196
DONDERDAG 8
DECEMBER 1910.
»dat, mocht die verordening worden aangenomen, hij UEd.
achtb. eerbiedig verzoekt, zoo mogelijk rekening te houden
met de gegoedheid der ouders, wier kinderen die onderwijs
inrichtingen bezoeken
»dat hij UEd. achtbare in ieder geval eerbiedig verzoekt,
hem niet eene straf op te leggen van 30 per kind meer te
moeten betalen, dan per leerling uit eene welwillende buiten
gemeente, omdat hij woont in eene gemeente, waar de Raad
meent niet op een gedaan voorstel te kunnen ingaan, om
namelijk eene bijdrage te verleenen in de kosten van het
onderwijs aan genoemde scholen, niet onder zijn beheer.
't Welk doende,
A. den Haan,
Deze verzoeken zullen worden behandeld bij punt 16 der
agenda.
De Voorzitter. Alvorens tot de behandeling van de agenda
over te gaan, wenschen Burgemeester en Wethouders u voor
te stellen, aan den Directeur van het Slachthuis te vergunnen,
twee nevenbetrekkingen te vervullen, die eigenlijk bij zijn
betrekking behooren, nl. die van plaatsvervangend districts
veearts en die van Rijkskeurmeester.
De heer Fokker. M. d. V. Ik heb daar, zonder nadere toe
lichting wel eenig bezwaar tegen, omdat wellicht aan die
betrekkingen bijzondere werkzaamheden zijn verbonden, die
den goeden gang van zaken aan het Slachthuis zouden kunnen
belemmeren.
De Voorzitter Er zijn natuurlijk eenige bijzondere werk
zaamheden aan die betrekkingen verbonden, maar die zijn
zeer noodig. Het is nl. noodig, dat de Directeur van het
Slachthuis Rijkskeurmeester is met het oog op de Export
slachterij, die anders niet zou kunnen plaats hebben; en dat
hij tevens plaatsvervangend districtsveearts is, dat is noodig
met het oog op het voorkomen van besmettelijke veeziekten
in het Slachthuis. Voorzoover wij weten, zijn de directeuren
van alle slachthuizen dan ook bevoegd, die beide betrekkingen
waar te nemenmen kan dus aannemen dat het bekleeden
van die beide functies in het belang van het Slachthuis is.
Natuurlijk is het ook de bedoeling, dat die beide betrekkingen
worden vervuld ten dienste van het Slachthuis.
De heer Fokker. M. d. V. Na die laatste verklaring, waarvan
ik gaarna akte neem, dat die betrekkingen alleen en uitsluitend
zullen worden bekleed ten dienste van het Slachthuis, heb ik
verder geen bezwaar tegen uw voorstel.
Het voorstel van Burg. en Weth. wordt zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
De Voorzitter. Dan is dat dus goedgekeurd.
Burgemeester en Wethouders wenschen verder den heeren
voor te stellen, wanneer eventueel de adjunct-directeur, de
heer Douma, mocht worden benoemd tot keurmeester, hem
daartoe vergunning te verleenen, omdat het ook noodig is,
dat de heer Douma die betrekking vervult.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt aldus
besloten.
Aan de orde is alsnu:
I. Benoeming van een 4e. onderwijzeres in de handwerken
aan de school der 3e. klasse No. 7.
(Zie Ing. St. No. 351).
De Voorzitter. Mag ik de heeren Aalberse, Roem, van der
Eist en Briët uitnoodigen het stembureau te willen vormen.
Wordt benoemd met algemeene (29) stemmen Mej. W.
H. Valk.
II. Benoeming van een 4e. onderwijzeres in de handwerken
aan de school der 3e. klasse No. 2.
(Zie Ing. St. No. 351).
Wordt benoemd met algemeene (29) stemmen Mej. A. Th.
van Wijngaarden.
III. Benoeming van een lid van het College van Vrouwen-
Kraammoeders.
(Zie Ing. St. No. 340).
Wordt benoemd met algemeene (29) stemmen Mevrouw
J. C. HerfstBos.
IV. Benoeming van vier leden van de Plaatselijke School
commissie.
(Zie Ing. St. No. 345).
De Voorzitter. Ik zou den heeren willen verzoeken eiken
naam op een afzonderlijk biljet in te vullen, zoodat er dus
vier stemmingen zullen plaats hebben.
Wordt benoemd tot eerste lid met algemeene (29) stemmen
de heer W. Draayer.
Wordt benoemd tot tweede lid met algemeene (29) stemmen
de heer dr. J. P Kuenen.
Wordt benoemd tot derde lid met 24 stemmen de heer J. A.
van Hamel, terwijl 3 stemmen zijn uitgebracht op den heer
rnr. J. Th. C. Viruly en 2 stemmen in blanco zijn.
Wordt benoemd tot vierde lid met 24 stemmen de heer H. C.
van der Heyde, terwijl 5 stemmen zijn uitgebracht op den
heer dr. D. A. H. van Eek.
V. Verzoek van Mej. M. van der Horst om eervol ontslag
als 3e onderwijzeres in de handwerken aan de school der 3e
klasse No. 1.
(Zie Ing. St. No. 350).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming eervol
verleend.
VI. Verzoek van Mej. A. A. E. Driesens om eervol ontslag
als onderwijzeres aan de school der 3e klasse No 5.
(Zie Ing. St. No. 353).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming eervol
verleend.
VII. Voorstel tot vaststelling van de jaarwedde van den
tijdelijken leeraar in de oude talen aan het Gymnasium.
(Zie Ing. St. No. 343).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan
genomen.
VIII. Voorstel tot openbaren verkoop van op de Stads-Tim-
merwerf aanwezige, buiten gebruik gestelde voorwerpen en
materialen.
(Zie Ing. St. No. 344).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan
genomen.
IX. Verzoek van C. Koordes en I. Stoeke om kostelooze
overname in eigendom en onderhoud bij de gemeente van het
hun toebehoorende gedeelte van de Lopsenstraat.
(Zie Ing. St. No. 347).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming conform
het praeadvies besloten.
X. Verzoek van C. Koordes en I. Stoeke om eene bijdrage
vanwege de gemeente in de kosten van aanleg van de
Lopsenstraat.
(Zie Ing. St. No. 347).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming conform
het praeadvies besloten.
XI. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve
van het aanbrengen van een gasleiding aan het Zijlhek en de
Spanjaardsbrug.
(Zie Ing. St. No. 346).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan
genomen.
XII. Voorstel om A. C. Kriest, met ingang van 1 December,
te ontheffen van de verdere huur van het perceel Nieuwe
Rijn No. 21.
(Zie Ing. St. No. 354).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan
genomen.
XIII. Voorstel tot beschikbaarstelling van een bedrag van
ƒ8000.als bijdrage van de gemeente Leiden aan de gemeente
Oegst-ieest in de kosten van aankoop van een gedeelte van
den Rijnsburgerweg.
(Zie Ing. St. No. 355).
De heer Carpentier Alting. M. d. V. Ik wil slechts een
enkele inlichting vragen. Het is mij niet duidelijkof het gevolg
van de aanneming van dit voorstel zal zijndat het gedeelte
van den Rijnsburgerweg, dat nu ligt in onze gemeente, zal
komen aan de gemeente Leiden. Is dat de bedoeling?
De Voorzitter. Dat gedeelte behoort al aan de gemeente
Leiden. Het deeLvan den weg, waarover in de stukken ge
sproken wordt, begint pas aan de Poelbrug.
De heer Carpentier Alting. Dan dank ik u voor uwe
inlichting.
De heer Reimeringer. M. d. V. Ik zou willen vragen of de
Wielrijdersbond nog een toelage heeft gegeven voor den aankoop
van dien weg.
De Voorzitter. De Algemeene Nederlandsche Wielrijders-
bond heeft geen toelage gegeven. De Provincie betaalt het
overige. Wij hebben ons alleen verbonden, om van de
kosten, tot een maximum van ƒ8000 te betalen en noch bij
ons, noch bij de Provincie is een bijdrage van den Bond
ingekomen.