DONDERDAG 14 JULI 1910. Ill gratificatie aan de politie. Ik heb eens nagegaan, hoe dit de vorige maal is geschied, en mij is gebleken, dat de gratificatie toen is gekweten uit den post voor volksfeesten. Ik geloof nu gehandeld te hebben in overeenstemming met de bedoeling van den Raad, door aan de beambten der politie eene grati ficatie te verleenen tot een totaal van 300. Verlangt nu nog iemand het woord? De heer van Hoeken. M. d. V. Het vorige jaar is tot mijn genoegen duinwater verstrekt aan de bewoners der woon wagens die tijdens de kermis hier stonden. Nu hebben wij onlangs bij de lustrumfeesten een dubbel getal van die wagens daar ter plaatse gekregen en is die kraan weer geplaatst. De straatjeugd heeft, echter op een schromelijke wijze van die standpijp misbruik gemaakt, zoodat ik aan de Duinwater maatschappij verzocht heb om die kraan te sluiten. Dat is gebeurd, en nu heb ik tot mijn genoegen gezien, dat er van daag een kastje om werd gemaakt, zoodat men geen mis bruik van het water kan maken. Nu zou ik aan Burgemeester en Wethouders willen vragen, of het voornemen bestaat om de sleutel van dat kastje aan een der nabijwonende inge zetenen te geven, omdat het toch altijd goed is, wanneer er zuiver duinwater kan worden verstrekt aan bewoners van woonwagens of aan schippers, die daaraan ook dikwijls groote behoeften hebben. Men zou er dan ook van kunnen profi- teeren, al was het tegen eenige betaling voor de verder op wonenden. De heer Korevaar. M. d. V. Ik kan den heer van Hoeken mededeelen, dat in deze richting reeds stappen zijn gedaan en dat wij bezig zijn aan den wensoh van den heer van Hoeken tegemoet te komen. De heer van Hoeken. Dank u. Niemand verder het woord verlangende, wordt de vergadering hierop door den Voorzitter gesloten. Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1910 | | pagina 15