108 DONDERDAG 14 JULI 1910. van vijlhonderd gulden in staat te stellen haar werkzaamheden uit te breiden en beter nog dan tot nu toe haar doel te bereiken. Het Bestuur van de Vereeniging «Zuigelingenzorg" te Leiden. W. Nolen, Voorzitter. E. Gorter, Secretaris. T. van Panthaleon van Eck, Penningmeester esse. Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. 8°. Verzoek van de Commissie van ontvangst van het Con gres voor openbare gezondheidsregeling om eenigen geldelijken steun tot ten hoogste f 300. Dit stuk luidt als volgt: Aan den Raad der Gemeente Leiden. Geven te kennen ondergeteekenden J. Korevaar P.Azn en J. Pohlmann, respectievelijk voorzitter en secretaris van de Ontvangstcommissie van het op 23 en 24 September e.k. alhier te houden Congres voor Openbare Gezondheidsregeling, dat zij voor eene waardige ontvangst in het algemeen, en in het bijzonder om de deelnemers gedurende hun vrijen tijd te trachten binnen de Gemeente eenige ontspanning te be zorgen, beleefdelijk verzoeken eenige geldelijken steun tot ten hoogste f 300.(drie honderd gulden) om behoorlijk hunne plannen uit te voeren. 't welk doende enz., J. Korevaar. J. Pohlmann. Leiden, 12 Juli 1910. De Voorzitter. Ik stel voor dit verzoek dadelijk in be handeling te nemen. Aldus wordt besloten. De Voorzitter. Ik heb voorgesteld dit adres dadelijk in behandeling te nemen, omdat er eenige haast bij de zaak is. Het congres zal hier toch worden gehouden in de maand September, en in den zomer weet men niet altijd hoeveel tijd er verloopt voor een nieuwe raadsvergadering plaats heeft. Het is dus wenschelijk, dat de heeren van de ontvangstcom missie weten, op welke wijze zij de leden van het congres zullen kunnen ontvangen Burgemeester en Wethouders adviseeren om conform het verzoek te besluiten, daar zij werkelijk meeneri, dat het voor de waardigheid van de ontvangst noodig is, dat eenig geld, tot een maximum van 300, worde beschikbaar gesteld. Wan neer het congres hier eenmaal plaats heeft, moet men er ook voor zorgen, dat den leden eene goede ontvangst wacht. Dit is uit materieel oogpunt voor Leiden ook wenschelijk, omdat de leden van het congres dan hier kunnen blijven en zij niet als het ware naar den Haag worden gejaagd, om daar hunne avonden verder door te brengen. Het verzoek, in stemming gebracht, wordt aangenomen met 15 tegen 9 stemmen. Vóór stemmen de heerenSijtsma, Carpentier Alting, Roem, Wildeboer, Reimeringer, Zwiers, Corts, Bots, Hoogenboom, van der Eist, van Gruting, Kerstens, van der Lip, de Vries en Aalberse. Tegen stemmen de heeren: Driessen, van Tol, van Hoeken, Bosch, A. Mulder, Timp, Pera, Vergouwen en P. J. Mulder. (De heeren van Hamel, Fokker en Korevaar hadden gedu rende de stemming tijdelijk de vergadering verlaten). 9°. Verslag van de Commissie van Toezicht op het Middel baar Onderwijs, omtrent den toestand van dat onderwijs over 1909. Zal worden opgenomen in het Gemeenteverslag. De Voorzitter. Nog kan ik mededeelen, dat van den heer J. R. de Bruine Groeneveldt het volgende schrijven is ont vangen.: den Heer Secretaris der Gemeente Leiden. Ik heb de eer U mede te deelen, dat ik eene eventueele benoeming tot lid der Schoolcommissie niet zal kunnen aan nemen, en verzoek U beleefdelijk mijn naam van de candidaten- lijst af te voeren. Hoogachtend Uw dienstw. de Bruïne. Aangezien de aanbeveling dus niet volledig meer is, wordt punt 5 van de agenda afgevoerd. Aan de orde is alsnu: I. Benoeming van eene onderwijzeres aan de Meisjesschool 2de klasse. (Zie lng. St. no. 187). De Voorzitter. Er zijn nu eenige benoemingen te doen. Mag ik den heeren Carpentier Alting, Zwiers, Corts en Bots verzoeken het stembureau uit te willen maken De heer Carpentier Alting. M. d. V. Naar aanleiding van een der te doene benoemingen wensch ik eene inlichting te vragennaar ik vermoed zal het echter u beter voorkomen mij de gelegenheid daartoe te geven in eene besloten zitting; mocht dit het geval zijn, zoo verzoek ik u tot sluiting der deuren te willen overgaan. Ik voor mij ben intusschen ook bereid de bedoelde vraag in de gewone zitting te stellen; ik meen dit dus geheel aan uw oordeel te moeten overlaten. De heer van Hamel. Ik meen wel te kunnen vermoeden over welke voordracht de heer Carpentier Alting eerie vraag wenscht te doen. Ik meen echter, dat het beter is die zaak in besloten vergadering te bespreken en zou u, mijnheer de Voorzitter, daarom wel willen verzoeken de deuren te doen sluiten. De Voorzitter. Dan verander ik de openbare vergadering in eene met gesloten deuren. De openbare vergadering wordt na eenigen tijd hervat. Wordt met algemeene (27) stemmen benoemd Mej. A. A. van der Heide. II. Benoeming van een Hoofd der school 3de klasse no. 1. (Zie lng. St. no. 186). Wordt met algemeene (27) stemmen benoemd de heer A. J. J. Verbrugge. III. Benoeming van een Hoofd der school 3de klasse no. 2. (Zie lng. St. no. 186). Wordt met algemeene (27) stemmen benoemd de heer W. van der Laan. IV. Benoeming van een Directeur der Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen. (Zie lng. St. no. 185). De heer van Hamel. Ik wensch den Raad nog mede te deelen, dat het in de bedoeling ligt, om den nieuwen Directeur ook op te dragen de regeling van het gymnastiekonderwijs, zooals dat ook sedert tal van jaren met den vroegeren Directeur, den heer van Dijk, en later met den heer Brouwer eveneens het geval is geweest. De heeren die solliciteerden heb ik medegedeeld, dat dit in de bedoeling lag en zij hebben er geen bezwaar tegen gemaakt. Ik wilde dit nu hier mede deelen, omdat het uit de acte van aanstelling niet zou kunnen blijken; daarvoor treedt derhalve deze mededeeling in de plaats. Benoemd wordt alsnu de heer M. B. Hoogeveen met 15 stemmen; op de heeren H. Douma en W. W. Jager Bruining waren resp. 8 en 4 stemmen uitgebracht. VI. Benoeming van een leeraar in de Natuurkunde aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens. (Zie lng. St. no. 199). Benoemd wordt met algemeene (27) stemmen de heer P. Per sant Snoep. VII. Benoeming van eene leerares in de Nederlandsche taal aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes. (Zie lng. St. no. 260). Wordt met algemeene (27) stemmen benoemd Mej. Dr.S. Hofker. VIII. Voorstel tot bestendiging van dr. B. M. van Dalfsen als tijdelijk leeraar in de Wiskunde aan de Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen. Wordt met algemeene (27) stemmen benoemd de heer Dr. B. M. van Dalfsen. De Voorzitter. Ik dank de heeren stemopnemers voor de genomen moeite. IX. Verzoek van Mej. A. J. P. van der Laaken om eervol ontslag als onderwijzeres aan de school 3de klasse no. 8. (Zie Irig. St. no. 189). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming eervol verleend X. Verzoek van H. G. Scholten om eervol ontslag als onder wijzer aan de school 3de klasse no. 5. (Zie lng. St. no 196). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming eervol verleend. XI Verzoek van Prof. Dr. D. A. de Jong om eervol ontslag als Directeur van het Openbaar Slachthuis. (Zie lng. St. no. 195).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1910 | | pagina 12