12 DONDERDAG 19 JANUARI 1911. De heer Meuleman. M. d. V. Ik wensch niet te spreken over hetgeen de heeren Fokker en Pera gezegd hebben, maar naar aanleiding van een voorstel om de Nos. 17, 18 en 19 aan te houden, mede te deelen, dat ik na het inkomen van het voorstel van de heeren Fokker, Sijtsma en van der Eist, betreffende een evenredig schoolgeld aan de Hoogere Burger school voor Meisjes mijn voorstel om dat schoolgeld op ƒ100 te brengen terugneem. Evenwel ben ik met den heer Vergouwen, die mij heeft gemach tigd mede te deelen dat ook hij zijn voorstel intrekt, overeen gekomen in denzelfden geest als de heer Fokker c. s. een voorstel tot heffing van een evenredig schoolgeld te doen, doch daarbij te beginnen met ƒ00 en niet met f 40 Ik zal dit zoo spoedig mogelijk indienen, dan kunnen Burgemeester en Wethouders daarover misschien ook nog praeadvies uitbrengen. De Voorzitter. Ik heb den Raad reeds voorgesteld het voorstel van den heer Fokker c. s., dat gedrukt en rondgedeeld is, in handen van Burgemeester en Vv'ethouders ten fine van praeadvies te stellen. Ik zal er nu ook prijs op stellen het voorstel van de heeren Meuleman en Vergouwen spoedig te ontvangen, dan kunnen wij dit tegelijkertijd op dezelfde wijze behandelen. De heer Eerstens. M. d. V. De heer Fokker heeft gezegd, dat de behandeling van de reclames, die thans plaats heeft, eigenlijk eene formaliteit is. Ik laat daar in hoeverre die mee ning juist is, maar wij hebben dien weg steeds gevolgd. Het is wel jammer dat de heer Fokker met zijne methode van behandeling der reclames zoo laat komt. Gaan wij de behan deling van deze bezwaarschriften nu weer uitstellen, dan worden de controleur en zijne ambtenaren tot werkeloosheid gedoemd. Ik ben het geheel eens met de opmerking van den heer Pera, dat zij die zich bezwaard gevoelen het best doen zich te wenden tot een of ander raadslid. Hoe weinig de reclamanten zich echter bezwaard gevoelen door de vaststel ling van hun aanslag, wordt wel bewezen door het feit, dat er in het geheel twee verzoeken bij Raadsleden zijn ingeko men om hunne belangen hier te bepleiten. Ik zou daarom den Raad in overweging willen geven ten minste dit kohier volgens de gebruikelijke methode te willen afdoen. De heer Fokker is dan in de gelegenheid een ander voorstel van be handeling te doen en kunnen wij dit dan in overweging nemen De heer Fokker. Mag ik even antwoorden op hetgeen de heer Eerstens heeft gezegd? De heer Eerstens heeft in het midden gelaten of het juist was wat ik zeide, dat de behan deling van de reclames door den Raad eene bloote formaliteit was. Het temperament van den heer Eerstens kennende, weten wij wel dat wanneer mijne meening onjuist was, hij zou hebben uitgeroepen: dat is onwaar; wij mogen het er dus voor houden, dat hij het met mij eens is, dat het nu is eene formaliteit. Wanneer eene dergelijke gewichtige functie aan den Raad is gegeven, dan moet de Raad die niet behandelen als een formaliteit, en daarom betreur ik de tegenwoordige wijze van werken. Ik zou het verstandig vinden, wanneer eene commissie werd benoemd, die stuk voor stuk de bezwaar schriften naging. Ik bemerk echter wel dat mijn idee heel weinig steun bij den Raad vindt. Wanneer wij straks eene geheime zitting krijgen, dan zal ik verzoeken om een paar aanslagen aan te houden tot een volgende vergadering. En wat het ophouden aangaat van den Controleur der Gemeentebelasting,, deze heeft het nu druk genoeg met de beschrijving; hij behoeft werkelijk niet stil te zitten; dezer dagen heb ik nog bemerkt dat men op dat bureau van de gemeente absoluut niet stilzit. De heer van der Elst. Wij hebben nu al een kwartier over deze zaak geredeneerdin dien tijd hadden wij met de af doening der reclames al een heel eind verder kunnen zijn. De Voorzitter. Bij de behandeling van deze reclames is de gewone weg gevolgd. Wilde men een andere wijze van behandeling, dan zouden Burgemeester en Wethouders het toch zeer op prijs hebben gesteld, wanneer zij het daartoe strekkende voorstel wat vroeger hadden gekregen. Nu ineens een geheel andere methode van onderzoek in te voeren, gaat dunkt mij, niet aan. Verlangt iemand naar aanleiding van deze bezwaarschriften nog iets in het midden te brengen? De heer Fokker. Zou het niet mogelijk zijn om nr. 253 aan te houden De heer Roem. M. d. V. En wanneer het niet wordt aan gehouden, wordt het dan in geheime zitting besproken? De Voorzitter. Dat kan natuurlijk geschieden, wanneer eene vergadering met gesloten deuren verlangd wordt. De heer Zwiers. M.d. V. Ik zou gaarne een enkelen aanslag willen besprekenmaar wegens den intiemen aard van zulke kwesties stel ik voor, dit met gesloten deuren te doen. De Voorzitter. Dan zal ik de deuren doen sluiten en den Raad voorstellen de openbare vergadering te veranderen in eene vergadering met gesloten deuren. De openbare vergadering wordt hervat. De Voorzitter. In het praeadvies van Burgemeester en Wethouders over de bezwaarschriften komen alsnog deze twee wijzigingen, dat nader voorgesteld wordt den aanslag van de weduwe Earg te royeeren en dien van den heer Looman van de 3e klasse tot de le klasse terug te brengen. Het aldus gewijzigde praeadvies wordt hierop zonder hoofde lijke stemming aangenomen. (De heer Meuleman had inmiddels de vergadering eveneens verlaten.) De Voorzitter. Verlangt nu nog iemand het woord? De heer Fokker. M. d. V. Het zij mij geoorloofd eene vraag aan het College van Burgemeester en Wethouders te doen. Is het dit College bekend dat reeds op 13 Januari biljetten in de stad zijn verspreid onderteekend door den Controleur der Gemeentebelasting en luidende: Daar Uw beschrijvingsbiliet voor de plaatselijke directe belasting tot heden niet is terugontvangen, wordt U in uw eigen belang in overweging gegeven dit alsnog ten spoedigste uiterlijk binnen 3 dagen te willen doen terugbezorgen ten Raadhuize, Earner n°. 18. De Controleur der Gemeentebelastingen, Vliegenthart. Op schriftelijk verzoek kan uitstel worden verleend. Waar de verordening de ingezetenen gedurende de maand Januari den tijd laat voor invulling van hun biljet voor zooverre zij er een ontvangen, moet ik tegen deze vexatoire wijze van optreden ernstig bezwaar maken. De hooge inkomstenbelasting is hier reeds impopulair genoeg dan dat dit nog niet erger behoeft gemaakt te worden door maatregelen als door mij bedoeld. Ik vertrouw dat dit buiten weten van het College van Burgemeester en Wethouders zal geschied zijn en zoo niet, dat anders van hunnentwege zal worden zorg gedragen dat de ingezetenen voor dergelijke vriendelijke briefjes vóór den tijd bewaard blijven. De heer Eerstens. De zucht om met de samenstelling van het kohier dit jaar wat vroeger klaar te komen, dan andere jaren het geval was, heeft den Controleur van de Gemeente belastingen er wellicht toe gebracht om het verzoek tot inlevering van het beschrijvingsbiljet te snel te doen uitgaan. De circulaire dan door den heer Fokker bedoeld is nog eene van oud model. In de onlangs nieuw gedrukte zijn de woorden »in uw eigen belang" weggelaten. Intusschen zullen Burgemeester en Wethouders gaarne een anderen vorm trachten te vinden om de belastingschuldigen, met de inlevering van het biljet zooveel mogelijk tot spoed aan te zetten. De heer Fokker. M- d. V. Ik dank het College van Burge meester en Wethouders voor het antwoord mij bij monde van den heer Eerstens gegeven. De verzekering dat met mijn opmerking rekening zal worden gehouden kan niet anders dan mij volkomen bevredigen. Niemand verder het woord verlangende, wordt de vergadering hierop gesloten. Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1911 | | pagina 12