GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
I'll
INGEKOMEN STUKKEK.
N°. 266. Leiden. 8 Septemoer, 1910.
Door de firma's J. J. van Hoeken en Zoon te Leiden en J.
L. Hoos en Zoon te Leiderdorp wordt bij nevensgaand adres
verzocht het hun toebehoorende gedeelte van de Sophiastraat,
gelegen tusschen de Buitenlaan en de Heerenlaan, door de
gemeente in eigendom te doen overnemen.
Aangezien bedoeld straatgedeelte behoorlijk is aangelegd en
gerioleerd bestaat tegen de overname noch bij de Commissie
van Fabricage, noch bij ons college bezwaar.
Mitsdien geven wij Uwe Vergadering in overweging te be
sluiten het op de in de Leeskamer liggende situatieteekening
met bruine kleur aangegevene gedeelte van de Sophiastraat,
gelegen tusschen de Buitenlaan en de Heerenlaan, kadastraal
bekend gemeente Leiden, Sectie K No 2000 ged., zonder eenige
kosten voor de gemeente in eigendom en onderhoud bij de
gemeente over te nemen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders
der Gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigde eerbied te kennen de firma J. J.
van Hoeken Zoon te Leiden en J. L. Hoos Zoon te Lei
derdorp het verzoek, tot overname door de Gemeente van het
hun toebehoorend gedeelte der Sophiastraat gelegen tusschen
de Buitenlaan en de Heerenlaan Kadastraal bekend Gemeente
Leiden, Sectie K. No. 2000, groot 18 A. 97 cA.
Verzoeken beleefd U Eds gunstige beschikking,
't Welk doende
J. J. van Hoeken Zoon,
J. L. Hoos Zoon.
Leiden, 10 Augustus 1910.
N°. 267. Leiden, 8 September 1910.
Uit een van onzentwege ingesteld onderzoek is ons gebleken,
dat de hieronder vermelde woningen om de daarbij aange
geven redenen ongeschikt zijn ter bewoning en niet door het
aanbrengen van verbeteringen in bewoonbaren staat kunnen
worden gebracht:
Paradijssteeg nis 18, 20, 22, 22a, 56 en 62;
Wernershof nis 4a, 4f en 12a
Willem Matthijspoort nis 1, 2, 3, 4, en 5;
Koningspoort nis 1, 2, 3, 4, 5, en 6,
alle wegens te geringe oppervlakte of hoogte, vocht en onvol
doende toevoer van licht en lucht, waarbij ten aanzien van
de perceelen in het Wernershof, de Willem Matthijspoort en
de Koningspoort nog bovendien het bezwaar komt, dat zij
bij het uitbreken van brand wegens de nauwe toegangen met
brandbluschmiddelen nauwelijks bereikbaar zouden zijn.
Onder overlegging van het aan ons uitgebracht rapport van
den Inspecteur der Bouwpolitie en van het advies der Gezond
heidscommissie geven wij u mitsdien in overweging de woningen
hierboven vermeld onbewoonbaar te verklaren en te gelasten
dat die perceelen moeten zijn ontruimd binnen 4 maanden,
te rekenen van den dag, waarop de tijd tot voorziening is
verstreken of het besluit tot onbewoonbaarverklaring is ge
handhaafd.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 268. Leiden, 10 September, 1910.
Bij uw besluit van 28 Juli 1.1. (Zie Ing. Stukk. No. 220)
werd aan W. C. Mulder vergunning verleend tot het dempen
van twee gedeelten sloot langs en achter den Zoeterwoudschen
Singel, in verband met plannen tot het doortrekken van de
Thorbeckestraat. Aangezien evenwel die doortrekking niet
geheel overeenkomstig de bij het uitbreidingsplan vastgestelde
rooilijnen zal plaats hebben, moet ook daartoe nog vooraf ver
gunning door den Raad worden verleend. Die afwijking is
echter slechts van zeer ondergeschikten aard en betreft alleen
het perceel Sectie M. 1065, dat geheel aan dengene voor wiens
rekening de straat zal worden aangelegd toebehoort. Belangen
van anderen kunnen dus door de gewijzigde richting niet
worden geschaad. Van een wijziging van het uitbreidingsplan
als zoodanig is dan ook eigenlijk geen sprake. Alleen zal
krachtens art. 2 van de Bouwverordening door Uwe Vergadering
moeten worden goedgekeurd dat andere rooilijnen worden
gevolgd. Maar daartegen bestaat noch bij de commissie van
fabricage, noch bij ons college bezwaar.
Mitsdien stellen wij u voor goed te keuren dat de ver
lenging van de Thorbeckestraat in de richting van den Zoeter
woudschen Singel, in afwijking van de bij het vastgestelde
uitbreidingsplan aangegeven rooilijnen, plaats hebbe in de
richting, welke op het door adressant overgelegde plan is
aangegeven.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 269. Leiden, 13 September 1910.
Aan de straat, die op het terrein van de thans gedempte
Lopsensloot is aangelegd, zal aangezien de daaraan gebouwde
huizen weldra voltooid zullen zijn, een naam gegeven moeten
worden. Het komt ons het meest eigenaardig voor dat
de naam van de sloot in dien van de straat behouden
blijve. Mitsdien geven wij u in overweging aan de hier-
bedoelde straat den naam Lopsenstraat te geven.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 270. Leiden, 13 September 1910.
Voor de benoeming van een onderwijzer met verplichte
hoofdakte aan de openbare Jongensschool 2e klasse alhier, ter
vervanging van den heer A. J. J. Verbrugge, die met 1
September j.l. in functie is getreden als hoofd der openbare
school 3e klasse No. 1, hebben wij de eer Uwe Vergadering
de volgende voordracht aan te bieden:
1°. H. BOLT, onderwijzer aan de openbare school 3e klasse
No. 1, te Leiden;
2°. J. RIJKSE, onderwijzer te Arnhem;
3°. J. VAN DOORNE, hoofd der school te 's Gravendeel.
Onder mededeeling, dat deze voordracht is opgemaakt in
overleg met den Arrondissements-Schoolopziener, na ingewonnen
bericht van het hoofd der school, en dat de desbetreffende
stukken in de Leeskamer ter inzage liggen, geven wij u in
overweging alsnu tot eene benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 271. Leiden, 13 September 1910.
Onder overlegging van nevensgaand verzoek van H. J.
Hartwijk en van het naar aanleiding daarvan uitgebracht advies
van het hoofd der betrokken school, hebben wij de eer u in
overweging te geven aan H. J. Hartwijk op zijn verzoek, met
ingang van den dag van het door Uwe Vergadering te nemen
besluit, eervol ontslag te verleenen uit zijne betrekking van
onderwijzer aan de openbare lagere school der 3e klasse
No 8 alhier.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 9 September 1910.
Ondergeteekende heeft de eer U te berichten, dat er bij hem
geen bezwaar bestaat tegen het verleenen van eervol ontslag
aan den Heer H. J. Hartwijk uit zijn tegenwoordige betrekking
van onderwijzer aan deze school.
Het plaatsverv. Hoofd der School
3e Klasse N°. 8
J. J. van Tertholen.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders
der Gemeente Leiden.
Ondergeteekende, door Uwen Raad benoemd tot leeraar in
de algebra aan de afdeeling A van de Kweekschool voor
Onderwijzers en Onderwijzeressen alhier, verzoekt U beleefd,
hem eervol ontslag te willen verleenen uit zijne betrekking
van onderwijzer aan de Openbare Lagere School No. 8 tegen
een datum, door Uwen Raad te bepalen.
Van Uwen Raad
de dienstwillige dienaar
H. J. Hartwijk.
Aan den Raad der gemeente Leiden.