DONDERDAG 19 JANUARI 1911.
1
Zitting van Donderdag 19 Januari 1911.
Geopend des namiddags te twee uur.
Voorzitter: de heer Burgemeester Jhr. Mr. N. C. DE GIJSELA AR.
Te behandelen onderwerpen:
1° Voorstel om aan Gedeputeerde Staten in overweging te
geven het salaris van den secretaris vast te stellen op
f 4000.—. (12)
2° Benoeming van een Secretaris der gemeente. (12)
3° Benoeming van eene onderwijzeres aan de school der 3e
klasse No. 5. (11)
4° Benoeming van eene onderwijzeres aan de school der 3e
klasse No. 7. (11)
5° Verzoek van N. F. G. Poptie om vergunning tot demping
van een gedeelte sloot langs den Hoogen Rijndijk, gelegen
vóór de perceelen Nis. 40 en 42. (4)
6° Verzoek van het Bestuur van het Strijkorkest «Euterpe"
in zake het gebruik van het zanglokaal der Kweekschool
voor onderwijzers en onderwijzeressen. (7)
7° Verzoek van Mej. C. R. Kok om het gebruik van het gym
nastieklokaal der school 3e klasse No. 4. (17)
8° Verzoek van J. J. van Leeuwen om het winkelhuis aan den
Nieuwen Rijn No. 21 te mogen huren. (8)
9° Voorstel tot verhuring van het perceel Terweepark No 8,
aan Dr. J. C. Schalkwijk. (16)
10° Verordening, regelende de verdeeling der gemeente Leiden
in stemdistricten voor de verkiezing van leden van den
Gemeenteraad. (3)
11° Verordening, houdende aanwijzing van de stemlokalen voor
de stemdistricten, waarin de gemeente Leiden is verdeeld
voor de verkiezing van leden van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal. (3)
12° Voorstel om de pacht van de overhaalschouw aan het
Galgewater van af 10 November 1910 tot op de helft te
verminderen. (9)
13° Voorstel om Burg. en Weth. te machtigen degrootezaal
der Stadsgehoorzaal tegen verminderd tarief ter beschik
king te stellen van het Bestuur der Leidsche Pluimvee-
vereeniging. (5)
14° Verzoek van F. Pijper e. a. om het aantal boomen, staande
aan de oostzijde van de Heerenstraat, tot op de helft te
verminderen. (6)
15° Verordening, houdende reglement op het beheer en bestuur
van het Krankzinnigengesticht »Endegeest", de afdeeling
voor jeugdige idioten Voorgeest" en het Sanatorium voor
zenuwlijders »Rhijngeest". (2)
16° Voorstel:
a. tot opheffing van de school der 3e klasse No. 8;
b. om het gebouw, waarin de sub a bedoelde school geves
tigd is, te bestemmen voor eene nieuwe school der 2e
klasse met 6 leerjaren. (15)
17° Voortzetting van de behandeling van het praeadvies op
de verzoeken van de afd. Leiden van den Ned. Roomsch-
Katholieken Volksbond e. a., in zake de toepassing van het
bepaalde bij art. 1638c en d van het Burg. Wetboek, bij de
uitvoering van bestekken van gemeentewerken.
(362 van '1910 en 10 van 1911)
18° Voorstel van den heer Vergouwen tot verhooging van het
schoolgeld aan de Hoogere Burgerschool voor meisjes.
(216 van 1908, 263 van 1909, 352 van 1910 en 13 van 1911).
19° Verordening, houdende wijziging van de verordening van
19 April 1900, regelende de heffing van schoolgelden aan
het Gymnasium, de Hoogere Burgerschool voor Jongens
en de Hoogere Burgerschool voor Meisjes te Leiden.
(349 van 1910)
20° Bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatselijke directe
belasting, dienst 1910. (14)
Tegenwoordig zijn 28 leden, als de heeren: Driessen, de
Vries, Vergouwen, de Boer, Bots, van der Eist, van Tol,
Hoogenboom, Briët, Reimeringer, Bosch, Fockema Andreae,
Zwiers, Roem, Sijtsma, P. J. Mulder, van Hamel, Kerstens,
Korevaar, van der Lip, Aalberse, Carpentier Alting, Wildeboer,
Corts, Pera, Fokker, van Gruting en Meuleman.
Afwezig zijn de heeren: van Hoeken, wegens ongesteldheid,
A. Mulder, wegens uitstedigheid, en Timp, wegens familie
omstandigheden.
De Voorzitter. Mijne Heeren. Alvorens tot de werkzaam
heden over te gaan, wensch ik den leden van den Raad, in
deze eerste vergadering in 1911, mijne beste wenschen aan te
bieden bij den aanvang van het nieuwe jaar.
Moge het u, mijne Heeren, en de uwen zoowel in huiselijke
aangelegenheden als in zaken in dit nieuwe jaar welgaan,
moogt ge gespaard blijven voor rampen en verdriet.
Gelukkig is in het afgeloopen jaar geen uwer leden aan
uwe vergadering komen te ontvallen; moget gij allen ook
dit jaar door den dood gespaard blijven, en moge hij, die reeds
zoo geruimen tijd door ziekte verhinderd is geweest uwe ver
gaderingen bij te wonen, spoedig herstellen tot geluk van
zijn gezin en tot nut van onze gemeente.
Heelt de dood in 1910 geen uwer leden uit uw college
weggerukt, helaas! het is ons niet vergund geweest onzen
hooggeachten en voortrefïelijken Secretaris in ons midden te
behouden.
De open wonde, die zijn droevig heengaan aan uwe ver
gadering, aan de gemeente, aan u allen en aan mij heeft toe
gebracht, is nog niet geheeld. De herinnering aan dien slag
is nog te versch dan dat wij dien niet levendig nog zouden
gevoelen.
Het overlijden van Mr. Maurits Constantijn de Vries van
Heyst werpt eene droeve, donkere schaduw over het jaar,
dat is heengegaan.
Moge zijn opvolger, dien gij staat te benoemen, hem nabij
komen in toewijding, ijver en werkkracht en hem evenaren
in liefde voor deze gemeente.
Het afgeloopen jaar, Mijne Heeren, was een gewichtig jaar
voor Leiden.
Verschillende belangrijke congressen vergaderden binnen
deze gemeente, leerrijke tentoonstellingen werden gehouden,
Mathesis Scientiarum Genitrix vierde haar 125-jarig bestaan,
de Lustrumfeesten ter herdenking van het 335-jarig bestaan
onzer Academie werden met luister en opgewektheid door
de studenten en Leidens burgerij gevierd.
De gecostumeerde optocht en de opvoeringen van Alianora
trokken massa's vreemdelingen naar Leiden, terwijl ook in
gewone tijden onze gemeente door vele buitenlanders werd
bezocht ter wille van haar stadsschoon en hare interessante
gebouwen.
Een goed voorteeken lijkt het mij ook toe, dat de bevolking
in 1910 met niet minder dan 861 inwoners is toegenomen,
terwijl zeker voor het eerst sedert vele jaren de vestiging
het vertrek, al is het dan ook maar met een klein getal heeft
overtroffen. Belangrijke besluiten heeft uw Raad in het afge
loopen jaar genomenhieronder vermeld ik in de eerste plaats
die, welke betrekking hadden op de uitbreiding van het be
drijf der lichtfabrieken.
Wèl zijn aan die besluiten groote geldelijke opofferingen
verbonden geweest en tengevolge daarvan toename van de
opgenomen kasmiddelenal deze uitgaven zijn echter gedaan
ten behoeve van productieve doeleinden, en ik twijfel er dan
ook niet aan, of die uitgaven zullen hare rente ruim opbren
gen en bijdragen tot den bloei en voorspoed dezer gemeente.
Nog noem ik onder de door u genomen gewichtige besluiten
het besluit tot afschaffing van de kermis, terwijl ook van de
door u vastgestelde verordeningen die desbetreffende de sub-
sidieering van het bijzonder bewaarschool-onderwijs en de
regeling van het Gymnastiek-onderwijs en die welke de trak
tementen van verschillende ambtenaren, beambten en werklieden
der gemeente opnieuw regelden en verbeterden, hier vermeld
mogen worden.
En thans ligt het nieuwe jaar voor ons.
In dit jaar zullen de nieuwe school aan de Haverstraat en
het Idiotengesticht Voorgeest" geopend worden, terwijl het
gereedkomen van de nieuwe Blauwpoortsbrug in verband met
de pas kort voltooide overwulving van het Kort-Rapenburg
een flinken toegangsweg zal scheppen van het station naar het
hart van de stad. Ook zullen in het voorjaar de electrische
trams door Leiden gaan rijden en rekenen wij er op, dat
dezen zomer Katwijk en Noordwijk met het nieuwe vervoer
middel zullen kunnen bereikt worden.
Verbetering van de verkeersmiddelen zal vermeerdering van
vertier en welvaart tengevolge hebben, terwijl ook de voor
genomen Landbouwtentoonstelling zal bijdragen tot vergrooting
van het vreerndelingenbezoek.
In dit jaar zal ook veel, mijne Heeren, van uwe werkkracht
gevorderd worden.
Reeds aanstonds zult ge gewichtige besluiten te nemen
hebben betreffende onderwijs-zaken terwijl de plannen omtrent
de Jongens Hoogere Burgerschool om spoedige oplossing vragen.
Op sociaal gebied wordt nog wellicht heden door u eene
belangrijke regeling getroffen, terwijl ook tevens onze eerste
bedrijfs-verordening ingevolge artikel 114bis der Gemeente
wet aan uwe beslissing is onderworpen. Meerdere dergelijke
verordeningen zullen moeten volgen en zoo zal er ook wel
geen stilstand zijn op het gebied van gemeente-bedrijven en
op dat der financiën. Hoogst waarschijnlijk zal uwe mede
werking ingeroepen worden om verlichting van den hoofde-
lijken omslag aan te brengen ten behoeve van hen, die van
kleine inkomens moeten rondkomen en eene consolideering