146
DONDERDAG 13 OCTOBER 1910.
dat zij hunne volkomen instemming betuigen met het voorstel
tot afschaffing van de kermis, door de Edelachtbare Heeren
Bosch, Briët, van Hoeken, en Mulder bij Uw geacht College
ingediend
Weshalve zij U beleefd verzoeken, de motieven, door de
voorstellers genoemd, ernstig te willen overwegen en het voorstel
aan te nemen.
Aangezien daarmee aan het dringend verlangen van een
belangrijk deel der burgerij zal worden voldaan.
Hetwelk doende, enz
Leiden, October 1910.
Namens de "Vereeniging voor Christelijke belangen:
H. Retel, Voorzitter.
A. Wiggers, Secretaris.
Namens de Ger. Gemeente Nieuwe Rijn,
G. v. Reenen, Voorz.
P. Hogendoorn, Scriba.
Namens de Leidsche Chr. Bestuurders Bond,
F. Elkerbout, Voorzitter.
J. v. d. Zeeuw Jr., Secr.
Namens de Nat-Chr. geheelonthoudersvereeniging,
N. de Graaf. Pres.
L. G. van der Horst, Secretaris.
Namens de Werklieden Vereenig: Patrimonium:
J. G. Snel, Voorz.
C. Laterveer, Secret.
Namens de Gereform. Ver. voor Drankbestrijding.
G. van Zwieten, Voorzitter.
L. G. van der Horst, Secretaris.
Namens de Christel. Jongel. Vereen. Prediker XII la.
H. A. Verhoog, 2e Voorz.
A. Ant. Parmentier, le Secretaris.
Zullen worden behandeld bij het voorstel Briët c. s.
6°. Verzoek van C. Koordes en J. Stoeken om eene tege
moetkoming in de kosten van aanleg van de Lopsenstraat.
Dit stuk luidt als volgt:
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Geven met verschuldigden eerbied te kennen, de onderge-
teekenden: C. Koordes en J. Stoeken, wonende te Leiden.
dat wij in aanmerking wenscherr te mogen komen voor een
tegemoetkoming van de helft der kosten, voor dat gedeelten
der straat dat eigendom der gemeente Leiden is gelegen aan
de Morschweg (Lobsenstraat).
Redenen waarom adressanten de vrijheid nemen zich tot
Uwen Edelachtbaren Raad te wenden met dit verzoek, is
omdat onze bedoeling was van af de aanvrage der straat om
alleen dat gedeelte voor de huizen te bestraten, en het overige
gedeelten een verhard pad van te maken.
'Twelk doende
C. Koordes, Heerensingel 49.
J. Stoeke, 50.
7°. Bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatselijke
directe belasting, dienst 1910.
8°. Verzoeken van verschillende personen om afschrijving
van plaatselijke directe belasting, dienst 1910.
Worden gesteld in handen van Burg. en Weth.
9°. Nader verzoek van de afd. Leiden van den Bond van
Ned. Gemeentewerklieden om gelijkstelling van de loonen
der verschillende vaklieden.
Zal worden behandeld bij het voorstel tot verhooging der
loonen van de gemeentewerklieden.
10°. Verzoek van den Verhuurdersbond van Huiseigenaren
voor Leiden en omstreken, om niet aan te nemen een even
tueel voorstel tot verbetering van den woningtoestand in het
bouwblok BouwelouwensteegParadijssteeg.
De Voorzitter. Wenschen de heeren de Memorie van
Toelichting te hooren voorlezen?
De heer Sijtsma. M. d. V. Ik wensch niet, dat de Memorie
van Toelichting zal worden voorgelezen; ik heb die gele
zen. Ik wensch alleen te vragen, of werkelijk die plannen
bestaan, waarop in het adres bedoeld wordt, of dat deze alleen
bestaan in de fantasie van de heeren adressanten?
De Voorzitter. Ik kan er alleen dit van zeggen, dat wanneer
die plannen bestaan, zij dan in elk geval nog niet vast staan
er is nog niets definitiefs besloten, zoodat ik mij niet kan
begrijpen, hoe men met een dergelijk verzoekschrift bij den
Raad kan komen. Ik zou dus willen voorstellen om dit adres
eenvoudig ter zijde te leggen. Wanneer eenmaal plannen
aanhangig zijn gemaakt bij den Raad, dan kunnen de heeren
opnieuw een adres indienen; nu is het geheel praematuur.
De heer Fokker. M. d. V. Ik vermoed dat er toch wel
eenig verband bestaat in het idéé van adressanten, tusschen
hun verzoek en het voorstel onder nr. 12 op de agenda voor
komende, tot onbewoonbaarverklaring van perceelen. Ik heb
een klein vermoeden, dat deze beide zaken met elkander in
een, zij hot verwijderd, verband staan. En wanneer er dergelijke
plannen mochten bestaan, dan hoop ik, dat de Raad eerst
daaromtrent zal ingelicht worden, opdat wij ons, vóórdat wij
overgaan tot de onbewoonbaarverklaring, eenig denkbeeld
kunnen vormen van den toestand. Anders zouden wij langza
merhand door die onbewoonbaarverklaringen eindelijk tot
nieuwen bouw moeten overgaan, omdat de woningen eenmaal
onbewoonbaar verklaard zijn. Zonder het zelf te weten, zou
de Raad dus stap voor stap op een weg gekomen zijn, dien
men niet wist, dat men had ingeslagen. Ik zeg niet, dat ik
er tegen zou zijnik juich het toe dat er verbetering in den
woningtoestand kome. Maar waar belangstellenden of belang
hebbenden zich tot den Raad wenden, is het dunkt mij wel
wat sterk, om nu tegen hen te zeggen: van dit alles is ons
officieel niets bekend; gij behoeft niet te denken, wij zullen
wel voor u denken. Wanneer er wrerkelijk dergelijke plannen
bij Burgemeester en Wethouders bestaan, laten zij er dan
mede voor den dag komen.
De heer Korevaar. M. d. V. Zooals u terecht hebt opge
merkt, is er wel iets hangende, maar het heeft met de onbe
woonbaarverklaringen van punt 12 der agenda niets te maken.
Want wanneer de plannen eventueel niet tot uitvoering
komen, of de Raad vereenigt zich er niet mede, zullen
Burgemeester en Wethouders toch voorstellen deze woningen
onbewoonbaar te verklaren. Burgemeester en Wethouders
stellen er juist prijs op deze zaken geheel onafhankelijk van
elkaar te behandelen en het oordeel over onbewoonbaarver
klaring geheel objectief, los van kans tot onteigening of iets
dergelijks te laten vormen. Het beweerde verband tusschen
die onbewoonbaar verklaring en plannen, die nog in de lucht
hangen, bestaat dus niet.
De Voorzitter. Ik stel dus voor om dit adres terzijde te
leggen, omdat het niets te maken heeft met het voorstel tot on
bewoonbaarverklaring, dat als punt 12 op de agenda voorkomt.
Overeenkomstig het voorstel van den Voorzitter wordt het
verzoek hierop voor kennisgeving aangenomen.
11°. Nader verzoek van de afd. Leiden der Ned. Vereeni
ging tot afschaffing van alcoholhoudende dranken e. a., in
zake de verhooging van het voor drankbestrijding uitgetrok
ken bedrag.
Dit stuk luidt als volgt:
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Mijne Heeren!
Geven mét verschuldigden eerbied te kennen: de besturen
der navolgende vereenigingen: Afdeeling Leiden der Ned.
Vereen, tot Afschaffing van Alcoholhoudende Dranken, Het
Leidsch Kruisverbond, Afdeeling Leiden van den Algem.
Nederl. Geheelonthoudersbond, Afdeeling Leiden van den
Volksbond tegen Drankmisbruik, Leidsche Geheelonthouders
vereeniging »de Volharding", Gereformeerde Drankbestrijders-
vereeniging en de Afdeeling Leiden van de Nat. Christen
Geheelonthoudersbond
dat zij met leedwezen kennis namen van het praeadvies
uitgebracht door Burgemeester en Wethouders op het adres
van bovengenoemde vereenigingen om op de begrooting van
1911 een bedrag van f 350 uit te trekken als subsidie aan
de plaatselijke drankbestrijdersvereenigingen voornoemd
dat zij naar aanleiding daarvan beleefd de vrijheid nemen
er Uw geacht college op te wijzen dat het aantal vereeni
gingen waarover het subsidie van 1910 verdeeld moest
worden, vijf bedroeg welk getal nu zeven is zoodat het door
elke vereeniging te ontvangen bedrag reeds beduidend kleiner
zal zijn als besloten wordt hetzelfde subsidie als voor 1910
te verleenen
dat zij er Uw geacht college op wijzen dat gemeenten met
een kleinere bevolking dan Leiden een grooter subsidie ver
leenen, o.a. 's Hertogenbosch f 375.Delft, Tilburg, Zwolle
elk f 300.Hilversum, Zutphen elk f 200. Deventer,
Dreumel, Gouda elk f 150.Leeuwarden f 125.en
Geldrop f 110
dat zij er in hun adres van September 1.1. reeds op wezen
dat de bijdragen van leden en begunstigers onvoldoende zijn
om voortdurend met vrucht propaganda te maken voor de