151 wenschen over. In dit gedeelte van het gebouw, dat indertijd bij de overbrenging van het Gymnasium naar het gebouw in het Van der YVerffpark bij de Hoogere Burgerschool was getrokken, waren alle lokalen laag, bedompt en klein. De verlichting was er slecht en de ventilatie onvoldoende. Ein delijk werd er veel last ondervonden van straatgeluiden uit de aangrenzende nauwe steeg. Bovendien was de aan die lokalen grenzende bovengang veel te nauw, wat vooral in een school, die zoowel door meisjes als door jongens bezocht werd, bezwaren moest opleveren. En wanneer men dan nog bij dit alles in aanmerking nam, dat niet minder dan acbt lokalen der school aan de Schoolsteeg uitkwamen, dan meende de commissie niet te veel te zeggen, wanneer zij dezen toe stand op den duur onhoudbaar noemde. Maar er was meer. De schoolbevolking was langzamerhand tot een hoogte gestegen, dat aan toelating van nog meer leerlingen niet te denken viel. De Directeur had zich dan ook reeds genoodzaakt gezien leerlingen wegens plaatsgebrek af te wijzen. Alle vijf klassen waren in twee parallelklassen verdeeld en behalve in de beide afdeelingen der 4e klasse, die destijds resp. 15 en 16 leerlingen telden, wisselde het aantal leerlingen in alle andere afdeelingen der school af tusschen 20 en 25. Noch de eischen, aan behoorlijk onderwijs te stellen, noch trouwens de beschikbare ruimte zelf, lieten dan ook de toelating van meer leerlingen toe. Behalve de verbetering van het aan de Schoolsteeg gelegen gedeelte der school, was dus ook uitbreiding van de school met, althans een drietal lokalen dringend noodzakelijk. Eindelijk moest ook in een grootere bergruimte voor scheikundige toestellen en praeparaten noodwendig worden voorzien. Voorziening in al deze behoeften door gebruik te maken van lokalen, welke thans uitsluitend bij het genootschap Mathesis Scientiarum Genitrix in gebruik waren, kon als uitgesloten worden beschouwd. Immers de daarvoor in aan merk ing komende lokalen hadden öf een bijzondere bestem ming en waren dus voor het onderwijs in andere vakken ongeschikt of wel zij vertoonden dezelfde gebreken, als aan de af gekeurde lokalen van de Hoogere Burgerschool zelf eigen waren. Alleen dus door een verbouwing van de school, waarbij dan tevens van de aan de gemeente toebehoorende perceelen aan de Lokhorststraat zou worden gebruik gemaakt en ten gevolge waarvan voor den concierge elders een woning zou moeten worden gezocht, zou, zoo meende de commissie, aan de bestaande bezwaren kunnen worden tegemoet ge komen. Zij verzocht ons daarom een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheid van zoodanige verbouwing, dat daardoor 3 a 4 lokalen voor de Hoogere Burgerschool meer zouden worden verkregen, en eindigde ten slotte haar rapport met deze zinsnede Mocht bij dat onderzoek blijken, dat op deze wijze geen behoorlijk resultaat te verkrijgen is, dan is er, naar onze meening, alleszins aanleiding om den bouw eener geheel nieuwe school, op een andere plaats, in ernstige overweging te nemen." Tot zoover de Commissie van Toezicht, Maar bij een even- tueele verbouwing zou natuurlijk ook met bezwaren van het ge nootschap Mathesis tegen den bestaanden toestand rekening moeten worden gehouden. Vandaar dan ook dat de Directeur van Gemeentewerken, aan wien door de commissie van fabri cage een onderzoek werd opgedragen, op welke wijze in de door de Commissie van Toezicht opgesomde gebreken zou kunnen worden voorzien, zich terecht vooraf op de hoogte stelde of bij de noodig geachte ver bouwing niet tevens aan bij Mathesis bestaande bezwaren zou moeten worden tegemoet gekomen, En toen bkek dat inderdaad ook dat genootschap op tal van noodzakelijke verbeteringen meende te moeten aandringen. Zoo liet de wijze, waarop bij Mathesis in het teekenonder- wijs werd voorzien, reeds sedert lang te wenschen over. Im mers zoowel de lessen in Handteekenen, als die in Beschrijvende Meetkunde en Perspectief, moesten worden gegeven in gewone leerlokalen, waarbij de tafels van gewone schoolbanken als teekenlessenaars moesten dienst doen, en het lokaal, waarin de lessen in machineteekenen gegeven werden, was allengs te klein geworden wegens het toenemend aantal leerlingen, dat de lessen in dat vak volgde. Er waren dus drie nieuwe tee kenzalen noodig: een voor Handteekenen, een voor Beschrij vende Meetkunde en Perspectief en een voor Machineteekenen. De vrijkomende zaal voor machineteekenen zou dan voor het onderwijs in het bouwkundig teekenen kunnen worden ge bruikt. Voorts bestond dringend behoefte aan een docentenkamer. Niet alleen toch breidde bet aantal leeraren zich steeds uit, maar bovendien moesten de leeraren zich voor het nazien van werk als anderszins steeds meer in het gebouw ophouden, zoodat het kleine directeurs-kamertje moeielijk langer ook als hun verblijfplaats aldaar dienst kon doen. Eindelijk zou ook de behoefte aan meer leerlokalen zich weldra doen gevoelen, aangezien alle lokalen reeds thans meer malen geheel bezet waren. Bij de eerste uitbreiding der school zou dus ongetwijfeld in die behoefte aan meer plaatsruimte moeten worden voorzien. »Overigens," zoo laat het bestuur dan laconiek volgen, «worden geen verbouwingen of verbeteringen verlangd." De Directeur van Gemeentewerken, aldus behoorlijk in gelicht, heeft daarop een plan tot verbouwing ontworpen, waardoor met gebruikmaking van de huizen in de Lokhorst straat, naar zijne meening, nagenoeg alle bestaande gebreken zouden worden weggenomen en aan bijna alle wenschen, zoo van de Commissie van Toezicht, als van het Bestuur van Ma thesis, zou worden voldaan. Bovendien zou meende hij het ge- buw, na die verbouwing, ook nog in een vrij verre toekomst voldoende aan zijn doel kunnen beantwoorden. En ook de Commissie van fabricage was van meening dat de Directeur bij het ontwerpen van dit plan nog al gelukkig in de oplossing van de geopperde bezwaren was geslaagd. De kosten, aan deze verbouwing verbonden, werden globaal op een ƒ30.000.a ƒ35000.— geraamd. Minder met die oplossing ingenomen waren echter de on middellijk daarbij betrokkenen, de Commissie van Toezicht en het Bestuur van Mathesis. De commissie, hoewel erkennende dat bij de uitvoering van het plan een vrij belangrijke vermeerdering van het aantal leerlokalen (drie) zou worden verkregen en dat daardoor ook in den toestand der aan de Schoolsteeg uitkomende lokalen verschillende verbeteringen zouden worden aangebracht, had daarentegen weer tal van nieuwe bezwaren tegen den nieuw bouw aan de Lokhorststraat. Dientengevolge toch zou niet alleen de verlichting van de lokalen voor natuur- en scheikunde, die reeds nu te wenschen overliet, nog minder goed worden, maar bovendien zou ook de verlichting van een viertal nieuwe lokalen veelal onvoldoende zijn. Daarbij zou in het nieuwe lokaal, waar het onderwijs in de aardrijkskunde zou worden gegeven, dit onderwijs voortdurend gehinderd worden door het geraas op de straat. «Wordt dus", aldus resumeert de commissie haar oordeel, «ruimte gewonnen bij uitvoering van het plan, de zoo zeer gewenschte goede leerlokalen voor de Hoogere Burgerschool, waaraan groote behoefte bestaat, zal naar onze meening, de uitvoering slechts in geringe mate geven." Nog minder voldaan met het ontworpen verbouwingsplan bleek het Bestuur van Mathesis. Mocht al de vermeerdering van het aantal leerlokalen, een vijftal voor Mathesis, voor het oogenblik voldoende worden geacht, het was zeer twijfelachtig of dit ook in de toekomst zoo zijn zou en in ieder geval zou den de lokalen reeds dadelijk te klein zijn. De teekenzalen zou den, zoo wat aantal als grootte betreft, nog niet aan de on middellijke behoefte voldoen. De nieuwe zalen toch zouden kleiner zijn dan de tegenwoordige, en de thans in gebruik zijnde lieten in oppervlakte reeds te wenschen over. Eindelijk ontbrak in het plan de zoo hoog noodige docentenkamer. De conclusie waartoe het Bestuur komt, is dan ook dat «ook met het oog op de toekomst, eene uitbreiding op ruimer schaal, dan thans werd ontworpen, voor M. S. G. noodig moet worden geacht." Inmiddels was echter het vraagstuk der verbouwing van de Hoogere Burgerschool in een nieuw stadium getreden. De gemeente was namelijk door aankoop eigenaar geworden van het aan het gebouw der Hoogere Burgerschool grenzende huis, vroeger bewoond door Prof. v. Leeuwen, en voor een ver grooting van de school zou dus ook eventueel van dit pand kunnen worden gebruik gemaakt. En waar nu ook de Direc teur van Gemeentewerken de gegrondheid van de door de Commissie van Toezicht geopperde bezwaren tegen de ver lichting van de nieuw ontworpen lokalen niet kon ontkennen en deze commissie, zoo min als het Bestuur van Mathesis, over het verbouwingsplan tevreden was, was er alleszins aan leiding den Directeur op te dragen een nieuw plan tot uit breiding van de school te ontwerpen, waarbij dan of alleen van het nieuw aangekochte pand of zoowel van dit pand als van de huizen in de Lokhorststraat zou worden gebruik ge maakt. In de maand October van het vorige jaar kwam dat nieuwe plan bij ons college in. Daarbij waren zoowel het perceel Pieterskerkgracht 11, als de huizen in de Lokhorststraat in de verbouwing opgenomen. En volgens den Directeur van Gemeentewerken werd in dit plan niet alleen aan alle geop perde wenschen tegemoet gekomen, maar zelfs in menig op zicht meer gegeven, dan gevraagd was. Zoo zou o.a. de ge legenheid geopend worden om alle klassen van de Hoogere Burgerschool in drie afdeelingen te splitsen, terwijl nog in tal van gebreken van het bestaande gebouw zou worden voorzien. De kosten van uitvoering van dit plan werden zeer globaal geraamd op f 70.000.— a f 80.000. Ook thans echter kon het plan nog niet de algemeene goedkeu ring wegdragen. De Commissie van fabricage bad, behoudens een enkele opmerking, uit technisch oogpunt geen bezwaren tegen het plan. En ook het oordeel van de meerderheid der Commissie van Toezicht was gunstig, omdat de toestand inderdaad aarimer- V

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1910 | | pagina 3