6 water, Kruisstraat en Smidssteeg en Narmstraat; het bevat bovendien dat gedeelte van wijk IX, dat gelegen is tusschen de Haarlemmertrekvaart en de verbindingsspoor van de Hollandsche IJzeren Spoorwegmaatschappij met de Gasfabriek. Het heeft het bureau in het schoollokaal aan de Mare (school 3e klasse n°. 3). Het stemdistrict n°. 8 bevat het gedeelte van wijk IX, dat gelegen is tusschen de Haarlemmertrekvaart en het Galgewater, benevens de westzijde van de Beestenmarkt en de ten wes ten daarvan gelegen straten, vermeld in het stemdistrict no. 5. Het heeft het bureau in de timmerloods van de Stadstim- merwerf. Het stemdistrict n°. 10 bevat het gedeelte van wijk XII, dat gelegen is tusschen de Heerenstraat (Oostzijde) en den Haagweg, die straten zelve inbegrepen. Het heeft het bureau in het schoollokaal van de Practische Ambachtsschool aan den Haagweg. A kt. 4. Het derde kiesdistrict wordt verdeeld in drie stemdistricten. Het stemdistrict n°. 6 bevat wijk VI en heeft het bureau in het schoollokaal aan de Van der Werfstraat (school 3e klasse n°. 2). Dit bureau is het Hoofdstembureau. Het stemdistrict n°. 7 bevat het gedeelte van de wijken VJII en X dat gelegen is ten zuiden van den Ouden Rijn. Het heeft het bureau in de bewaarschool aan de Groenesteeg. Het stembureau n°. 9 bevat het gedeelte van de wijken VIII en X, dat gelegen is ten noorden van den Ouden Rijn. Het heeft het bureau in het schoollokaal aan de Medusastraat (school 3e klasse n°. 9). VERORDENING, houdende aanwijzing van de stemlokalen voor de stemdistricten, waarin de gemeente Leiden is verdeeld voor de verkiezing van leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Eenig Artikel. Voor de verschillende stemdistricten, waarin de gemeente Leiden, voor de verkiezing van leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal is verdeeld, worden de navolgende lokalen aangewezenals Voor het stemdistrict I, Hoofdstembureau, bevattende de wijken, 1 en IV, behalve de Botermarkt, de Vischmarkt, de Aalmarkt, de Bloemmarkt en alle op die straten uitkomende stegen, het Ivort-Rapenburg, het Galgewater, het Noordeinds- plein, het Noordeinde (Noordzijde) en de Valkensteeg, het Raadhuis; Voor het stemdistrict II, bevattende wijk II en dat gedeelte van wijk XII, dat gelegen is tusschen de Heerenstraat (Westzijde) en het Philosuphenpaddeze straten zelve inbe grepen, het schoollokaal aan de Heerenstraat n°. 64; Voor het stemdistrict III, bevattende de wijken III en XI, het schoollokaal aan de Haverstraat (school 4e klasse No. 1); Voor het stemdistrict IV, bevattende wijk VII en de ge noemde straten van wijk IV, die niet behooren tot stemdis trict I, de Burg; Voor het stemdistrict V, bevattende wijk V, behalve de westzijde van de Beestenmarkt en de ten westen daarvan gelegen straten, te weten: BoerhaavestraatMorschstraat, Kort-Galgewater, Kruisstraat en Smidssteeg en Narmstraat, en bovendien bevattende dat gedeelte van wijk IX, dat gelegen is tusschen de Haarlemmertrekvaart en de verbindingsspoor van de Hollandsche IJzeren Spoorwegmaatschappij met de Gasfabriek, het schoollokaal aan de Mare (school 3e klasse No% 3) Voor het stemdistrict VI, bevattende wijk VI, het schoollokaal aan de van der Werfstraat (school 3e klasse No. 2); Voor het stemdistrict Vil, bevattende het gedeelte van de wijken VIII en X, dat gelegen is ten Zuiden van den Ouden Rijn, de Bewaarschool aan de Groenesteeg; Voor het stemdistrict VIII, bevattende het gedeelte van wijk IX, dat gelegen is tusschen de Haarlemmertrekvaart en het Galgewater, benevens de westzijde van de Beestenmarkt en de ten westen daarvan gelegen straten, vermeld in het stemdistrict No. 5, de timmerloods in de Stads-Timmerwerf; Voor het sterndistrict IX, bevattende het gedeelte van de wijken VIII en X, dat gelegen is ten noorden van den Ouden Rijn, het schoollokaal aan de Medusastraat (school3e klasse No. 9); Voor het stemdistrict X, bevattende het gedeelte van wijk XII, dat gelegen is tusschen de Heerenstraat (oostzijde) en den Haagweg, die straten zelve inbegrepen, het schoollokaal aan den Haagweg (de Practische Ambachtsschool). N°. 4. Leiden, 7 Januari 1911. Bij nevensgaand adres verzoekt N. F. G. Poptie vergunning tot demping van de sloot, gelegen langs het perceel, kadastraal bekend gemeente Leiden, Sectie M. No 898 en loodrecht staande op den Hoogen Rijndijk. Bij een van onzentwege ingesteld onderzoek bleek echter, dat het adressant's bedoeling is zoowel bovenbedoelde sloot als die gelegen vóór de perceelen Hooge Rijndijk Nis 40 en 42 te doen dempen. De vergunning tot demping nu van eerstbedoelde sloot kan door ons college worden gegeven, die voor de sloot langs den Hoogen Rijndijk, welke sloot eigendom der gemeente is, moet echter door Uwe Vergadering worden verleend. En aangezien tegen het verleenen dezer laatste vergunning noch bij de Commissie van Fabricage, noch bij ons college bezwaar bestaat, mits daaraan slechts de gebruikelijke voor waarden worden verbonden, geven wij U in overweging: a. aan N. F. G. Poptie voornoemd, behoudens rechten van derden, vergunning te verleenen tot het dempen van het ge deelte sloot langs den Hoogen Rijndijk, ter lengte van onge veer '17.5. Meter, gelegen vóór de perceelen nis. 40 en 42 aldaar, kadastraal bekend gemeente Leiden, Sectie M nis. 895 en 896, onder voorwaarde: 1°. dat uit het gedeelte sloot de schoeiingen worden weg geruimd en het ontdaan worde van bodem- en drijfvuil en daarna worde aangevuld met zuiver zand tot nader door Burg. en Weth. aan te geven hoogte; 2°. dat over de geheele lengte van het gedeelte sloot een riool, inw. wijd 40 bij 60 cM., van cementen bodem- en kruin stukken van voldoende sterkte, op doorgaande grondplank van voldoende zwaarte worde gelegd, met den bodem binnen werks op 1.15 M. -f- N. A. P. en dit in aansluiting worde gebracht met het oostwaarts gelegen riool; 3°. dat het riool voorzien worde van een ruimkast, inw. wijd 1.50X0.80 M met den bodem binnenwerks op een diepte van 1.30 M N. A. P., met wanden en bodem ter dikte van ten minste 18 cM. van klinkers in sterke specie te metselen op een houten roosterwerk en op door Burg. en Weth. nader aan te geven hoogte af te dekken met platen van voldoende zwaarte, van ijzer, hardsteen of cementijzer; 4°. dat aau het westelijk einde van het gedeelte sloot ge plaatst worde een schoeiing, met ijzeren hek, waarvan tee- kening en constructie vooraf door Burg. en Weth. moeten zijn goedgekeurd; deze schoeiing en dit hek behoeven niette worden geplaatst, indien adressant ook de sloot langs den Hoogen Rijndijk op perceel kadastraal Sectie M No. 1876 dempt, in welk geval de hierboven ad. 1°. en 2°. gegeven voorschriften ook daarvoor gelden en het riool aldaar in aan sluiting moet worden gebracht met het westelijk gelegen riool 5°. dat op de nader door Burg. en Weth. aan te wijzen plaatsen, 2 gegoten ijzeren straatkolken, van het door de gemeente gebruikt wordende model, worden geplaatst, die door middel van verglaasd Engelsch aarden buizen, inw. wijd 20 cM., met het riool worden verbonden. De gemetselde putjes achter de kolken, zoowel als die op het riool, af te dekken met ijzeren platen, groot resp. 50 X 50 en 60 X 60 cM. en dik 1 cM.; 6°. dat de grond van adressant van den gemeentegrond worde afgescheiden ter halver breedte van de gedempte sloot, door een ijzeren hek op steenen voet, waarvan teekening en constructie vooraf door Burg. en Weth. moeten zijn goedge keurd, tenzij adressant het gedeelte der gedempte sloot, zoo mede het gedeelte grond tusschen sloot en huizen dat hem toebehoort, kosteloos aan de gemeente in eigendom afstaat; op perceel kad. Sectie M, No. 1876 behoeft geen hek te worden geplaatst; bij demping van het daargelegen slootgedeelte moet het hek omloopen langs de grens der perceelen 1876 en 895 tot aan de rooilijn der huizen; 7°. dat het riool met ruim- en ruimdamkasten, alsmede de straatkolken met de Engelsch aarden buizen eigendom worden van de gemeente; 8°. dat daags vóórdat met de werkzaamheden een aanvang zal worden gemaakt, hiervan worde kennis gegeven op het bureau van gemeentewerken; 9°. dat de uitvoering van alle voorgeschreven werken en het onderhoud van die, welke niet het eigendom van de ge meente worden, geschiede ten genoegen van Burg. en Weth. 10°. dat de vergunning vervalt, wanneer daarvan vóór den len April 1911 geen gebruik is gemaakt; 11°. dat geen begin met de uitvoering dezer werkzaam heden mag worden gemaakt, alvorens door adressant een waarborgsom van f 75.ten kantore van den Gemeente ontvanger zal zijn gestort, welke som geheel of gedeeltelijk kan worden ingehouden, indien de uitvoering niet geschiedt volgens de bovengestelde voorwaarden; b. te besluiten dat, indien door adressant van de onder a genoemde vergunning gebruik wordt gemaakt, het gedempte

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1910 | | pagina 18