DONDERDAG 13 OCTOBER 1910. 147 beginselen der drankbestrijding en er dus door een hooger subsidie de zaak niet uit handen van het particulier initia tief wordt genomen dat zij, waar Burgemeester en Wethouders toestemmen het belang der gemeenschap bij een goede drankbestrijding, er bij (Jw geacht college nogmaals beleefd doch dringend op aandringen het subsidie voor 1911 te willen vaststellen op 350 gulden, zijnde f 50.per vereeniging. 't Welk doende enz. Namens de plaatselijke drankbestrijders- vereenigingen voornoemd Leiden 12 October 1910. Joh. Kuik. Koningsstraat 16. Zal worden behandeld bij punt 13 der agenda. 12°. Verzoek van de Ned. Vereeniging van Kermisvakge- nooten »Ons Belang" om niet aan te nemen het voorstel Briët c. s. tot afschaffing van de Kermis. Dit stuk luidt als volgt: Aan den Raad der Gemeente Leiden. Edel Achtbare Heeren, Geeft met verschuldigden eerbied te kennen de Ned. Vereeniging van Kermisvakgenooten »Ons Belang" opgericht 13 December 1899, te Amsterdam, Koninklijk Goedgek. 21 Juni 1901, Staatsblad No. 54. Dat voorschreven requestrante beleefd verzoekt niet in te gaan, op het voorstel door vier A. R. Raadsleden ingediend, tot afschaffing der Kermis in Uwe Gemeente, met verwijzing naar bijgaande Memorie van Toelichting. 't Welk doende enz., L. Vallentgoed. lste Seer. Ned. Ver. Kermisvakgenooten »Ons Belang". Zal worden behandeld bij het voorstel Briët c. s. De Voorzitter deelt alsnog mede: dat op Dinsdag 15 November a.s., des namiddags van 24 uur, ten Raadhuize eene verkiezing zal plaats hebben van vijf leden van de Kamer van Koophandel en Fabrieken, en dat in het stembureau zullen zitting hebben de heeren A. L. Reimeringer en J. A. Bots, met den Burgemeester of wien hem vervangt. Alle overige raadsleden kunnen als plaats vervangers optreden van de heeren Reimeringer en Bots. Aan de orde is alsnu: i. Benoeming van een onderwijzer met verplichte hoofdakte aan de school der 3e klasse no. 5. (Zie Ing. St. No. 289). De Voorzitter. Mag ik den heeren P. J. Mulder, A. Mulder, Sijtsma en Driessen verzoeken het stembureau te willen uit maken. De uitslag der stemming is, dat de heer J. A. Zuidhoff wordt benoemd met algemeene (28) stemmen. De Voorzitter. Ik dank de heeren stemopnemers voor de genomen moeite. (De heer Kerstens komt ter vergadering.) II. Verzoek van Dr. B. M. van Dalfsen om eervol ontslag als leeraar aan de Hoogere Burgerschool voor jongens. (Zie Ing. St. No. 303). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming con form het praeadvies eervol verleend. III. Praeadvies op het verzoek van de St. Jozef-Gezellen- vereeniging om het gebruik van het gymnastieklokaal aan de Pieterskerkgracht en van een der lokalen van de school der- Se klasse No. 4. (Zie Ing. St. No. 306). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies van Burg. en Weth. besloten. IV. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ter voldoe ning van de kosten van het onderzoek naar de oorzaken van het tekort op de exploitatie van het Openbaar Slachthuis. (Zie Ing. St. No. 290). De beraadslaging wordt geopend. De heer Sijtsma. M. d. V. Het bedrag van f 929.85® is ver bruikt en wij zullen het dus wel moeten voteeren, maar gaat, het wel aan, dat op die manier een crediet overschreden wordt, zonder dat de Raad er te voren iets van bemerkt? Ik meen, dat die methode geen navolging verdient en ik geef ernstig in overweging in de toekomst dergelijke credieten bindend te verklaren. Kan men de kosten niet uit het toegestane crediet bestrijden, laat men dan tijdig verhooging daarvan aanvragen. Bovendien acht ik het bedrag van f 929 vrij hoog, ook al sla ik geen geloof aan de door den oud-direc teur geuite bewering, dat het rapport volstrekt waardeloos zou zijn. De heer Bosch. M. d. V. Als de Voorzitter der Commissie, de heer Meuleman tegenwoordig was, zou deze vermoedelijk wel aan den Raad zeggen, wat ik nu even wil mededeelen, namelijk, dat hij aan Burgemeester en Wethouders heeft ge vraagd, of het crediet overschreden mocht worden, want dat de commissie met het toegestane bedrag niet kon toekomen. Dus de overschrijding heeft niet plaats gehad zonder rugge spraak met Burgemeester en Wethouders. Ik geef toe, dat het correcter ware geweest, wanneer de zaak eerst nog in den Raad ware gebracht, maar de Commissie heeft niet geheel op eigen gezag gehandeld. De Voorzitter. Ik wensch alleen te zeggen, dat ik niet met den heer Sijtsma medega, waar hij meende, dat de kosten zoo hoog waren geloopen. Als men in aanmerking neemt, dat de commissie verscheiden plaatsen heeft bezocht, kan men toch waarlijk die meening niet verdedigen. Men zou het regelmatiger kunnen achten, als de zaak eerder bij den Raad gebracht ware, maar als men het totale bedrag deelt door het aantal commissieleden en door het aantal reisdagen, dan zijn de kosten m. i. niet hoog. De beraadslaging wordt gesloten en het voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen. V. Voorstel tot verhooging van volgnr. 97 der begrooting, dienst 1910, »Uitkeering aan het Rijk van het aandeel in de kwade posten, wegens de directe belastingen." (Zie Ing. St. No. 291). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan genomen. VI. Voorstel tot bestendiging van de huur van perceel I van het Raamland aan den Hoogen Rijndijk, aan de veree niging Volksspeeltuinen." (Zie Ing. St. No. 299). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan genomen. VII. Voorstel tot verpachting van de perceelen weiland, kad. bekend gemeente Leiden, sectie L n^ 553 en 537, aan W. J. Zwetsloot. (Zie Ing. St. No. 293). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan genomen. VIII. Voorstel: a. tot aankoop van het perceel Langegracht Sectie B n°. 535 en tot beschikbaarstelling van de voor dien aankoop benoodigde gelden b. tot aanvulling van het uitbreidings- en vernieuwings fonds der stedelijke fabrieken van gas en electriciteit, ten behoeve van de koopsom van het sub a bedoelde perceel. (Zie Ing. St. No. 288). De beraadslaging wordt geopend. De heer Fokker. M. d. V. Ik kan mij niet geheel met deze voordracht vereenigen. Indertijd zijn er panden aangekocht voor den bouw van deze kantoren en toen is de opmerking gemaakt, of nu daardoor ook was besloten tot den bouw van die kantoren. Daarop is door den Wethouder van Fabricage, tevens Voorzitter van de Gascommissie, medegedeeld, dat dit buiten den Raad omging. De Raad stond de koop der huizen toe, die dan ter beschikking werden gesteld van de gasfabriek het was een quaestie van inwendig beheer, wat men er verder mede zou doen, of zij al of niet zouden gebruikt worden tot den bouw van kantoren. Nu de plannen nader worden uit gewerkt, blijkt, dat met het eerste terrein niet kan worden volstaan en dat men vooral behoefte heeft aan een grootere gevelbreedte. Ik weet niet, wat het buitengewone voordeel is van die grootere gevelbreedte aan den kant van de Lange gracht, wel weet ik, dat er nu weer 2400 noodig wordt ge oordeeld voor den bouw van die kantoren. Waar nu de ge- meentefinanciën in zeer benarde omstandigheden verkeeren, geloof ik, dat wij geen enkele uitgaaf moeten doen, die niet absoluut noodzakelijk is. Gaat het nu aan onder deze om standigheid f 2400 uit te geven voor eene grootere gevel breedte? Is dat belang wel groot genoeg? Men moet ook niet vergeten, dat het bij deze 2400 niet blijft. Straks krijgen wij een voorstel, waarbij wederom voor gelijk doel f 9000 wordt aangevraagd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1910 | | pagina 3