146 N°. 335. Leiden, 11 November 1910. Voor de benoeming van een onderwijzer-plaatsvervan gend hoofd der nieuwe school 3e klasse aan de Medusa straat, hebben wij de eer u hierbij, na ingewonnen be richt van het Hoofd der school en in overleg met den Arrondissements-Schoolopziener, de volgende voordracht aan te bieden: 1°. D C. SCHUIT, onderwijzer met verplichte hoofdakte aan de openbare school der 3e klasse No. 1 2°. H. LAUTENBACH, onderwijzer met verplichte hoofd akte aan de openbare schooi der 3e klasse No. 4. 3°. A. DIRKS, onderwijzer met verplichte hoofdakte aan de openbare school der 3e klasse No. 5. Onder mededeeling, dat de ter zake gewisselde stukken in de Leeskamer ter inzage liggen, verzoeken wij LI thans tot een benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. 336. Leiden, II November 1910. Bij uw besluit van den 20en October werd, overeenkomstig haar verzoek, aan de Hoogere Burgerscholieren-vereeniging »Emtégeës" vergunning verleend om het gymnastieklokaal aan de Pieterskerkgracht te gebruiken, des Woensdags- en des Zaterdagsmiddags van 2 tot 4 uren en des Zaterdagsavonds van 7 tot 9 uren, tegen betaling van een bedrag van ƒ15. 's-jaars per wekelijksch uur en van de kosten van vuur, licht, schoonhouden en bediening. Uit haar hierbij overgelegd adres blijkt thans, dat het de bedoeling van de vereeniging niet was, om op alle genoemde dagen en uren de beschikking over dat lokaal te hebben, doch alleen op één dier dagen en wel op Zaterdagavond van 7 tot 9 uren, En aangezien door de vereeniging over het in getreden kwartaal reeds de huurprijs werd betaald, berekend naar het gebruik op alle bovengenoemde uren, verzoekt zij thans restitutie van het betaalde voor de dagen, waarop geen gebruik van het lokaal wordt gemaakt. Tegen inwilliging van dat verzoek bestaat bij ons geen bezwaar, maar wij zouden u dan tevens willen voorstellen om het door U genomen besluit in dien zin te wijzigen, dat aan de vereeniging alleen wordt toegestaan het gebruik van het lokaal op Zaterdagavond. Wij geven u mitsdien in overweging: 1°. aan het bestuur der Hoogere Burgerscholierenvereeniging »Emtégeës" restitutie te verleenen van betaalde zaalhuur en verdere kosten, tot een bedrag van 11.84; 2°. uw besluit van 20 October 1910 in dien zin te wijzi gen, dat aan de Hoogere Burgerscholieren-vereeniging «Emté- geës" het gebruik van het gymnastieklokaal aan de Pieters kerkgracht wordt toegestaan alleen op Zaterdagavond van 7 tot 9 uren, Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Geven met verschuldigden eerbied te kennen W. Naessens en Willy M. Bryce, respectievelijk voorzitter en secretaresse der Leidsche H. B. S.-vereeniging »Emtégeës", dat zij in dank hebben ontvangen een schrijven van Uw college, inhoudende toestemming tot het gebruik maken der gymnastiekzaal Pieterskerkgracht, alhier, dat de redactie van het door hun aan den Raad geadres seerde verzoekschrift blijkbaar niet volkomen duidelijk is ge weest, want dat het dezerzijds niet de bedoeling is geweest om alle in dat verzoekschrift aangegeven uren, waarop bovengenoemde zaal beschikbaar was, in gebruik te nemen, dat de vereeniging alleen des Zaterdagsavonds van 79 uur de beschikking daarover zou willen hebben, dat bereids bij de penningmeesteres der vereeniging door de gemeente beschikt is geworden over een bedrag van 24 gld. 8372 ets. ter voldoening aan kosten van huur, schoon maken enz. voor het komende kwartaal en dat dit bedrag berekend is naar den maatstaf van 6 uren 's weeks, redenen waarom requestranten zich tot Uw college wenden met het eerbiedig verzoek het daarheen te willen leiden, dat de vereeniging alsnog restitutie worde verleend van het bedrag, dat bij gebruik maken van slechts twee uren 's weeks, te veel is gestort in de gemeentekas. 't Welk doende enz. W. Naessens. W. Bryce. Leiden 7 November 1910. N°. 337. Leiden, 11 November 1910. Uit nevensgaand adres van het Bestuur van het genootschap «Mathesis Scientiarum Genitrix" blijkt dat pogingen door het genootschap aangewend om de Provincie te bewegen de toe gekende subsidieverhooging van 600.— alsnog tot 750.— te verhoogen niet tot het gewenschte resultaat hebben geleid. En aangezien de Provincie tevens aan de door haar toege kende verhooging de voorwaarde heeft verbonden, dat het Rijk en de Gemeente tezamen een verhooging van 2900. zouden verleenen, moet of het Rijk, öf de Gemeente thans nog een verhooging van ƒ150.toekennen, wil de geheele subsidie-verhooging van de Provincie niet in gevaar komen. Nu is die verhooging van het Rijk uit den aard der zaak moeilijk te verwachten. Immers de Regeering heeft reeds op de rijksbegrooting voor het volgend jaar een verhooging van 2000.uitgetrokken en nu zou een nadere aanvrage om dit bedrag nog eens met 150.te verhoogen, wel eens een andere uitwerking kunnen hebben, dan men er van verwacht. Onder deze omstandigheden komt het ons dus voor dat er thans wel aanleiding bestaat om de door de gemeente toe gekende subsidie-verhooging alsnog met 150.—te verhoogen. Wel werd een daartoe strekkend amendement van den Heer Hoogenboom in de raadsvergadering van 25 Augustus 1.1. met 15 tegen 10 stemmen verworpen, maar in de eerste plaats was toen nog niet gebleken, dat de Provincie ongeneigd zou zijn tot verhooging van de door haar toegekende subsidie over te gaan en in de tweede plaats ging het toch inderdaad niet om een hoogere subsidie toe te kennen, dan gevraagd werd. Beide deze bezwaren, destijds tegen de aanneming van het amendement aangevoerd, bestaan echter niet tegen de inwilliging van het thans gedaan verzoek, zoodat wij nu wel vrijheid kunnen vinden u tot een gunstige beschikking daarop te adviseeren. Mitsdien geven wij U in overweging het aan het genoot schap M. S. G. toegekend gemeentelijk subsidie alsnog met 150.te verhoogen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth van Leiden. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen het Bestuur van het Genootschap: «Mathesis Scientiarum Genitrix" te Leiden, dat dit Bestuur, gelijk U bekend is, tot verkrijging eener Pensioenregeling voor de Leeraren der School van het Genoot schap, zich tot Uwen Raad, alsmede tot het Rijks-en Provin ciaal Bestuur heeft gewend met een verzoek tot verhooging der subsidiën, respectievelijk met 750 Gld., 2000 Gld. en 750 Gld.; dat door het Rijk op de Ontwerp-Begrooting voor 1911 de gevraagde subsidie-verhooging van 2000 Gld. is uitgetrokken dat H. H. Provinciale Staten hebben toegekend eene sub- sidie-verhooging van 600 Gld. onder de uitdrukkelijke voor waarde, dat Rijk en Gemeente samen eene verhooging van 2900 Gld. zouden verleenen, aangezien dit College van mee ning is, dat de bijdrage der Gemeente in verband met den aard der School hooger behoort te zijn dan die der Provincie; dat, waar Uw Raad bij zijne beslissing op bovenbedoeld verzoek eene subsidie-verhooging van 750 Gld. heeft toege staan, derhalve niet zal worden voldaan aan de voorwaar de, door het Provinciaal Bestuur gesteld dat op een nader door ons Bestuur aan H. H. Provinciale Staten gericht verzoek tot wijziging der voorwaarde, aan hunne subsidie-verhooging verbonden, bericht is ontvangen van het College van Gedeputeerde Staten, dat op zijne mede werking niet kan worden gerekend; dat, aangezien dus bij dezen stand van zaken de subsidie verhooging der Provincie geheel zou komen te vervallen, waardoor van de zoo lang gewenschte Pensioenregeling zou moeten worden afgezien, het Bestuur voornoemd Uwen Raad beleefdelijk verzoekt, het toegestane subsidie alsnog met 150 Gld. te willen verhoogen. Hetwelk doende, enz. C. A. Crommelin Voorzitter, M. van Wamelen Secretaris. Leiden 10 November 1910. N». 338. Leiden, 11 November 1910. Al spoedig nadat besloten was electrischen stroom te leveren aan een combinatie van personen te Noordwijk, meldde zich ook het Seminarium Hageveld onder Voorhout voor stroom- levering aan. En aangezien dat Seminarium gelegen is aan den weg langs de Haarlemmertrekvaart, in welken weg ook de kabel voor stroomlevering aan Noordwijk is gelegd, kon er geen enkel bezwaar zijn om aan die aanvrage van het Seminarium te voldoen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1910 | | pagina 8