212 DONDERDAG 29 DECEMBER 1910. slechts als een persoonlijke meening heb weergegeven. Ik ben wellicht onvoorzichtig geweest, om cijfers te noemen die op geen feitelijk onderzoek steunen, maar de heer Fokker begaat dezelfde onvoorzichtigheid om daaraan meer waarde te hech ter, dan ze verdienen. Ik zal een volgende maal voorzichtiger zijn en niet zoo spoedig mijne meening zeggen. Verder heeft de heer Fokker verschillende kleinigheden genoemd, die dienst moeten doen om te bewijzen, dat de ont werpen te weelderig zijn ingericht. Zoo zou ik vroeger hebben medegedeeld dat de geheele administratie van de lichtfabrieken, in tegenstelling van de ontworpen plannen, zou worden overgebracht naar de Hooi gracht, ik moet dit beslist ontkennen. Behandelende en spre kende over den aankoop perceel Hooigracht, als plaatsver vanger voor Pieterskerk Choorsteeg, heb ik medegedeeld dat de bedoeling was, o.a. de administratie van het laatste naar het nieuwe over te brengen. Verder zoude luxe zijn het ontwer pen van W. C.'s, terwijl men vroeger op zoo'n teekening »privaat" of wel een letter »P." zette, maar dat acht ik een aardigheid. De dienst kon echter vereenvoudigd worden, zegt hij; 2 klachten bureaux zijn te veel. Eén is voldoende. Maar wil een zaak, die op levering in zoo velerlei verschil lenden vorm aan het publiek steunt, bloeien, dan moet men op de hoogte zijn van de meening van de afnemers, en dat kan alleen door hun gemakkelijk te maken die te uiten en niet te belemmeren door een groote wandeling. Verder zoude 2 telkamers ook luxe zijn. Het muntgas- meterbedrijf eischt veel administratie. Eens in de maand worden de muntgasmeters opgenomen en de voorraad 2/7- cent-stukken er uitgelicht om te worden geteld en weder ingewisseld. Dit is een omvangrijk werk, moet door vertrouwde personen geschieden en in daartoe ingerichte lokalen. Een werkman kan zooveel 272-cent- stukken niet in voorraad heb ben, dat hij voor een maand voorzien is. Hij moet voortdu rend kunnen wisselen, daarom moeten er meer plaatsen zijn in de stad waar hij 272-cent-stukken koopen kan. Dat een lokaal wordt ingericht voor de moederklok van den klokken- dienst -is ook al luxe; ik denk dat dit als een aardigheid is bedoeld, want die klok met zijne regulatoren en verdere werktuigen moet toch ergens een plaats hebben, en om nu alle mogelijke hinder van de trillingen, waarvan de grond in den omtrek van de Centrale kan bloot staan, weg te nemen, is dit lokaal, voor dit zeer gevoelige werktuig op de Hooi gracht geprojecteerd. De heer Fokker zou willen hebben, dat de lantaarnopstekers allen naar de Gasfabriek gingen, maar de lantaarnopstekers doen meer dan lantaarns opstekenzij moeten ook zorgen dat de lantaarns in orde blijven, en dat zoo noodig nieuwe kousjes en glazen worden aangebracht. Nu staat er maar niet zoo'n groote mand met kousjes en glazen, waaruit ieder nemen kan, daarop moet behoorlijk controle worden gehouden. Elke morgen wordt er appèl gehouden en ieder levert dan zijn gebroken kousjes en glazen in. Wanneer men nu daarbij bedenkt, dat de lantaarnopstekers er andere betrekkingen bij bekleeden, als kleermaker, schoenmaker enz., dat zij door de geheele stad verspreid wonen en hun werk moeten verrichten, soms zeer ver van de Gasfabriek af, dan is het niet te vergen dat zij telkens heelemaal naar de Gasfabriek loopen; dan is het toch noodig dat men ook een gebouw in de stad heeft. Met de fitters is het net andersom; die komen'en kunnen bij een goeden dienst alleen komen aan de Gasfabriek om orders te halen. Daar zijn de magazijnenen voorraden buizen kranen, gereedschap enz. Ieder werkman krijgt daar hetgeen hij noodig heeft, dat wordt op zijn hoofd geboekt en daarvoor is hij verantwoordelijk. Natuurlijk moeten dan ook de fitters eiken dag bijeenkomen om aan hen uit te deelen wat zij noodig hebben en het is dan ook even natuurlijk, dat men daarvoor laat komen aan de Gasfabriek waar het magazijn is en niet aan de Hooigracht. De heer Fokker sprak van twee wachtkamers. Nu kan men de bezuiniging te ver voeren en zeggen dat de Directeur en de onder-Directeur best in één kamer kunnen zitten en dat wanneer de Directeur eene bespreking heeft, waarbij de onder- Directeur niet tegenwoordig kan zijn, deze dan zoolang maar buiten moet staan, of wel dat degenen die de Directeur wenschen te spreken in hetzelfde lokaal moeten wachten, waar de fitters in hunne werkkielen bijeen komen, maar zooiets gaat toch niet aan. Bovendien, als de electrische tram gaat loopen, dan komt er meer werk en meer personeel, en dan zal wel weer een wisseling van lokaal plaats hebben en wellicht kan dus een regeling getroffen worden dat er een vervalt. Dan heeft de heer Fokker gesproken over de ontbijtkamer. De kantoren van de gasfabriek moeten open zijn van des morgens 7 uur tot des avonds 7 uur, natuurlijk met afwisselend personeel. Nu is het altijd gewoonte geweest, dat de amb tenaren die hun boterham daar moeten eten, ook in het bureau koffie zetten dit leidt anderen van het werk af en geeft andere rradeelendit wordt nu ondervangen, door in het vervolg de koffie in een apart lokaal te doen zetten en dan rond te deelen. De koffiekamer is geprojecteerd uit economie en niet voor luxe. Verder, Mijnheer de Voorzitter kan men een verschillenden maatstaf aanleggen, of iets duur is of goedkoop. Ik vind den maatstaf van den heer Fokker met die kleinigheden naai' voren te brengen zeer ongelukkig en nietszeggend. Gewoonlijk wordt, om na te gaan de duurte van een geheel nieuw te bouwen gebouw, de kostprijs en kubieke inhoud vergeleken met die van soortgelijke reeds afgewerkte gebouwen. Hoeveel tegenwoordig de prijs bedraagt van eene arbeiderswoning per M3 weet ik niet precies, maar van een gewoon winkelhuis met een burgerwoning daarboven is de prijs f 8 a f 10 per M3. Nu kost dit gebouw f8 de M3, dus men kan niet zeggen, dat dit gebouw duur geprojecteerd is. De heer Fokker. Is daar de grond bij? De heer Korevaar. Neen, die wordt er nooit bij gerekend, ook niet de fundeering. Ik kan mij dan ook volstrekt niet vereenigen met de meening van den heer Fokker, dat wij zoo luxurieus zijn te werk gegaan, integendeel. Mijnheer de Voorzitter. Ik zou de zaak ook nog van een anderen kant willen bekijken. Indien, toen indertijd werd besloten tot het bouwen van de centrale, men had aangevraagd dezelfde som noodig voor het bouwen van kantoren, dan zou men gezegd hebben: Dat kan iedereen begrijpen, dat zij noodig zijn, wij hebben dat echter uit zuinigheid niet gedaan en ons zoolang mogelijk beholpen in het vertrouwen dat de Raad later niet de middelen zou weigeren. En thans zitten, zoo als uit de cijfers blijkt, de menschen bijna op elkaar, er moeten meer ambtenaren aangesteld worden, de administratie moei in overeenstemming met de uitbreiding van het bedrijf gereorganiseerd worden, en nu dreigt de Raad daarvoor de middelen te weigeren, dat begrijp ik niet. Dat de hoofdboekhouder apart moet zitten, spreekt van zelf. Iemand die de hoofdadministratie voert van een bedrijt, waarvan de kas jaarlijks over twee millioen loopt, moet rus tig kunnen werken, zonder last te hebben van het publiek. Dit is een eerste vereischte voor een goeden gang van zaken. Verder zijn er twee lokalen geprojecteerd, een voor de rus tige, de ander voor de onrustige administratie. Onrustige administratie is die, waar het personeel voortdurend klachten in ontvangst neemt en verder het publiek te woord staat. Bij de rustige administratie worden kwitantien geschreven en boeken bij gewerkt, waarbij zij niet door het publiek worden gehinderd. Dit zou hen, die er niets mee te maken hebben afleiden en komen ten nadeele van de administratie. De heer Fokker heeft gezegd, dat de aangevraagde sommen voor de gebouwen niet productief zijn. Ik moet met hem van meening verschillen. In het algemeen geloof ik niet, dat er nog iemand in den Raad is, die administratie voor een dood kapitaal houdt. Ik meen, dat dit een overwonnen stand punt is. Maar bovendien zijn al de uitgaven gedekt. Bij alle contracten met andere gemeenten en ook bij die met de trammaatschappij zijn de administratiekosten wel degelijk be rekend. Die meerdere administratiekosten, die wij terugkrijgen, vertegenwoordigen voor een groot gedeelte de rente en aflos sing van de gebouwen aan de Gasfabriek. Wat nu betreft het gebouw aan de Hooigracht, in de eerste plaats is dit noodig wegens de lokalen, zoo straks door mij genoemd, in de 2de plaats voor de reclame. Dat dat niet zoo 'n onbetee- kende factor is, weten de heeren, die op de hoogte van hun tijd zijn, heel wel, dat behoort er nu eenmaal bij en daaraan is in Leiden tot heden toe niets gedaan dan in den aller- laatsten tijd eenige lezingen de gasproductie stijgt, maar moet nog meer stijgen. In andere gemeenten is men ons vóór op dat gebied o.a. te Nijmegen, waar men jaarlijks het budget van de lichtfabrieken belast met een bedrag van f 3000 voor reclame. En nu gaan wij op de Hooigracht een gebouw maken, dat, zooals de heer Fokker zegt, een halve ton gouds kost. Wanneer ik nu reken f 3000 jaarlijks voor de reclame, dan kom ik bij berekening van rente waartegen de gemeente leent, en 272 aflossing, tot een kapitaalsom van f 48000 of ongeveer het bedrag wat gevraagd wordt. Bij deze bere kening hebben wij de woning, de lokalen voor moederklok en lantaarnopstekers vrij, want dat er een nieuwe woning noodig is, zal zeker de heer Fokker niet in twijfel trekken, die, naar ik vertrouw, naar de tegenwoordige woning wel een onderzoek zal hebben ingesteld, nadat bij de behandeling van het voorstel tot aankoop van perceel Hooigracht de toestand aldaar onhoudbaar is genoemd. De heer Fokker. Ik schijn wat onduidelijk te zijn geweest in mijn spreken of wellicht heb ik mij verkeerd uitgedrukt. Wat aangaat de geheime zitting waarover de heer Korevaar heeft gesproken ik heb die niet bijgewoond. Wat daar verhandeld is heb ik dus alleen kunnen te weten komen uit de notulen van die vergadering. En dan ik zou zoo on-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1910 | | pagina 6