4 Art. 32. Het opnemen of doen opnemen van de boeken en de kas is opgedragen aan a. Burgemeester en Wethouders; b. de Commissie van Beheer of een lid dier Commissie; c. den Geneesheer-Directeur. Art. 33. Burgemeester en Wethouders nemen de boeken of de kas op, zoo dikwijls zij het noodig achten. Art. 34. De Commissie van Beheer of een lid dier Commissie neemt de boeken ten minste tweemaal in elk kalenderjaar en de kas ten minste eenmaal in elke kalendermaand op. Art. 35. De Geneesheer-Directeur neemt de boeken, zoo dikwijls hij het noodig acht en de kas eiken Zaterdag op. Art. 36. Van elke opneming van de boeken wordt een verslag opgemaakt. Van elke opneming van de kas wordt een proces-verbaal opgemaakt. Van de begrooting. Art. 37. De begrooting der lasten en baten, ingericht overeenkom stig door Burgemeester en Wethouders gegeven voorschriften, wordt jaarlijks door de Commissie van Beheer vóór 1 Juni aan Burgemeester en Wethouders aangeboden. Art. 38. Op de begrooting, die alle baten en lasten van de inrich tingen, van welken aard ook, vermeldt, worden o. m. gebracht: wat de lasten betreft: a. de vorderingen van de inrichtingen op derden, welke eventueel oninbaar blijken; b. alle uitgaven ten behoeve van de verbetering en de uitbreiding van de inrichtingen c. de aan de gemeente verschuldigde rente wegens voor geschoten gelden; d. een storting in het afschrijvings- en vernieuwingsfonds; e. uitkeeringen aan de gemeente van door de gemeente voor geschoten belastingen, assurantiepenningen, enz.; f. eene storting in het reservefonds; g. eene uitkeering aan de gemeente ten bedrage van de zuivere winst na aftrek van de storting in het reservefonds; en wat de baten betreft: a. alle verpleegkosten, ook die door de gemeente Leiden aan de inrichtingen te betalen; b. alle gelden door de gemeente aan de inrichtingen ver strekt ten behoeve van de verbetering en uitbreiding dier inrichtingen c. eene uitkeering van de gemeente aan de inrichtingen ten bedrage van het zuivere verlies, voor zoover dit verlies niet uit het reservefonds kan worden bestreden. Art. 39. De begrooting van de inrichtingen wordt door den Raad vóór de begrooting der plaatselijke inkomsten en uitgaven vastgesteld. Bij de opzending van deze laalste begrooting ter goedkeu ring aan Gedeputeerde Staten wordt ook de begrooting van de inrichtingen mede verzonden. Art. 40. Burgemeester en Wethouders kunnen op de posten der begrooting af- en overschrijven, voor zoover de Raad zich niet het verleenen van machtiging daartoe bij de begrooting heeft voorbehouden. Art. 41. Buiten de begrooting om kan geene uitgaaf geschieden, dan met afzonderlijke voorafgaande machtiging van den Raad. In buitengewone gevallen echter van dringenden spoed kunnen Burgemeester en Wethouders op voorstel van de Commissie van Beheer tot het doen van zoodanige uitgaaf besluiten, mits hun daartoe te nemen, met redenen te om- kleeden besluit, terstond aan den Raad inzendende. De uitgaaf, door den Raad goedgekeurd, wordt aan de begrooting toegevoegd. Bij weigering van den Raad zijn de leden van het college van Burgemeester en Wethouders, die tot het besluit hebben medegewerkt, persoonlijk voor de uitgaaf aansprakelijk. Van de rekening en verantwoording. Art. 42. De Commissie van Beheer onderzoekt de haar door den Genees heer-Directeur aangeboden balans en winst- en verliesrekening met de daarbij behoorende bescheiden zoo spoedig mogelijk en dient ze al dan niet gewijzigd en met vermelding van hetgeen de Commissie te harer verantwoording dienstig acht vóór 1 Mei bij Burgemeester en Wethouders in. De stukken gaan vergezeld van eene verklaring van een zelf niet met ontvangsten, betalingen of het bijhouden dei- boeken van het bedrijf belast deskundige, dat de stukken door hem in overeenstemming met de door hem gecontroleerde boeken en bescheiden zijn gevonden. Art. 43. Burgemeester en Wethouders stellen de balans en de winst en verliesrekening voorloopig vast en zenden alle stukken aan den Raad ter goedkeuring op, die omtrent de goedkeuring vóór 1 Juli beslist. Ten spoedigste na de goedkeuring zenden Burgemeester en Wethouders een exemplaar van de in artikel 42 genoemde bedoelde balans, winst- en verliesrekening en verklaring aan Gedeputeerde Staten op. Art. 44. Het besluit van den Raad tot goedkeuring van het besluit van Burgemeester en Wethouders tot voorloopige vaststelling van de balans- en winst- en verliesrekening strekt aan Bur gemeester en Wethouders, aan de Commissie van Beheer en aan den Geneesheer-Directeur tot ontlasting, behoudens later in rechten gebleken valschheid in bewijsstukken. Yan het afschrijvings- en vernieuwingsfonds. Art. 45. Er zal een afschrijvings- en vernieuwingsfonds worden ge vormd. Jaarlijks zal bij de vaststelling van de balans en de winst- en verliesrekening worden bepaald, welk bedrag aan het fonds zal worden toegevoegd. Deze som mag niet minder bedragen dan het bedrag der aflossingen van de door de gemeente verstrekte gelden. Art. 46. Uit de middelen, gereserveerd voor het afschrijvings- en vernieuwingsfonds, worden betaald de aflossingen van de dooi de gemeente verstrekte gelden. Verder kunnen, voor zoover de stand van het belegd fonds zulks toelaat, hieruit worden betaald: a. de uitgaven voor vernieuwing en verbetering van de inrichtingen, voor zoover de waarde van het verkregen goed de boekwaarde van het daardoor vervangen bezit te boven gaat; b. de uitgaven voor uitbreiding van de inrichtingen. Uitgaven beneden een bedrag van f 100.behoeven niet als uitgaven voor vernieuwing of verbetering te worden beschouwd. Uitgaven voor uitbreiding van het bedrijf zijn alleen die uitgaven, waardoor de capaciteit van de inrichtingen wordt verhoogd. Art. 47. Het afschrijvings- en vernieuwingsfonds zal, voor zoover over de beschikbare middelen niet is beschikt overeenkomstig art. 46 le lid, worden belegd in effecten, voorkomende op de lijst, bedoeld bij het derde en het vierde lid van art. 21 dei- wet van 9 Mei 1890 (St. bl. No. 79) tot regeling van het pensioen der weduwen en weezen van burgerlijke ambte naren, gelijk dit artikel is gewijzigd bij de wet van 29 Juni 1899 (St.Bl. No. 149) of op een spaarbankboekje der Leidsche Spaarbank, voor zoover deze belegging een bedrag van 1200. niet te boven gaat. Do gekweekte rente komt niet aan het afschrijvings- en vernieuwingsfonds ten goede. De effecten en schuldbewijzen worden bewaard in een brandkast op het gemeentehuis met drie verschillend werkende sloten, waarvan de Burgemeester, de Wethouder van financiën en de Gemeente-ontvanger elk een sleutel hebben. Yan liet Reservefonds. Art. 48. Er zal een reservefonds gevormd worden. Jaarlijks zal 10 van de zuivere winst in dit fonds worden gestort. De gekweekte rente komt aan het reservefonds ten goede.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1910 | | pagina 16