88
(Als onbetaald gebleven in 1908 werd een
bedrag van 98411.29 op den dienst 1909
overgebrachl. Hiervan is eene som van
f 93762.79 opgenomen).
11°. Kosten van aanleg eener electrische verlich
tingsinstallatie in het Raadhuis. (Volgn.230). 6714.
(Van het bij raadsbesluit van 21 Oct. 1909
uitgetrokken bedrag van ƒ9000.is ƒ2286.
betaald).
12°. Kosten van de over wuiving van het Kort
Rapenburg en van de vervanging van de
Blauwpoortsburg. (Volgn. 233)178323.21
(Van bet bij raadsbesluit van 23 Dec. 1909
uitgetrokken bedrag van 180000.is in
1909 1676.79 uitbetaald).
Te zamen
492133.41
Tot dekking van dit bedrag kan, wat de posten
16 betreft, te zamen 775.74, worden beschikt
over een gedeelte van het batig slot der gewone
ontvangsten en uitgaven over 1909 775.74
wat den post sub 7 betreft, over de nog in 1909
onbetaald gebleven bijdrage der Provincie Zuid-
Holland in de kosten der vernieuwing van den
Nagelbrug onder Voorhout ten bedrage van
ƒ1350.(Volgn. 61 b der begrooting voor 1909). 1350.
wat den post sub 10 aangaat, over het nog
van het Rijk te ontvangen voorschot ten behoeve
van de verbetering van den woningstoestand in
het bouwblok tusschen LevendaalGeeregracht
Zijdgracht (Volgn. 61c der begrooting van 1909)
tot gelijk bedrag van ƒ4648.50 4648.50
verder over het in 1909 onbetaald gebleven
bedrag der rijksbijdragen in de kosten van stich
ting van schoollokalen en onderwijzerswoningen ad 211980
In het restant ad 483239.31 zal ten deele
kunnen worden voorzien door ov rbrenging van
het batig slot der buitengewone ontvangsten en
uitgaven van 1909 ten bedrage van f 5117.34®
op den dienst 19105117.34®
terwijl voor het overige 478121.96®) de post
vGeldleening ter voorziening in de kosten van
buitengewone werken''' moet worden verhoogd 478121.96®
Wel zijn bij de raadsbesluiten tot het aangaan
van de geldleeningen voor de in deze bedoelde
buitengewone werken de betrekkelijke begroo-
tingsstaten reeds tot het volle bedrag door U
vastgesteld, doch aan de leeningsbesluiten zelve
is tot nog toe geene uitvoering gegeven. Welk
bedrag ten slotte voor de hierbedoelde werken
moet worden geleend, zal eerst later blijken. De
thans voorgestelde verhooging van den post
geldleening met het bovengenoemde bedrag is
dan ook niets anders- dan een eenvoudige be-
grootingsregeling.
Te zamen
492133.41
Wij geven U thans in overweging te besluiten tot vast
stelling van den hierbij overgelegden begrootingsstaat, dienst
1910, en van den mede hierbij gevoegden staat model A,
strekkende tot betaling van de bedragen sub 1,2,4,5 en 6 uit
den post voor Onvoorziene Uitgaven van 1910.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 214.
Leiden, 20 Juli 1910.
Bij de indiening harer begrooting voor het volgend dienst
jaar werd ons door de Commissie van beheer over de gestichten
«Endegeest" en »Rhijngeest'' medegedeeld, dat het dringend
noodzakelijk is om tot een verhooging van de verpleegkosten
voor het gesticht »Eridegeest" over te gaan, aangezien bij
behoud van het tegenwoordige tarief de exploitatie van beide
gestichten een groot tekort dreigt op te leveren.
Verschillende omstandigheden werken daartoe samen.
In de eerste plaats kan het gemiddeld aantal patiënten in
»Endegeest" voor het volgend jaar op niet meer dan 370
geraamd wordenterwijl dit op de begrooting voor 1909 op
390 en op die voor het loopende jaar nog op 385 kon worden
gesteld. Bij de opening van het gesticht »Maasoord" in het
begin van dit jaar zijn namelijk de Rotterdamsehe patiënten
derwaarts overgebracht en nu zijn wel de dientengevolge
opengevallen mannenplaatsen sedert weer door patiënten uit
het inmiddels gesloten Haagsche gesticht ingenomen, maar in
de vrouwenafdeeling zijn een groot aantal plaatsen onbezet
gebleven. Trouwens, men verlieze bij deze raming niet uit
het oog, dat het maximum aantal patiënten, dat in het gesticht
»Endegeest" mag worden verpleegd, eigenlijk slechts 377
bedraagt. Wel mogen de beide hulppaviljoens, waarin 24
vrouwelijke patiënten kunnen worden verpleegd, nog tot
1 Januari 1912 in gebruik blijven, maar waar deze hulp
paviljoens, die slechts bestemd waren om als tijdelijk hulp
middel dienst te doen, thans feitelijk overbodig zijn geworden,
schijnen Gedep. Staten zich op het standpunt te hebben
gesteld, dat thans in »Endegeest" niet meer dan 377 plaatsen
bezet behoeven te zijn. Ook hierom dus is het voorzichtiger
het gemiddeld aantal patiënten niet hooger dan 370 te stellen.
In de tweede plaats zijn de kosten der exploitatie in de
laatste jaren belangrijk gestegen. De Inspecteurs stellen steeds
hooger eischen aan de verpleging en dientengevolge heeft
het verplegend personeel een groote uitbreiding ondergaan.
iMaar ook de levensmiddelen, de linnen goederen, brandstoffen,
gas en duinwater stegen in prijs en de onderhoudskosten
namen toe, vooral die van de werkplaatsen en de beambten-
woningen, die voor het meerendeel in zeer oude gebouwen
gevestigd zijn.
Het gevolg van een en ander is dan ook dat een ernstig
tekort onvermijdelijk is, tenzij tot verhooging van de ver
pleegkosten worde overgegaan. De commissie stelt nu voor
die verpleegkosten op 320.te brengen, dus met 20.
te verhöogen. Daartegen kan te minder bezwaar bestaan om
dat ook in de andere gestichten in Noord- en Zuid-Holland
de minimum verpleegkosten ƒ320.in sommige zelfs 330.
bedragen. En ook bij Gedep. Staten zal de verhooging der
halve wel geen bezwaar ontmoeten.
Wordt nu deze verhooging ingevoerd, dan zal het gesticht
Endegeest, volgens de voor die inrichting overgelegde afzon
derlijke begrooting, nog slechts een batig saldo opleveren van
ruim ƒ400.—, terwijl indien zij niet plaats had, het nadeelig
saldo van Endegeest op 7000.— zou moeten worden ge
raamd. Ook mèt deze verhooging zullen de beide gestichten
te zamen echter nog een nadeelig saldo van 2000.op
leveren.
Op grond van het bovenstaande geven wij U dus in overwe
ging over te gaan tot de vaststelling van de volgende veror
dening.
VERORDENING, houdende wijziging van de verordening van
3 December 1896 (Gem. BI. no. 15) houdende de
Voorwaarden van opneming en verpleging van lijders
in het geneeskundig gesticht van krankzinnigen „En
degeest" te Oegstgeest, bij Leiden, gelijk die veror
dening gewijzigd is hij verordening van 6 December
1906 (Gem. BI. no. 30).
Eenig artikel.
In art. 7 van bovengenoemde verordening wordt gelezen,
in de eerste regel 80.— in plaats van 75.en in de
zesde regel 0.90 in plaats van 0,85".
Wij maken tevens van deze gelegenheid gebruik om uwe
aandacht te vestigen op eene andere mededeeling, welke in
het aan ons college gerichte schrijven van de commissie van
beheer voor de gestichten »Endegeest" en sRhijngeest" is op
genomen. Bij onze voordracht, opgenomen onder no. 39 van
de Ingek. Stukken van 1908, werd namelijk in uitzicht ge
steld dat de bezoldiging van den boekhouder der gestichten
met 200.zou worden verminderd, wanneer deze de voor
hem te bouwen ambtswoning zou kunnen betrekken. Uit die
ƒ200.zouden dan rente en aflossing der bouwkosten kunnen
worden bestreden. Nu zal de boekhouder in 1911 zijn ambts
woning hebben betrokken en toch is zijn jaarwedde op de begroo
ting voor dat jaar nog op hetzelfde bedrag uitgetrokken De com
missie, die volgens de desbetreffende verordening de bezoldiging
van den boekhouder regelt, geeft als reden hiervoor op, dat het, in
verband met de onlangs plaats gehad hebbende wijziging
van de gemeentewet, in de bedoeling ligt den boekhouder te
maken tot rekenplichtig ambtenaar, met den titel »boekhouder-
kassier". De Geneesheer-Directeur, die het te druk heeft met an
dere werkzaamheden, zal dan van zijn geldelijke verantwoor
delijkheid voor het dagelijksch kasbeheer worden ontheven en
in zijn plaats zal de boekhouder met die verantwoordelijkheid
worden belast en daarvoor ook ingevolge de gemeente- borg-
tochtenwet zekerheid hebben te stellen. Deze meerdere ver
antwoordelijkheid en de kosten verbanden aan de te stellen
zekerheid wettigen echter ook eenige verhooging van bezol
diging en die verhooging zal hem nu worden toegekend in
dien vorm, dat bij het betrekken van de voor hem gebouwde
ambtswoning geen korting op het thans door hem genoten
salaris zal plaats hebben.
Ook voor den huismeester is door de commissie een salaris-
verhooging van 200.uitgetrokken.
Nadere voorstellen betreffende het financieel beheer van de
verschillende gemeente-bedrijven en inrichtingen, welke van de