DONDERDAG 29 DECEMBER 1910.
zuinigheid en degelijkheid. Ik geloof te mogen zeggen, dat
het resultaat in die jaren bereikt er op wijst, dat er van de
fabrieken een groote activiteit is uitgegaan, vooral ook van
de zijde van den directeur en adj. directeur. Men kan niet
anders getuigen, dan dat zij voor de lichtfabrieken hart
hebben, alsof het hun eigene zaken gold. Wanneer hier of
daar bezuinigd kan worden zpnder het bedrijf te schaden
zullen zij het zeker niet nalaten. En omgekeerd heb ik nog
nooit den indruk gekregen, dat er iets werd uitgegeven
zonder dat aan de Commissie van Beheer de noodzakelijkheid
er van ruimschoots aangetoond was. Ja, werkelijk noodzake
lijke uitgaven werden nog wel eens een tijdje uitgesteld, om
van alle kanten nog eens te bezien, of er niet op bezuinigd
kon worden. Wanneer men van een zaak als deze, die zoo
langdurig is voorbereid, de voorbereiding niet geheel heeft
mee gemaakt, kan men niet om een paar losse opmerkingen
over enkele onbeteekenende onderdeelen gaan zeggennu
moet het voorstel maar teruggenomen worden en nog maar
eens worden bekeken. Ik ben er vast van overtuigd, dat men
van de Commissie geen ander plan heeft te verwachten, en
deze het ongewijzigd weer zal indienen. Nadat sinds jaren
de noodzakelijkheid van uitbreiding was gevoeld, is thans na
grondige voorbereiding dit plan tot stand gekomen. Daarom
geef ik den Raad in overweging, om het vertrouwen, dat hij
altijd gesteld heeft in de Directie en Commissie opnieuw te
toonen door mee te gaan met dit voorstel tot uitbreiding
van het bedrijf. Ik ben er van overtuigd, dat men er nooit
spijt van zal hebben.
De heer Pera. Slechts een enkele opmerking naar aanleiding
van hetgeen de heer Aalberse aan het einde heeft gezegd.
De heer Aalberse heeft betoogd, dat een ruim en goed
gebouw noodig is. Dat nemen wij gaarne aan. Maar wanneer
ik het voorstel doe om de zaak uit te stellen om de reeds
genoemde reden, dan wil ik hiermee niet uitspreken, dat dit
is uit wantrouwen tegen de Commissie. Wanneer dit het geval
zou zijn, zou ik mij niet laten vinden tot het doen van een der
gelijk voorstel. Dit idee van wantrouwen moet buiten be
schouwing gelaten worden, en mag niet gebruikt worden om
te influenceereri op het uitbrengen van de stemmen.
De Voorzitter. Door de heeren Fokker, de Boer, Pera en
Sijtsma is de volgende motie ingediend:
De ondergeteekenden hebben de eer voor te stellen
De Raad besluit
1. Het voorstel opgenomen onder no. 358 der 1. S van de
agenda af te voeren.
2. De wenschelijkheid uit te spreken dat goedkoopere plan
nen voor de uitbreiding van het administratiegebouw der
Sted. Fabrieken van Gas en Electriciteit en inrichting van
een winkelhuis met toebehooren den Raad worde aangebo
den en over te gaan tot de orde van den dag.
Fokker.
S. de Boer Az.
W. Pera.
K. Sijtsma.
De motie van den heer Fokker c.s. wordt in stemming
gebracht en met 17 tegen 10 stemmen verworpen.
Tegen stemmen de heeren A. Mulder, P. J. Mulder, Carpen-
tier Alting, Bosch, Korevaar, Eerstens, van der Lip, Roem,
van Hamel, de Vries, Meuleman, Aalberse, Driessen, Fockema
Andreae, Reimeringer, Bots en van Tol.
Vóór stemmen de heeren: Corts, Zwiers, Fokker, Sijtsma,
Pera, van Gruting, Timp, Wildeboer, de Boer en van der Eist..
(De heer Vergouwen had inmiddels de vergadering verlaten.)
Het voorstel van Burg. en Weth., op verzoek van den heer
Fokker in stemming gebracht, wordt met 18 tegen 9 stemmen
aangenomen.
Vóór stemmen de heerenA. Mulder, P. J. Mulder, Car-
pentier Alting, Bosch, Korevaar, Kerstens, van der Lip, Roem,
van Hamel, dé Vries, Meuleman, Aalberse, Driessen, Fockema
Andreae, Reimeringer, Bots, van der Eist en van Tol.
Tegen stemmen de heeren: Corts, Zwiers, Fokker, Sijtsma,
Pera, van Gruting, Timp, Wildeboer en de Boer.
XV. Voorstel:
a. tot overname in eigendom en onderhoud bij de gemeente
van de brug over de Maresingelgracht in den verbin
dingsspoorweg naar de gasfabriek en een gedeelte van
de aarden baan van dien spoorweg en tot beschikbaar
stelling van de voor die overname benoodigde gelden
b. tot beschikbaarstelling van gelden voor de vervanging
van de sub a bedoelde brug door een ongelijkarmige
geconstrueerde draaibrug;
c. tot aanvulling van het Uitbreidings- en Vernieuwings
fonds der Stedelijke Gasfabriek met f 15000.
d. tot het aangaan van een 2-tal overeenkomsten betreffende
de spoorverbinding pret de Stedelijke fabrieken van gas
en electriciteit en het Openbaar Slachthuis.
(Zie Ing. St. No 361 en 369).
De heer Reimeringer. M. d. V. Ik wil even verklaren, dat
ik beslist bezwaar heb tegen het toestaan van de f 10000 aan de
H. IJ. S. M. voor het overnemen van den weg. Ik heb geen
bezwaar tegen de f 15000 voor den bouw van de n jeu we
brug, maar ik verklaar mij tegen het geven van een cadeau
van f 10000 aan de H. IJ. S. M.
De heer Fokker. M. d. V. Ik heb tevergeefs in de stukken
gezocht naar hetgeen in ait. 5 wordt genoemd nl. het aan
beide partijen bekende: Ubereinkommen, betreffend die ge-
genseitige Wagenbenutzung im Bereiche des Vereins Deut-
scher Eisenbahn-Verwaltungen" van 1 April 1897Brengt
deze overeenkomst wellicht verplichtingen voor de gemeente
mede?
De heer Korevaar. M. d. V. Wanneer de heer Fokker dit
stuk wenscht te zien is daartegen geen bezwaar; het is niet
met eenige bedoeling, dat dit stuk niet is opgenomen.
De heer Fokker. Dat heb ik ook niet gezegd.
De heer Korevaar. M. d. V. De H. IJ. S. M. zit altijd aan
de bepalingen van dat contract vastde Spoorwegmaat
schappijen sluiten geen overeenkomst zonder naar dit Uber
einkommen te verwijzen.
Maar of dat voor ons kleine land van eenige beteekenis
is en of daarmee rekening wordt gehoudenik wil eerlijk
bekennen, dat wij daar geen oogenblik aan hebben gedacht.
Men ziet wel meer, dat in stukken verwezen wordt naar het
een of ander wetboek, terwijl het slechts gaat om een zeer
klein onderdeel daarvan. Zoo is het hier ook mee. Wil de
heer Fokker de bepalingen zien? Mij goed, maar in ieder
geval is daar toch geene verandering in te brengen.
De heer Fokker Mijn vraag was, of de bepalingen, waar
van in het contract staat, dat zij aan beide partijen bekend
zijn, eenige verplichting voor de gemeente met zich mee
brengen. Als ik het echter goed heb begrepen kent de heer
Korevaar die bepalingen niet.
De heer Korevaar Dat hebt ge zeer juist opgemerkt. Ik
ken die bepalingen niet, maar wanneer ons door de hoofd
ambtenaar wordt meegedeelddat de zaak niet van belang
is, dan heb ik wel wat meer te doen dan dat heele boekdeel
door te lezen.
De Voorzitter. Ik vind het zelf ook hoogst onaangenaam
om 10000 aan de Holl. Spoor te betalen; maar wat wil
men doen? De Holl. Spoor weigert beslist gunstige condities
voor het vervoer te verleeneu, wanneer die f 10000 niet
worden betaald, en dan zijn wij nog verder van de wijs. Het
contract met de Holl. Spoor, dat Burgemeester en Wethouders
thans ter goedkeuring in den Raad hebben gebracht, is zeer
voordeelig voor de gemeente. De Holl. Spoor wil geen nieuw
contract aangaan, tenzij wij de f 10000 betalen. De kwestie
zat in de naasting. De Staat heeft aan de Holl. Spoor meege
deeld, dat hij niet wil naasten een lijn, die loopt over terrein
aan de gemeente Leiden toebehoorende. Bij eventueele naas
ting wil de Staat niet overnemen een bovenbouw, die rust
op het eigendom van een ander. De Staat wil dus minder
geven, dan de aanleg van de verbindingslijn gekost heeft.
Nu hebben wij betoogd, dat deze kwestie eerst bij naasting
te pas zou komen, en dat dan de Holl. Spoor eerst schade
zou lijden. Toen kwam echter de aap uit de mouw, en het
bleek, dat wij deze 10000 hadden te betalen als vergoeding
voor ons voordeelig contract. En het is werkelijk een voordee
lig contract, dat nu voor 10 jaar staat gesloten te worden.
Dit blijkt ook wanneer wij het vergelijken met het contract,
dat de gasfabriek in den Haag aan den Loosduinschen weg met
de Holl. Spoor heeft gesloten. Daar wordt door de Holl. Spoor
gerekend 2,50 per wagon met 50 ct. reductie per wagon
indien het aantal meer bedraagt dan 5000. Hierbij in aan
merking genomendat het aantal wagons in den Haag groo-
ter is en de weg langer, dan is het contract van Leiden zeer
voordeelig. Wij betalen evenveel als den Haag, terwijl wij reeds
dezelfde reductie ontvangen, indien er meer dan 2000 wagons
worden vervoerd, als den Haag ontvangt, wanneer het ver
voer 5000 wagons te boven gaat.
In Amsterdam betaalt men 52-| ct. per ton van 1000 K.G.
met vrij gebruik van de kranen aan de Rietlanden. Bij groo-
ter vervoer geniet de gasfabriek evenwel geene reductie.
Deze laatste bepalingen zijn moeilijk met de Leidsche te
vergelijken, maar naar de Directeur der Gasfabriek alhier mij
heeft verzekerd moeten onze voorwaarden in vergelijking met
het Amsterdamsche contract voordeelig genoemd worden.
Willen wij nu de gevraagde f 10000 niet betalen, dan zullen
wij een ander contract moeten sluiten, dat voor ons nog