148 DONDERDAG 13 OCTOBER 1910. Voor ik met dit voorstel kan medegaan, zou ik dus gaarne eerst eenige nadere inlichting hebben. Ik zou er prijs op stellen, dat de Raad iets meer wist omtrent den bouw der kantoren. Wanneer ik goed ben ingelicht, had men die kan toren oneindig veel goedkooper kunnen bouwen aan de over zijde van den singeldaar was de grond veel goedkooper. Dit terrein lijkt mij ontzettend duur. En daarom vraag ik, is het niet beter ten halve gekeerd dan ten heele gedwaald? Wanneer ik tenminste niet nader ben ingelicht, moet ik be zwaar blijven maken om aan dit voorstel mijn stem te geven. De heer Korevaar. M. d. V. Nu de heer Fokker het zoo over de gemeentefinanciën heeft, zou ik hem willen vragen, of hij het zoo wenschelijk zou geacht hebben en in het belang der gemeentefinanciën, dat wij hem, wanneer hij zoo naïf in een vorige zitting vroeg, of wij die huisjes noodig hadden voor den bouw van kantoren, zouden hebben geantwoord die huisjes hebben wij noodig, maar de andere daarnaast ook. Wanneer wij dit in een publieke vergadering hadden mede gedeeld, dan had iedereen gezegdmen gooit met het geld van de gemeente. Wij wisten toen wel, dat wij deze panden noodig hadden, maar het zou al heel naïf onzerzijds ge weest zijn om op een dergelijke vraag zulk een antwoord te geven. Toen wij het avant-projet maakten, wisten wij dat wij ook deze perceelen moesten aankoopen. Verder vraagt de heer Fokker, welk nut die grootere gevelbreedte heeft. Och, dat is gemakkelijk, om licht en lucht in het kantoor te brengende menschen, die daar werken, moeten toch ook licht en lucht hebben. En wanneer men mocht meenen, dat uitbreiding van de kantoren niet noodig is, dan wijs ik er op, dat de laatste maal, dat de kantoren uitgebreid zijn, is geweest in 1905. Nu is het kapitaal van de gas- en electriciteitsfabriek, voor welke beide inrichtingen deze kantoren moeten dienen, in dien tijd vermeerderd met f 400000. Nu begrijpt iedereen, dat, als een bedrijf wordt uitgebreid met bijna de helft van het kapitaal, ook de administratieve werkzaamheden natuurlijk toenemen, en grooter kantoren noodig worden. Verder kan ik dit nog mededeelen op het oogenblik beschikken de beambten, die op het kantoor zitten, slechts over 8 M.3 lucht per persoon, terwijl deze hoeveelheid nog daalt tot 6 a 7 M.8 als er, zooals aanhoudend voorkomt, bezoek is. Bedenkt men nu, dat voor woonkamers wordt ge- eischt 12 M.3 en voor slaapkamers 15 M.3 per persoon, dan is het duidelijk, dat uitbreiding noodzakelijk is. De heer Fokker. M. d. V. Het is zeer gemakkelijk iemand belachelijk te maken of in het zonnetje te zetten en die kunst verstaat de heer Korevaar uitstekend, maar daarmede heeft hij zijne zaak nog niet verdedigd. Daar is meer voor noodig. Hij zegt, dat het gemeentebelang zou zijn geschaad, als hij in het openbaar had gezegd, dat wij nog meer grond noodig hadden; maar die mededeeling had toch wel in ge heime vergadering kunnen worden verstrekt. Dan had de Raad geweten, waar hij aan toe was, terwijl wij nu halve inlichtingen gekregen hebben. Burgemeester en Wethouders moeten, dunkt mij, genoeg vertrouwen in den Raad kunnen stellen om in geheime vergaderingen te kunnen mededeelen, wat later nog zal moeten geschieden. Voorts heeft de Wethouder niet weerlegd mijne mededee ling, dat naar de door mij verkregen inlichting indertijd veel goedkooper terrein is te krijgen geweest voor die kantoren. Wij hebben wel gehoord, dat meer lucht en licht noodig waren, maar niet vernomen, dat die niet aan de andere zijde van het terrein te verkrijgen waren. Tegenspartelen helpt echter niet en ik moet er mij dus, zij het onder protest, bij neerleggen. De heer Sijtsma. M. d. V. Ik wil alleen vragen, of wij, mochten zulke aankoopen weder gedaan worden in verband met uitbreiding van localiteiten, daarvan niet een plan in de Leeskamer kunnen krijgen, opdat wij met meer kennis van zaken zullen kunnen oordeelen. De heer Korevaar zegt, dat de hoeveelheid lucht voor de beambten, die thans 8 M2 per persoon bedraagt, zal worden verdubbeld. Waar de vier perceelen tezamen allicht een op pervlakte zullen hebben van een paar honderd vierkanten meter, zal er ruimte te over komen en ware een uitgewerkt plan van de nieuwe kantoren den Raad zeker aangenaam geweest. Wij zouden dan eerst weten, wat er voor de huizen in de plaats komt. Bovendien komen mij de huizen, vooral die, waarvoor wij straks nog een ander voorstel krijgen, verbazend duur voor, al erken ik, dat zij misschien niet goedkooper te krijgen zijn. De heer Korevaar. M. d. Y. De heer Fokker heeft gezegd, dat aan den overkant van den Singel wel goedkooper had kunnen worden gekocht, maar hij ziet over het hoofd, dat, toen daar nog terrein disponibel was, het vraagstuk der uit breiding nog niet aan de orde was, want toen was nog niet besloten tot oplichting van de centrale; en toen het vraag stuk van uitbreiding der lichtfabrieken begon te dringen, waren op dat terrein de straten reeds aangelegd en daarlangs voor een deel bebouwd met huizen. Om daar nu dure stukjes houwgrond te koopen, die niet aan het fabrieksterrein aan sloten, was niet in het belang van die inrichting. De heer Sijtsma zegt, dat hij het terrein, verkregen door aan koop van de voorgestelde huisjes, duur vindt; dat ben ik volkomen met hem eens, maar nu de gasfabriek er eenmaal staat, zal het een heele toer zijn om daar góedkoop te koopen. Die illusie kan ik den heeren niet laten. De beraadslaging wordt gesloten en het voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen. IX. Voorstel: a. tot aankoop van de perceelen Langegracht en Speksteeg Sectie B nis 534, 533, 532 en 531 en tot beschikbaarstel ling van de voor dien aankoop benoodigde gelden b. tot aanvulling van het uitbreidings- en vernieuwingsfonds der stedelijke fabrieken van gas en electriciteit, ten behoeve van de koopsommen der sub a bedoelde perceelen. (Zie Ing. St. No. 304). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. X. Voorstel in zake het verbod van het gebruik van lood wit bij de uitvoering van gemeentewerken. (Zie Ing. St. Nis. 294). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. XI. Verordening, houdende regeling van de bezoldiging der politiebeambten in de gemeente Leiden. (Zie Ing. St. No. 256 en 305). De algemeene beraadslaging wordt geopend. De heer Fokker. M. d. V. Ik wil een enkele opmerking maken, die ik wellicht te berde had kunnen brengen bij de behandeling van art. 2, maar die nu beter van te voren is te maken. In de eerste plaats verheugt het mij, dat Burge meester en Wethouders zijn gekomen met dit voorstel tot verbetering van de salarissen van de politie. De behoefte daaraan was reeds lang gevoeld, en het verheugt mij dat dit gevoelen nu door Burgemeester en Wethouders wordt ge deeld. Intusschen zal van de gemeentelijke schatkist door dit voorstel weder een belangrijk offer worden geëischt. Ik heb mij daarom afgevraagd, of aan den eenen kant de voordracht aannemende, aan den anderen kant bij de politie niet een paar kleine bezuinigingen zouden zijn aan te brengen. Ik hoop, mijnheer de Voorzitter, dat ik mij daarbij niet begeef op uw terrein als hoofd der politie. Wanneer ik dit mocht doen, dan zal u zeker wel zoo welwillend zijn mij terecht te wijzen en mijne opmerkingen niet te willen beschouwen als een inbreuk op uw gezag, doch slechts als de belangstellende wenken van een leek. In de eerste plaats zou ik willen vra gen, waar voor den hoofdinspecteur wordt voorgesteld een aan- vangswedde van f 1900 met drie driejaarlijksche verhoogin gen ieder van f 100, tot een maximum van f 2200, of dit salaris, daarbij in aanmerking nemende de emolumenten, niet wat te hoog is. Men moet toch niet uit het oog verliezen, dat die hoofdinspecteur het genot heeft van vrije woning tegenover het politiebureau, eene woning die men hem inder tijd gegeven heeft, omdat men het wenschelijk oordeelde, dat hij steeds bij de hand zou zijn. Deze reden is echter verval len door het optreden der adjunct-inspecteurs, waardoor er altijd iemand van hoogeren rang aan het bureau aanwezig is, om de menschen te woord te staan. Deze woning wordt hem voor zéér lagen huurprijs verhuurd. Ik misgun het hem niet, maar het komt mij voor, dat deze woning ten bate van de gemeente meer kan opbrengen. De woning vertegenwoordigt een huurwaarde van f 460 a f 500, zoodat de inspecteur daar een f 300 goedkooper woont dan een ander. Rekent men daarbij de f 100 die hij ontvangt voor de behartiging van het kleedingsfonds, dan komt men tot een maximum trakte ment van f 2600. Nu wil ik wel medegaan met de salaris regeling van den hoofd-inspecteur, mits de toezegging wordt gedaan, dat hij afstand zal doen van deze vrije woning. Wellicht zou er ook nog iets kunnen bezuinigd worden, wanneer werd ingetrokken de betrekking van portier beneden aan het politiebureau. Als ik goed ben ingelicht, doen daar twee agenten le klasse dienst als portier ên als ordonnans van den commissa ris èn aan het bureau van de inspecteurs. Ik denk dat daarvoor ook op een lager salaris wel geschik te menschen te vinden zullen zijn, waardoor die agenten in het corps zullen kunnen terugkeeren en waarvan eene be sparing van een paar honderd gulden per jaar het gevolg zal kunnen zijn. Het zijn, ik erken het, een paar kleinigheden, maar alle

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1910 | | pagina 4