DONDERDAG 27
OCTOBER 1910.
171
Zitting van Donderdag 27 October 1910.
Geopend des namiddags te één uur.
Voorzitter: de Heer Burgemeester Jhr. Mr.N.C. DEGIJSELAAR.
Te behandelen onderwerpen:
1° Benoeming van een onderwijzer met verplichte hoofdakte
aan de school der Be klasse No. 8. (322)
2° Benoeming van een onderwijzer met verplichte hoofdakte
aan de school der 3e klasse No. 1. (323)
3° Voorstel tot toekenning van eene gratificatie, voor bewezen
buitengewone diensten, aan den onderwijzer-plaatsver
vangend hoofd der school 3e klasse No. 1. (320)
4° Verordening, houdende wijziging der verordening op de
Straatpolitie, van 1 April 1897 (Gem.blad No. 6) laatstelijk
gewijzigd bij verordening van 10 December 1908 (Gem.blad
No. 32). (319)
5° Voorstel tot wijziging en opnieuw vaststelling van de
verordening op het rijden met motorrijtuigen en rij widen.
0° Vaststelling van het forensenkohier der plaatselijke directe
belasting, dienst 1910. (321)
7° Begrooting van inkomsten en uitgaven der gemeente voor
den dienst 1911. (263 en 264)
Tegenwoordig zijn 30 leden, als de heeren: Vergouwen,
Timp, de Boer, Bosch, Zwiers, Driessen, van der Eist, van
Tol, A. Mulder, Bots, P. J. Mulder, Carpentier Alting, Fockema
Andreae, van Hoeken, van Hamel, Korevaar, van der Lip,
Sijtsma, Reimeringer, Fokker, Briët, Pera, Wildeboer, Corts,
van Gruting, Roem, Meuleman, Eerstens, de Vries en
Hoogenboom.
Afwezig is de heer Aalberse, wegens verhindering.
De notulen van de vorige vergadering van Donderdag 20
October 1910, worden goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen:
lo. Dankbetuiging van de Hoofdagenten van politie voor de
gunstige regeling hunner bezoldiging.
Dit stuk luidt als volgt:
Aan Den Raad der Gemeente Leiden.
De ondergeteekende Hoofdagenten van Politie te Leiden,
betuigen door dezen hun hartelijken dank voor de aan hun
bewezen genegenheid tijdens het Gemeenteraadsbesluit van
Donderdag 13 October j.l., omtrent de verhooging hunner
traktementen. Zij gevoelen en erkennen met innigen dank
baarheid, hoeveel zij aan de welwillende belangstelling en
tusschenkomst van U College hierin verschuldigd zijn, en
hopen zich met een onvermoeiden ijver aan hun betrekking
toe te wijden, om langs dien weg de ongeveinsde hoogachting
aan den dag te leggen.
Hoogachtend'
Uw onderdanige dienaars
S Wijnandts.
A. Maartense.
C. A. Slierings.
2°. Mededeeling van de wed. F. J. van Luijken, P. Koore
man, P. Mooten, W. Verhoog Wzn. en W. J. van Harteveld,
dat zij bij Gedep. Staten voorziening zullen vragen van het
raadsbesluit tot onbewoonbaarverklaring van de hun toebe-
hoorende woningen.
3°. Dankbetuiging van de Gemeentewerkliedenvereenigingen
«Recht en Plicht" en »St. Antonius van Padua" voor de aan
de gemeentewerklieden toegekende loonsverhooging.
Dit stuk luidt als volgt:
Leiden, October 1910.
Edel Achtbare Heeren!
Ondergeteekenden hebben de eer namens hun vereenigingen
Uwen Raad hun dank te betuigen voor de gunstige beslissing,
genomen in Uw vergadering van Donderdag j1in zake de
verhooging der loonen voor de gemeente werklieden, benevens
de periodieke verhooging hiervan.
Zij stellen deze gunstige bepalingen zeer op prijs.
Met verschuldigde hoogachting teekenen zij zich
Namens de Gemeente werklieden vereenigingen
«Recht en Plicht" en »St. Antonius van Padua"
H. Botermans, x J. Heemskerk.
Voorzitter. Voorzitter.
N. J. Moonen, J. Lagerberg,
ie Secr. ie Secr.
Aan 1I:H: Burgemeester en Wethouders en leden
van den Raad der gemeente Leiden.
4°. Dankbetuiging van de Inspecteurs van Politie voor de
herziening hunner salarissen.
Dit stuk luidt als volgt:
Leiden, 27 October 1910.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Edelachtbare Heeren,
De ondergeteekenden, Inspecteurs van Politie, betuigen bij
dezen hunnen welgemeenden dank voor de herziening hunner
salarissen.
Met hoogachting
UEAs dienstw. dienaren
J. W. Balfoort.
van Resteren.
Eskens.
5°. Dankbetuiging van de Vereeniging van bezoldigde agenten
van politie «Door Eendracht Saamgebracht" voor de gunstige
beschikking op haar verzoek in zake de salarisregeling van het
agentenpersoneel.
Dit stuk luidt als volgt:
Leiden, 27 October 1910.
Aan den Edelachtbaren Raad der Gemeente Leiden.
Naar aanleiding van het besluit der algemeene vergadering
der Vereeniging van bezoldigde agenten van politie „Door
Eendracht Saamgebracht, gehouden den 26 October j.l, hebben
ondergeteekenden hiermede de eer U haren dank te betuigen
voor de door U Edelachtbaar College genomen gunstige be
schikking in zake de salarisregeling van het agentenpersoneel.
'tWelk doende
Namens de Vereeniging
Het Bestuur
President.
W. Dorst, Secretaris.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Rekeningen, dienst 1909, van het R. Kath. Armbestuur
en van het R. Kath. Wees- en üudeliedenhuis.
2°. Begrootingen, dienst 1911, van het R. Kath. Armbestuur,
het R. Kath. Wees- en Oudeliedenhuis en het College van
Vrouwenkt aammoeders.
Worden gesteld in handen van de Commissie van Financiën.
3°. Verzoek van Mej. L. W. Pronk om eervol ontslag als
onderwijzeres aan de school der 3e klasse No. 7.
4°. Verzoek van C. Koordes en J. Stoeken om het hun toe-
behoorend gedeelte van de Lopsenstraat in eigendom en onder
houd bij de gemeente over te nemen.
Worden gesteld in handen van Burg. en Weth.
5°. Aanbeveling van Curatoren van het Gymnasium ter
benoeming van eene leerares in de Gymnastiek.
Zal worden opgenomen onder de Ingek. Stukken.
De Voorzitter stelt alsnog voor:
de jaarwedde van den leeraar, tevens conrector, aan het
Gymnasium, Dr. D. A. H. van Eek, wegens vermeerdering
van het door dezen te geven aantal lesuren met één, vast te
stellen op ƒ2960 en den pensioensgrondslag op gelijk bedrag.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt aldus
besloten.
De Voorzitter deelt hierop nog mede:
dat is ingekomen een missive van de Telefoonmaatschappij
betreflende de minder vlugge bediening van de telefoon.
Dit stuk luidt als volgt:
Amsterdam, 20 October 1910.
Naar aanleiding van bovenaangehaalde Missive hebben wij
de eer U te berichten dat wij het op prijs stellen in de ge
legenheid te worden gesteld Üw College van ons gevoelen te
doen blijken.
Wij kunnen de gestelde vraag nopens het al of niet toe
reikend zijn van het personeel met beslistheid beantwoorden.
Wij hebben nu en steeds er voor zorggedragen dat het per
soneel voldoende sterk was. Ten bewijze kunnen wij aan
voeren dat eene beambte bijgeplaatst op den 12 Augustus
1907 en op nieuw weer eene op 11 April 1910. Bovendien
zijn wij juist verleden week gereedgekomen met het instal-
leeren van een schakeltafel aan het Centraal-Bureau, waar
door de interlocale telefoonbediening geheel afgezonderd wordt
en waardoor alweder een middel toegepast is dat de bedie
ning gemakkelijker en vlugger kan doen zijn. Voor deze
schakeltafel wordt op nieuw eene beambte erbij aangesteld.
J. DE SWART.