158
DONDERDAG 13
OCTOBER 1910.
De heer Korevaar. M. d. V. Ik weet van dergelijke bepalingen
niet veel, want de gemeente Leiden heeft daaromtrent niets
te zeggen. Degeen, die er iets aan kan doen, maar ook niet
veel, is het Hoogheemraadschap Rijnland. En nu wil ik wel ver
klaren, dat wij daarvan steeds de grootste medewerking hebben
ondervonden. Nu hebben wij een lotgenoot gekregen in het
Rijk; de Rijksbrug is op dergelijke wijze ook geheel in elkaar
gevarenmisschien zal dit wat helpen. De vraag is ook in de
sectiën gedaan bij de behandeling van de begrooting en wellicht
zal er daar een vollediger antwoord op gegeven kunnen worden.
De Voorzitter. Ik geloof, dat het meer een zaak is, die
de provincie aangaat. De gemeentepolitie kan bezwaarlijk
buiten de gemeente optreden.
De heer van Hoeken. Het doet mij genoegen, dat ik aan
gaande dit punt nu eens steun vind bij meerdere leden van
den Raadhet betreft hier toch een punt, dat door mij reeds
in twee of drie vergaderingen ter sprake is gebracht. Ik heb
er al meermalen op gewezen, dat wat de overtredingen betreft,
er een onvoldoend politietoezicht is langs de Haarlemmer
trekvaart. Daarvoor heb ik wel een middel aan de hand gedaan,
maar tot nog toe is mij niet gebleken, dat men dit middel ook
heeft gebezigd, zoodat ik nu wederom in overeenstemming met
de twee heeren, die over deze zaak hebben gesproken, tot
Burgemeester en Wethouders het verzoek richt: neem toch
maatregelen ter voorkoming van de vernieling van gemeente
eigendommen.
De heer Roem. Naar mijne meening zou aan het bezwaar
kunnen worden tegemoet gekomen, door gedurende een jaar
daar ter plaatse wat meer politietoezicht te hebben. Stel dat
wij er een veldwachter of politieambtenaar plaatsen, dan zal
men wat voorzichtiger gaan varen, want tegen zulk varen is het
sterkste werk niet bestand. En dat zal wel niet meer kosten
dan f 500 in het jaar. Ik zou Burgemeester en Wethouders
dat denkbeeld wel in overweging willen geven.
De Voorzitter. Een som van 500 lijkt mij daarvoor
veel te gering. Wil het toezicht goed zijn, dan moet het dag
en nacht geschieden, en dat kan natuurlijk niet door één
persoon gebeuren. Wij moeten dus minstens twee personen
hebben. Ik denk dat het heel wat meer bij de f 2000 zal
komen.
De heer Roem. Ik ben overtuigd, dat het surveilleeren van
één man al veel zal helpenwanneer hij nu en dan eene
bekeuring doet, zal men veel voorzichtiger worden. En
zelfs al bedroegen de kosten f 1600, dan zou men nog moeten
overwegen, of dit niet opweegt tegen de kosten van reparatie
van brug of wal.
De Voorzitter. Eén man zal stellig niet voldoende zijn,
die kan niets uitrichten hij zal eenvoudig de ƒ500 opsteken
en zeer weinig zijn best doen, omdat hij toch niet in staat
is alles behoorlijk na te gaan. Ook moet men niet vergeten,
hoelang wij het niet zonder zulk toezicht hebben gedaan,
voordat wij kosten van reparatie kregen.
Het lijkt gemakkelijk, maar het is zeer moeilijk die eigen
dommen buiten de gemeente te beschermen. Dit moet feitelijk
gebeuren door rijksveldwachters. In elk geval zullen wij de
opmerking ter harte nemen.
Het woord is nu aan den heer Meuleman, die het gevraagd
heeft.
De heer Meuleman. M. d. V. Ik heb met groote belangstelling
gelezen wat voorkomt onder No. 298 van de Ingekomen Stukken
en met Burgemeester en Wethouders doet het mij zeer leed,
dat de onderhandelingen niet tot een gewenscht einde zijn
gekomen, maar onder de gegeven omstandigheden wensch ik
mijn voorstel in te trekken.
De Voorzitter. Toch wil ik het nog op de agenda brengen
van de volgende vergadering, omdat ik dienaangaande nog
eene mededeeling aan den Raad wil doen.
De heer Fockema Andreae. M. d. V. Ik zou gaarne de
aandacht van Burgemeester en Wethouders willen vestigen
op al- of niet-naleving van art. 18 der concessie aan de
Telephoonmaatschappij. De ondervinding heeft mij geleerd, dat
men hoe langer hoe langzamer geholpen wordt bij de telephoon
en bij mij bestaat twijfel, of de uitbreiding van het personeel
wel gelijken tred houdt met de uitbreiding der aansluitingen.
Het personeel is zeer welwillend, maar niemand kan meer dan
een bepaalde hoeveelheid werk doen.
De Voorzitter. Wij zullen uwe opmerkingen ter harte
nemen.
Niemand verder het woord verlangende, wordt de vergadering
gesloten.