156 wordt verloren, dat meerdere ontwikkeling, behalve dan van tal van andere omstandigheden, toch zeker ook voor een groot deel van meerdere „kennis" alhankelijk is 4°. dat een door de commissie ingesteld onderzoek heeft aangetoond, dat de voordeelen, welke voor meisjes aan het diploma van een school voor M. U. L. O. zouden verbonden zijn, vrijwel denkbeeldig zijn. En nadat de commissie er dan ten slotte nog op heeft gewezen dat van de 640 oud-leerlingen der H. B. S. voor M. die zij heeft kunnen opsporen, er niet minder dan 226 zich voor een of ander vak bekwaamd hebben, komt zij tot de conclusie dat het door haar ingesteld nader onderzoek haar nog slechts heeft versterkt in hare meening, dat omzetting van de H. B. S. voor Meisjes in een school voor M. U. L. O. niet zonder ernstige benadeeling van de onderwijsbelangen van onze gemeente zou kunnen plaats hebben. En ook de Inspecteur van het M. U komt tot dezelfde conclusie. Deze authoriteit prijst zeer het door de Commissie van Toezicht uitgebracht rapport en weet daaraan slechts weinig toe te voegen. Treffend zijn echter in het verband dat ons thans bezig houdt deze zinsneden uit zijn advies: het wordt meer en meer ingezien dat de ruimere ontwikkeling, die de Middelbare School kan geven, aan hare oud-leerlingen ten goede komt. Inrichtingen, die gedurende lange jaren de voor keur gaven aan de voorbereiding, die het lager en het uit gebreid lager onderwijs geven kan, zijn daarvan terugge komen en verlangen thans de voorbereiding van de Middel bare School. „Het is in strijd met de ervaring wat dienaangaande in den Gemeenteraad in Uwe gemeente is opgemerkt en het rapport der Commissie tot Reorganisatie van ons Onderwijs ligt daar om dit zoo noodig nader te bevestigen. „Ik ben van meening dat in TJwe Gemeente een hoogere burger school voor meisjes niet kan worden gemist en ik vertrouw dat de Raad op het behoud der school zal blijken prijs te stellen Eindelijk meent ook de Plaatselijke Schoolcommissie in haar in de Leeskamer ter inzage liggend rapport de omzet ting op dezelfde gronden, als door de Commissie van Toezicht werden aangevoerd, ernstig te moeten ontraden. Wij willen het hierbij laten. Wij herhalen, een meer vol ledig onderzoek, een onderzoek ook naar de financieële ge volgen van de omzetting, als blijkbaar door den heer Ver gouwen wordt gewenscht, gaat boven onze krachten. Met de opmerking dus nog ten slotte dat de uitspraak van den In specteur van het Midd. Onderwijs, dat een H. B. S. voor Meisjes in Leiden niet kan worden gemist, hoezeer reeds op zich zelf volkomen juist, van nog grooter beteekenis wordt, wanneer het niet de stichting van een nieuwe maar de op heffing van een reeds bestaande inrichting geldt, meenen wij dit onderzoek te mogen besluiten, maar niet zonder u nog maals met klem te hebben op het hart gedrukt, dat de op heffing van de H.B. S. voor Meisjes naar onze innige over tuiging een onherstelbaar verlies voor onze gemeente zou be- teekenen. Aan den Gemeenteraad. Bm'g- en Weth. van Leiden. N°. 353. Leiden, 1 December 1910. Wij hebben de eer Uwe Vergadering in overweging te geven gunstig te beschikken op bijgaand verzoek van Mej. A. A. E. Driesens, om ontslag uit hare betrekking van onder wijzeres aan de openbare lagere school der 3e klasse No. 5 alhier, en haar dat ontslag eervol te verleenen met ingang van '1 Maart 1911 of zooveel eerder als de te benoemen op volgster in functie kan treden. Het ter zake door het Hoofd der school uitgebracht advies wordt hierbij overgelegd. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, den 30t°n November 1910. Edelachtbare Heeren. In beleefd antwoord op Uwe hiernevens aangehaalde Apos- tille heb ik de eer U te berichten, dat bij mij geen bezwaar bestaat tegen inwilliging van het verzoek van Mej. A. A. E. Driesens om eervol ontslag uit hare betrekking van onder wijzeres aan de Openbare Lagere School der derde klasse, No. 5, met ingang van den len Maart 1911 of van een vroe- geren datum, indien hare opvolgster vóór 1 Maart e.k. in functie 'kan treden. Mitsdien geef ik U beleefdelijk in overweging, den Raad voor te stellen, om Mej. A. A. Driesens eervol ontslag te verleenen en dit, overeenkomstig haar verzoek, te doen in gaan op 1 Maart 1911 of zooveel vroeger, als de nieuw be noemde onderwijzeres in functie kan treden. Met verschuldigden eerbied, Het Hoofd der O. L. School der 3de klasse, No. 5, W. Koops Azn. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden. Aan den Raad der Gemeente Leiden. ündergeteekende, Onderwijzeres aan de O. L. S. 3de klasse No. 5, verzoekt U hierbij om eervol ontslag uit die betrek king, wegens haar benoeming tot Onderwijzeres te 'sGraven- hage. Zij verzoekt U beleefd, dit te doen ingaan met 1 Maart 1911 of zooveel vroeger als de nieuw benoemde Onderwijze res in functie treden kan. 't Welk doende: A. A. E. Driesens. Leiden, 25 Nov. 1910. Roodenburgerstraat 1.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1910 | | pagina 8