden en gemakkelijk vertraging zullen kunnen ondervinden in het verkrijgen hunner geneesmiddelen, terwijl de gemeente zelve financieel zwaarder belast zal worden, afgezien nog van de onzekerheid, die zij zich zal scheppen en de afhankelijkheid van de particuliere apothekers, waarin zij zich zal brengen. De Commissie adviseert derhalve niet tot de opheffing over te gaan. Na kennisneming van dit advies noodigden wij de Com missie uit, daar inmiddels een tweetal adressen van verschil lende particuliere apothekers bij ons College waren ingekomen, waarbij deze verzochten voor de levering van de genees- en verbandmiddelen, thans door de gemeente-apotheek afgeleverd, in aanmerking te mogen komen, zich met die apothekers in verbinding te stellen, teneinde omtrent den prijs der recepten en de overige voorwaarden, waaronder zij de levering zouden willen op zich nemen, zekerheid te erlangen. Immers, zoo schreven wij aan de Commissie, zoolang daaromtrent geen zekerheid bestaat, is het ook niet mogelijk de eventueele ge volgen van de opheffing van de gemeente-apotheek te berekenen. Bovendien richtten wij zoowel tot de Commissie voor de Gemeente-apotheek, als tot den Directeur van Gemeentewerken de vraag, of bij behoud van de gemeente-apotheek spoedig tot hare uitbreiding of wellicht tot de stichting van een ge heel nieuwe apotheek zou moeten worden overgegaan, terwijl wij genoemden Directeur daarbij opdroegen, voor het geval hij uitbreiding of stichting van een geheel nieuwe apotheek noodig oordeelde, ons tevens mede te deelen, hoeveel de kosten van uitbreiding, resp. van stichting van een nieuwe apotheek, zouden bedragen. Het antwoord van de Commissie kwam den 5en November bij ons College in. Hieruit bleek het volgende. De Leidsche Apothekersvereeniging, waartoe alle onderteekenaars van het eerste adres behooren, verklaarde zich tegenover de Commissie bereid gedurende een tijd van 9 jaar de benoodigde genees- en verbandmiddelen te leveren volgens het z.g. verrichtings systeem en wel op dezen grondslag, dat voor de geneesmid- middelen, die op de prijslijst van de Koninklijke Pharma- ceutische Handelsvereeniging te Amsterdam genoteerd staan beneden een Hectogram, de genoteerde prijs vermeerderd met 30% en voor die, welke voor een hoeveelheid van een Hecto gram of hooger genoteerd staan, de genoteerde prijs ver meerderd met 30 tot 50%, al naarmate de benoodigde hoeveelheid bedraagt, in rekening zou worden gebracht. Voor specialités en verbandmiddelen zou verder een vermeerdering van 10°/o worden geëischt, terwijl voor het gereedmaken van een recept 10 cent en voor de emballage (flesschen en potten) de kostende prijs zou moeten worden betaald. Met verschillende voorbeelden toont de Commissie aan, dat op die wijze de recepten, het gereedmaken buiten aan merking gelaten, wel 80°/o duurder in prijs zullen worden, dan thans het geval is, terwijl het verschil bij de nieuwe geneesmiddelen, waarvan de naam nog gebonden is aan een patent, nog veel grooter wordt. Wij willen op de ten dezen opzichte door de Commissie gemaakte berekeningen hier niet nader ingaan, en meenen verder met verwijzing naar het in de Leeskamer ter inzage liggend rapport te mogen volstaan. In het vervolg van het rapport wordt door de Commissie een overzicht gegeven van hetgeen de gemeente-apotheek over het jaar 1909 heeft gekost en van hetgeen volgens hare berekening bij opheffing vermoedelijk aan de particuliere apothekers zal moeten worden betaald. En zij komt daarbij tot de slotsom, dat de exploitatiekosten van de gemeente apotheek over het jaar 1909, na aftrek van een bedrag van f 780 voor buitengewone uitgaven wegens ziekte van personeel, hebben bedragen f 7189, terwijl bij opdracht der leverantie aan de particuliere apothekers een bedrag van f 8000 zou zijn betaald. De conclusie, die de Commissie hieruit trekt, komt hierop neer, dat al moge ook het verrichtingssysteem op een zuiverder grondslag berusten, dan het stelsel, waarbij een vaste prijs per recept betaald wordt, eerstgenoemd systeem veel duurder voor de gemeente zal blijken te zijn, dan eigen exploitatie, vooral als men in aanmerking neemt, dat het bedrag van f 8000 nog vermeerderd moet worden met de vrij aanzienlijke kosten van controle op de berekeningen, waarvan reeds in het eerste advies der Commissie sprake is. Wij achten ons verplicht hier met een enkel woord op te merken, dat, alhoewel wij ons met deze conclusie geheel kunnen vereenigen, het bedrag, dat de Commissie aan neemt als de exploitatie-kosten over 1909 ons niet geheel juist voorkomt. Wij zullen hierop echter nog nader terug komen en kunnen dit verschil dus verder laten rusten. De Commissie wijdt vervolgens eenige beschouwingen aan het door haar verworpen stelsel, waarbij een vaste prijs per recept wordt betaald, doch wij kunnen die beschouwingen hier voorbij gaan, nu de eenige apotheker, die zich bereid verklaard had volgens dat stelsel het benoodigde aan de ge meente te leveren, de heer C. B. Duyster Jr., naderhand op zijne bereidverklaring is teruggekomen en zich heeft aange sloten bij het systeem, dat de Leidsche Apothekersvereeni ging voorstaat, het z. g. verrichtingssysteem. Ook merkt de Commissie nog op, dat een groot nadeel van de opheffing der gemeente-apotheek en het sluiten van een overeenkomst met de particuliere apothekers hierin gele gen is, dat de gemeente na afloop van het contract voor het feit kan komen te staan, dat de apothekers hoogere eischen stellen. Om al deze redenen en ook om die, reeds in haar eerste advies uiteengezet, handhaaft de Commissie mitsdien haar meening, dat opheffing der apotheek, ook in het gunstigste geval, niet in het financieël voordeel der gemeente zal zijn en vooral in de toekomst groot nadeel zal opleveren. En wat eindelijk betreft de vraag, of wellicht spoedig tot uitbreiding of stichting van een geheel nieuwe apotheek zal moeten worden overgegaan, daaromtrent deelt de Commissie mede, dat hoewel een nieuw gebouw natuurlijk wel wensche- lijk zou zijn, dit toch geenszins noodzakelijk is te noemen, vooral nu in de laatste jaren aan het voor woning bestemde gedeelte verschillende kleine verbeteringen zijn aangebracht, waardoor het thans als woning niet ongeschikt is. De Directeur der Gemeentewerken daarentegen is in zijn aan ons te dezer zake uitgebracht rapport niet zoo optimis tisch gestemd, voornamelijk op grond van de opinie van den onlangs afgetreden apotheker, doch ook hij is van oordeel, dat de bestaande toestand vermoedelijk nog verscheidene jaren bestendigd kan blijven. Algeheele vernieuwing van het perceel wordt verder door hem geraamd op f 15.500, ongerekend de eventueele aanschaffing van meubilair en inventaris, als mede de kosten van verplaatsing der apotheek en van huis vesting van den apotheker en zijn gezin tijdens de ver bouwing. Na kennisneming van al deze adviezen en nadat tenslotte

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1911 | | pagina 3