490 DONDERDAG 47 NOVEMBER 4940. tatie der electrische tram het personenvervoer door middel van meer dan ééne klasse zal geschieden en U derhalve te verzoeken, zoo het eenigszins mogelijk is, den tegen woor- digen toestand in dit opzicht te handhaven. De Vergadering was van oordeel dat, zoo er bezwaar mocht bestaan om met meerdere waggons te rijden, U in over weging te geven of de verdeeling van één waggon in twee klassen met afzonderlijk tarief niet verre de voorkeur verdient boven een onderscheiding in een rook- en een niet-rookcom- partiment. Met verschuldigde gevoelens van hoogachting Namens het Bestuur voornoemd, (get.) H. E. de Ruiter Zijlker, Voorzitter. (get.) J. J. Hoffmann, Secretaris. De Voorzitter. Burgemeester en Wethouders stellen voor, dit adres voor kennisgeving aan te nemen. Een twee klassen- stelsel op de electrische tram is iets, dat men nagenoeg ner gens vindt en ik geloof ook niet, dat het wenschelijk is, er hier in te treden. Het zou kunnen zijn, dat de eene klasse overvol zit, terwijl zich in de andere klasse weinig reizigers bevinden, zoodat men de maatschappij onnoodig op kosten zou jagen door haar te noodzaken meer wagens in dienst te stellen, dan noodig is. Nog kan ik mededeelen, dat de N.-Z. Hollandsche Tram wegmaatschappij van plan is aparte trams te laten loopen met het oog op den vischhandel, zoodat men niet veel last zal hebben van personen, die visch bij zich hebben. In Den Haag bestaat het één-klasse stelsel al jaren; daar hebben de dames en heeren nooit noemenswaardig last ondervonden van de Scheveningsche vischvrouwen. Het verzoek wordt hierop zonder hoofdelijke stemming voor kennisgeving aangenomen. 2°. Verzoek van het Bestuur van den Boerenbond te Zoeter- woude om een tweede weegschaal op de Vette-Varkensmarkt te doen aanbrengen. Dit stuk luidt als volgt: Zoeterwoude 41 October 4910. Aan den Edelachtbaren Raad dei- Gemeente Leiden. Wij ondergeteekendeBestuurs leden van den Boerenbond Zoeterwoude, geven U bij dezen met verschuldigden eerbied te kennen, dat wij ons steeds beijveren met de gelegenheid voor een tweede weegschaal op de Vette varkerismarkt, maar nu is ons dringend verzoek om een tweede schaal zoo spoedig mogelijk in werking te doen stellen vooral met het oog op de bloei dier markt. Edel Achtbaren Heeren, de rede waarom wij ons tot U wenden met bovenstaand beleefd doch dringend verzoek. Het zou ons ten zeerste verplichten. 't Welk doende, Het Bestuur van den Boerenbond Adrs. v. Leeuwen, Voorzitter. J. Straathof, Secret. 3°. Verzoek van F. Pijper e.a. om van de boomen, geplaatst aan de oostzijde van de Heerenstraat, om' den anderen één weg te nemen. Dit stuk luidt als volgt: Aan den Raad der Gemeente Leiden. Ondergeteekenden, bewoners van de Heerenstraat (linker zijde), nemen bij dezen de vrijheid zich tot U w geacht College te wendenmet 't beleefd verzoekom van de boomendie voor hunne woningen staanom den anderen één weg te nemen. Die boomen toch staan volgens onze meening veel te dicht bijeen. Vroeger leverde zulks geen bezwaar, maar nu die boomen grooter zijn geworden en door 't voortdurend snoeien steeds hooger groeiennemen ze zooveel zonlicht weg dat onze voorkamers hinderlijk donker zijn in den zomer en kamers, die nooit vochtig waren, sporen van vocht vertoonen. Redenen waarom wij uw geacht College beleefd maar dringend verzoeken't getal dier boomen op de helft te verminderen. Hetwelk doende: F. Pijper, hoogleeraar. P. M. van.Velzen. N. VAN Rionswou. J. Daüzon. A. Bogaards. Deze beiden verzoeken worden gesteld in handen van Burg. en Weth. 4°. Missive van N. Brouwer, oud-directeur der Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen, in zake het gesprokene door den heer Sijtsma, naar aanleiding van de voorgestelde traktementsverhooging van den concierge der Kweekschool. Dit stuk luidt als volgt: Leiden, den 47 November 1910. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Edel Achtb. Heeren. In Uwe zitting van den 27en October 11. is door Uw me delid den heer Sijtsma beweerd, dat de concierge van de Kweekschool voor Onderwijzers en Onderwijzeressen »ook zorgt voor de Bibliotheek aan de Kweekschool." Aangezien die bewering niet is weersproken, en ik de daarin vervatte be schuldiging niet op de Kweekschool of op mijne directie mag laten rusten, gevoel ik mij verplicht te verklaren, dat de Bibliotheek steeds een voorwerp van overleg is geweest tusschen den leeraar in de Ned. taal en letterkunde en mij, en dat het beheer der Bibliotheekhet uitreiken en terugontvangen der boeken, het geven van raad bij de keuze door de leerlingen steeds is toevertrouwd aan bedoelden leeraar, zoodat de concierge niets hoegenaamd met de Bibliotheek had uit te staanzelfs niét voor het verrichten van boekbindersdiensten. Volgens mijne opvatting zou het onverantwoordelijk zijn, den concierge den geringsten invloed te laten oefenen op de door de Kweekschool aan haar leerlingen verstrekte lectuur, eene opvatting waarmee ik zeker weet, dat mijn opvolger volkomen accoord gaat. Hoogachtend heb ik de eer te zijn Uw dw.dr. N. Brouwer, Oud-directeur der Kweekschool. De heer Sijtsma. M. d. V. Ik weet niet, of ik aan dit adres te veel eer bewijs, door er iets van te zeggenmaar misschien kan ik een misverstand uit den weg ruimen. De heer Brouwer heeft altijd met veel animo als directeur van de Kweekschool gefungeerd en de Kweekschool is voor den heer Brouwer ook niet kwaad geweest, maar nu gaat de heer Brouwer in zijn ijver, om de Kweekschool legen aanvallen te verdedigen, toch wel een beetje ver. Hij doet als Don Quichotte in vroeger tijden hij vecht tegen windmolens. Ik heb heelemaal niet be doeld, en de heer Brouwer had dat dunkt mij ook moeten hebben begrepen, dat de concierge zou beslissen, welke boeken de leerlin gen zouden krijgen. Ook de geachte Wethouder van Onderwijs en ook U, mijnheer de Voorzitter, hebben blijkbaar die bedoeling niet in mijne woorden gezocht; anders zoude gij en de heer van Hamel daar zeker in het antwoord wel op gewezen hebben. Ik wil echter gaarne in het openbaar den heer Brouwer de verzekering geven, dat ik alleen gedacht heb aan die werk zaamheden, die men in den regel aan een concierge opdraagt de boeken aan den leeraar overgeven, in de kast zetten, enz. Er was mij door een der leeraren den heer Koops met wien ik eens over den concierge sprak, gezegd geworden, dat hij ook heele goede diensten aan de bibliotheek bewees, en dat was de reden, waarom ik het hier te berde heb gebracht als een aanbeveling te meer voor mijn amendement om hem f 100 te verhoogen. Er is voor het protest van den heer Brouwer misschien wel een zielkundige verklaring te vinden. Ik vermoed n.l. dat de Heldersche marinekwestie, waarbij ook zoo iets ter sprake is gekomen, hem heeft beïnvloed. Ik heb echter mijn bedoeling thans verduidelijkt en de heer Brouwer kan er van verzekerd zijn, dat ik hem anders niet zoo een bekwaam en ernstig directeur der Kweekschool had geacht, als waarvan ik meer dan eens in het openbaar heb getuigd, als ik hem in staat had geiekend dat hij de bibliotheek dier inrichting, in handen zou kunnen geven van een concierge. De beraadslaging wordt gesloten en de missive voor kennis geving aangenomen. Aan de orde is alsnu: 1. Benoeming van een onderwijzer met verplichte hoofdakte aan de Jongensschool 4e klasse. (Zie Ing. St. No. 327). De Voorzitter. Mag ik den heeren Vergouwen, Carpentier Alting, de Boer en Timp uitnoodigen het stembureau te willen vormen De heer Carpentier Alting. M. d. V. Alvorens over te gaan tot de benoemingen, zou ik een enkele opmerking willen maken. Bij het zien van deze voordrachten, is het mij zeer moeilijk gevallen, en het zal andere heeren wel net zoo zijn gegaan als mij, in enkele gevallen een keuze te doen uit de voorgedragen heeren. Wij hebben hierbij gemist een nadere toelichting van de gronden, waarop Burgemeester en Wethouders hun voorkeur laten rusten. Ik heb hier speciaal het oog op de nummers 327 en 335 van de ingekomen stukken, omdat hierbij verschil van meening bestaat tusschen het hoofd der school en den arrondissements- schoolopziener. Ik zou dus gaarne van Burgemeester en Wethouders vernemen, waarop de voorkeur ten slotte berust. De heer Sijtsma. M. d. V. Waar nu toch de Wethouder

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1910 | | pagina 2