GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
53
INOEKOIIES STI Klt K>.
N°. 115. Leiden, 11 April 1910.
Tegen de door Burg. en Weth. bij lng. St. No. 91 overgelegde
begrootingsregeling, strekkende tot beschikbaarstelling op de
begrooting voor 1910 van de benoodigde gelden over het on
derwijs aan spraakgebrekkige kinderen van de openbare en
bijzondere scholen, heeft de Commissie van Financiën geenerlei
bedenking.
Zij adviseert U tot vaststelling van den begrootingsstaat,
ten bedrage van ƒ600, te besluiten.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 116. Leiden. 11 April 1910.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen,
dat harerzijds geen bezwaar' bestaat tegen de overneming,
zonder eenige kosten voor de gemeente, van de straatgedeelten
van de Prins Hendrikstraat en den Maresingel, bedoeld in de
voor dracht van Burg. en Weth., opgenomen onder No. 99 der
Ingek. Stukken.
Zij adviseert U tot de kostelooze overneming, onder de daarbij
door Burg. en Weth. gestelde voorwaarde, te besluiten.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 117. Leiden, 13 April 1910.
Ter nadere toelichting van nevensgaand adres heeft de
Leidsche Duinwater Maatschappij ons medegedeeld, dat de
toenemende wateronttrekking aan de draaineerleiding en de
verrichte boringen het ijzergehalte in het ruwe duinwater
doen stijgen en dat een goede filtratie in de bestaande zandfilters
daardoor wordt belemmerd. Het is daarom wenschelijk dat
een ontijzeringsvóórfilter worde aangebracht, die het water
helder op den zandfilter brengt. Geschiedt dit, dan zullen de
zandfilters echter weer meer gelegenheid geven voor: den
groei van microscopische planten, zooals algen, enz. en daarom
zal het noodig zijn dien filter, die in den zomer het meest
gebruikt wordt, te overkappen, ten einde het daglicht te weren
van het zich daarin bevindende water. Ook zal bij strenge
winters daarin een bescherming worden gevonden tegen vorst.
Eindelijk zal, ter voorziening in een geregelde exploitatie,
een stoommachine met centrifugaalpomp moeten worden
aangebracht, omdat de bestaande filterpomp geen voldoende
capaciteit heeft om het ruwe water tot de grootere hoogte
van den ontijzerings-voorfilter op te voeren.
Wij willen hier nog aan toevoegen, dat het de bedoeling
is een van de beide thans in gebruik zijnde klaarbassins tot
vóórfilter in te richten. Een eigenlijke klaring zal toch in het
vervolg niet meer behoeven plaats te hebben, waar immers
de voorfilter zelve als klaarinrichting zal dienst doen.
Noch bij de commissie van fabricage, noch bij den com
missaris der gemeente bestaat tegen de uitvoering dezer
werken bezwaar.
Wij geven U mitsdien in overweging daaraan uwe (krach
tens art. 5 van het in 1894 tusschen de gemeente en de
maatschappij gesloten compromis vereischte) goedkeuring te
hechten, onder de gebruikelijke voorwaarde, dat de commis
saris der gemeente bevoegd zij zich in de uitoefening van zijn
toezicht op de uitvoering te doen vertegenwoordigen door
den Directeur van Gemeentewerken en de ambtenaren van
Gemeentewerken, met dien verstande dat op- of aanmer
kingen slechts door tusschenkomst van den commissaris bij
de Directie der Maatschappij zullen worden aangebracht.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
De Directie van de Leidsche Duinwater Maatschappij heeft
ingevolge artikel 5 van het compromis van 2 Augustus 1894
de eer hierbij aan de goedkeuring van Uwen Raad te onder
werpen
een plan voor een te maken ontijzeringsinrichting-voorfilter,
een plan voor een te maken overkapping van filter III op
haar terrein te Katwijk en, in verband met deze werken, de
aanschaffing van een nieuwe filterpomp.
't Welk doende enz.
De Leidsche Duinwater Maatschappij,
Ch. van Spall,
van den Wall Bake.
Leiden, den 19den Maart 1910.
N°. 118. Leiden, 13 April 1910.
De leening van '175000.— waarvan in nevensgaand adres
van de Leidsche Duinwater-Maatschappij sprake is, moet strek
ken ter betaling van de navolgende bedragen:
voor
aankoop van land
f
67000.—
verlenging van de .draineerleiding
45000.—
den aanleg van een ontijzerings-voorfilter
33300.-
de overkapping van filter III
15000.—
filterpomp en kelder pompgebouw
10700.—
nieuwe watermeters
4000.—
tezamen f 175000.—
De landaankoopen hebben reeds vroeger plaats gehad en
strekken tot behoud van de prise d' eau. De werken tot ver
lenging van de draineerleiding zijn goedgekeurd bij uw besluit
van 25 Mei 1908 en grootendeels reeds uitgevoerd. En voor
het uitvoeren der andere werken wordt uwe toestemming ge
vraagd bij het adres, dat de maatschappij tegelijk met het
onderhavige bij Uwe Vergadering heeft ingediend, en waarop
door ons gunstig wordt geadviseerd.
Noch bij de Commissie van fabricage, noch bij den commissaris
der gemeente vindt de aanvrage dan ook eenig bezwaar.
Mitsdien geven wij U in overweging goed te keuren dat
de maatschappij, ter bestrijding van de kosten van den boven-
genoemden grondaankoop en van de reeds uitgevoerde of nog
uit te voeren werken een geldleening sluit, groot ƒ175000.—,
rentende 4% 'sjaars, met bepaling dat de geheele leening
binnen 30 jaren zal moeten worden afgelost of vroeger, inge
val de gemeente Leiden gebruik maakt van de haar bij de
2e alinea van art. 22 der concessie verleende bevoegdheid.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen de Leidsche
Duinwater Maatschappij, gevestigd te Leiden:
dat zij voor diverse werken aan draineerleiding, ontijzering-
voorfilters, overkapping van een filter, nieuwe filterpomp,
alsmede voor aankoop land enz. noodig heeft een som van
eenhonderdvijfenzeventigduizend gulden (ƒ175000.
dat zij voornemens iseene 4 Leening tot genoemd nominaal
bedrag te sluiten met de bepaling dat de geheele leening
binnen 30 jaren zal worden afgelost of vroeger, ingeval de
gemeente Leiden gebruik maakt van de haar bij de tweede
alinea van artikel 22 der concessie verleende bevoegdheid
dat volgens artikel 18 sub d dier concessie geen geldleening
mag worden aangegaan zonder toestemming van Uwen Raad.
Redenen waarom requestrante zich tot LT wendt met het
eerbiedig verzoek haar de vereischte goedkeuring op de uitgifte
eener 4 Leening groot eenhonderdvijfenzeventigduizend gulden
175000.te willen verleenen.
't Welk doende enz.
De Leidsche Duinwater Maatschappij,
Ch. van Spall,
van den Wall Bake.
Leiden, den 19en Maart 1910.
N°. 119. Leiden, 15 April 1910.
Onder overlegging van nevensgaand aan ons gericht schrijven
van de Plaatselijke Schoolcommissie, geven wij U in over
weging tot de benoeming van vier leden dier commissie over
te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, den 12 April 1910.
Ter aanvulling van de Plaatselijke Schoolcommissie overeen
komstig Artikel 1 der Verordening van 24 Maart 1.1. Gem.blad
No. 9, hebben wij de eer U de volgende aanbeveling aan te
bieden
1. Mevr. Wed. C. A. SIEGENBEEK VAN HEUKELOM—Lamme,
2. Mevrouw H. KLUYVER—Fockema Andreae.
1. Mevrouw A. COSIJNSanders,
2 Mevr. Wed T. B. VAN WETTUM—Kramers.
1. de Heer J R. DE BRUINE GROENEVELT,
2. de Heer Prof. Dr. L. KNAPPERT.
1. de Heer C. H. KOUW.
2. de Heer Mr. A. VAN DER ELST.
De Plaatselijke Schoolcommissie,
H. G. v. d. S. Bakhuyzen, voorzitter.
H. C. van der Heyde, secretaris.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders
van Leiden.