DONDERDAG 19 MEI 1910. 83 willen geven, uw voorstel in te trekken. Ik geloof werkelijk, dat er geen gevaar gelegen is in het behoud van de tegen woordige redactie. Als er met Leiderdorp niet reeds een contract was, zou ik wellicht zeggenHandhaaf uw voorstel Wat u bedoelt, staat hier echter zeer duidelijk. De heer van der Lip. M. d. V. Ik ben het eens met degenen, die hebben betoogd, dat de door den heer Eokker gewenschte verandering niet noodig is. Het staat er ook naar mijne meening reeds in en bovendien is de kans zoo goed als uit gesloten de heer Korevaar heeft er reeds terecht op ge wezen dat een particulier gas zal gaan leveren. Maar er is nog een andere reden, waarom ik de voorgestelde redactie zou willen handhaven. Wij hebben precies zoo gecontracteerd met Leiderdorp en als wij het nu in het contract met Warmond gaan wijzigen, zou Leiderdorp met eenig recht kunnen zeggen »Wij mogen wel aan particulieren concessie verleenen, want .in het contract met Warmond is dit verboden, maar in het onze niet." Ik ben er vooral om deze reden tegen, in deze bepaling verandering te brengen. De heer Fokker. M. d. V. Ik zal het er dan maar bij laten rusten, maar u houde mij ten goede, als ik zeg, dat ik zulks niet doe, omdat u opmerkt, dat er dan weer aan Warmond moet worden geschreven. In mijn buurt werd gezegdWaarom zitten wij dan hier? Als de Raad werkelijk meent, dat er een verandering in de overeenkomst moet worden aangebracht, dan moet dat ook gebeuren, en dan moet dat niet worden nagelaten, omdat er over zou moeten worden geschreven. De Voorzitter. Als het een werkelijke fout betrof, dan spreekt het vanzelf, maar deze redactie sluit het ook uit. Maakte het eenig verschil, dan zoudt u gelijk hebben. De heer Fokker. En ik, mijnheer de Voorzitter, vond, dat het niet uitgesloten was. De beraadslaging wordt gesloten. Art. 1 wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De artt. 27 worden zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over art. 8 luidende: Bij verhooging of verlaging van den gasprijs voor de Leidsche ingezetenen, zal de gasprijs in Warmond evenveel verhoogd of verlaagd worden, tenzij de verhooging van den gasprijs in Leiden het gevolg is geweest van andere omstan digheden dan van verhooging van de prijzen der grondstoffen. Bij verhooging van den gasprijs als gevolg van andere omstandigheden, zal voor Warmond geen verhooging worden toegepast. De verhooging of verlaging zal ook gelden voor den in art. 7 lid I bedoelden prijs van het gas, geleverd ten behoeve der openbare verlichting". De heer Reimeringer. M. d. V. Ik moet bezwaar maken tegen een alinea in art. 8. Dat is deze alinea: „Bij verhooging van den gasprijs als gevolg van andere omstandigheden, zal voor Warmond geen verhooging worden toegepast." Dat vind ik een zeer gevaarlijke clausule; alleen de verhooging van den prijs der grondstoffen zou een motief zijn, om den prijs van het gas te verhoogen. Wij kunnen echter niet alles voorzien voor een tijd, als waarover het contract zal loopen. Het gaat toch werkelijk niet aan, dat men in Warmond goedkooper gas krijgt dan in Leiden zelf. Er is wel een streven, om menschen van buiten, die van Leidsche inrichtingen gebruik maken, desnoods iets meer te laten betalen, maar dan zouden wij het omgekeerde krijgen en dan zou men daardoor de men schen wel uit Leiden naar Warmond kunnen jagen. Dat gaat toch niet aan. De mogelijkheid is niet uitgesloten, dat men eens in Leiden het gas dan duurder betaalt dan in Warmond. Daarom zou ik willen voorstellen, deze clausule er uit te lichten. De heer Korevaar. Het is heel moeilijk, mijnheer de Voor zitter, om den heer Reimeringer te beantwoorden, want de heer Reimeringer zegt wel, wat hij niet wil, niet wat hij wèl wil. De heer Reimeringer. Ik wil het er uit hebben. De heer Korevaar. Dat wij dus het heele artikel eruit nemen De heer Reimeringer. Alleen die tweede alinea eruit laten 1 De heer Korevaar. Dan wordt het een heel vage bepaling. Dan zou de gemeente Warmond gedwongen worden met elke prijsverhooging van Leiden mede te gaan, ook al deed deze dit om de meest willekeurige reden. Die onbillijkheid is weg genomen door Warmond alleen te binden aan prijsveranderin- gen die het gevolg zijn van omstandigheden buiten den wil van Leiden. En dit is het geval met de fluctuaties van den kolenprijs. Alle andere invloeden zijn af hankelijk van den wil van Leiden zelf. De berekening van den kostprijs van het gas is namelijk afhankelijk van heel wat factoren. Daarop kan Leiden, buiten Warmond om, grooten invloed uitoefenen. Want wettelijke bepalingen omtrent het begrip productieprijs bestaan er niet, wij zouden dus ook daarover kunnen twisten en processen voeren, met onzekeren uitslag Moet daaronder bijvoorbeeld ook rente en aflossing, en zoo ja, welk gedeelte, worden gebracht? Moet daaronder ook worden gebracht, wat al uitgegeven is voor Voorschoten en Leiderdorp? Leiden zou dat is meer gebeurd andere gemeenten hebben het ook gedaan om belastingverhooging te voorkomen, den prijs van het gas kunnen verhoogen; zou Warmond dan daaraan ook moeten medebetalen? Dat zou toch zeer onbillijk zijn. Dan is er nog iets. Zooals de heer Reimeringer weet, be taalt de gasfabriek geen retributie voor het hebben van pijpen en buizen in den grond. Dat is ook overbodig, want het komt in hetzelfde laadje terecht. Maar gesteld nu eens, dat de Raad het besluit neemt, en dat kan hij elk oogenblik doen zonder Warmond daarin te kennen, om daarvoor een retributie te heffen; dan rijst de productieprijs en dan zou Warmond het kind van de rekening zijn. Daarom heeft Warmond er be zwaar tegen gemaakt. „Ik ben bereid meer te betalen", heeft het gezegd, als de productieprijs hooger wordt, buiten den wil van de gemeente Leiden" en dat. is alleen mogelijk door die alleen te binden aan den kolenprijs. In alle dergelijke contracten zal men dan ook steeds de bekende kolenclausule vinden. Al het andere zou aanleiding geven tot groot ver schil van meening en tot processen. Ik geloof dan ook niet, dat Warmond met de door den heer Reimeringer bedoelde wijziging mede zou gaan. Ik zou dus aanneming van het voorstel van den heer Reimeringer zeer moeten ontraden. Als wij alles op losse schroeven willen zetten, moeten wij het voorstel-Reimeringer aannemen, want Warmond heeft er zich reeds tegen verklaard. De heer Roem. M. d. V. Ik geloof, dat de heer Reimeringer hierin geen gelijk heeft. Wat beoogt dit contract? Alleen een verbintenis tusschen twee personen een leverancier en iemand, die ontvangt. Nu vind ik het in hooge mate billijk, dat er rekening zal worden gehouden met den kolenprijs, omdat men in het dagelijksch leven geen levering op zoo langen termijn contracteert. Stel eens, dat de fabrikant van de betonwerken van de school aan de Gortestraat komt zeggen, dat de cement zooveel duurder is geworden, dan op het oogenblik dat hij het contract sloot en extra betaling eischt, dan antwoordt men hem, dat hij op die eventualiteit bij het aangaan der verbintenis had moeten rekenen. Nu hangt de gasprijs van heel wat om standigheden af, maar als er aan een groote fabriek als de gasfabriek bijvoorbeeld een oven invalt, wat een groote schade is, die stel nu eens had kunnen zijn voorkomen, dan zou het toch onbillijk zijn, dat de gemeente Warmond daaraan mede betaalde. De heer Reimeringer. M. d. V. De door den Wethouder van Fabricage gegeven toelichting heeft mij niet bevredigd. De heer Korevaar zegt, dat het niet lager zal worden, maar dat ben ik niet met hem eens. Ik kom er alleen tegen op, dat men eventueel later goedkooper gas kan krijgen in Warmond dan in Leiden. Dat lijkt mij een gevaar voor de toekomst. Ik meen, dat die bepaling niet moet voorkomen en dat de gas prijs in de andere gemeente, die met Leiden contracteert, op en neer moet gaan met den gasprijs, dien wij hier in Leiden hebben. De Voorzitter. De angst van den heer Reimeringer, dat men in Leiden meer voor het gas zou kunnen gaan betalen dan in Warmond, is geheel denkbeeldig, in de stukken staat, hoe groot het percentage van de grondstoffen ten opzichte van de totale productie-kosten is; dat dus uit anderen hoofde het verschil van twee cent ingehaald zou kunnen worden, is vrijwel ondenkbaar. Als de andere factoren, die tot het bepalen van den productieprijs medewerken, veranderen, als de loonen bijvoorbeeld hóoger worden, dan zou het verschil van 2 cent ver anderd kunnen worden in een verschil van l3/4 cent, maar kleiner zal het verschil wel haast niet kunnen worden. Zooals reeds gezegd is, is het een kwestie van loven en bieden. Warmond heeft terecht ingezien, dat niemand iets kan doen aan de prijzen van de grondstoffen, maar dat het met de andere factoren niets te maken heeft. Voor dat standpunt is veel te zeggen en de kwestie is thans alleen, of wij het contract zullen sluiten, zooals het daar ligt, ja of neen. Warmond wil zich natuurlijk niet gebonden overleveren aan Leiden. Ik meen, dat deze bepaling precies ook zóó voorkomt in het contract met Leiderdorp en in elk geval is dit, zooals de heer Korevaar reeds zeide, de gewone clausule. Wat nu betreft de verhooging, die voor Warmond zal worden toegepast, dat is alleen een nadere verklaring van den vorigen zin. Daar staattenzij de verhooging van den gasprijs in Leiden het gevolg is geweest van andere omstandig heden dan van verhooging van de prijzen der grondstoffen."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1910 | | pagina 5