52
hij bedrogen is uitgekomen, zou zich n 1. in het vervolg wel
wachten te koopen van kooplieden, die op een verhoogd ge
deelte staan, en de kooplieden die misschien eens of tweemaal
daar »goed" mee zijn geweest, zouden dan op den duur, door
minder vraag, bemerken, dat «eerlijk het langst duurt" en
een winst op deze wijze gemaakt geen stand houdt. Het
marktbezoek zou hierdoor verminderen enz.
dat adressanten echter op genoemde bezwaren aan die heeren
wel eens de vraag zouden willen stellen, waarom dan som
mige kooplieden, en ook zij die de mooiste plaatsen op de
markt hebben, altijd nog bergen stroo onder hunne koeien
brengen, waardoor ze natuurlijk steeds meer uitkomen dan
die op de andere plaatsen. Bedriegt de schijn soms in dit ge
val niet en gaat hier dan het «eerlijk duurt het langst" op?
Van schijnbedrog kan trouwens op een markt geen sprake
zijn, waar iedereen, door het laten afhalen van een beest,
kan zien wat hij koopt. Dit neemt toch niet weg dat het
toonen van het vee, zoowel voor den een als voor den ander
op een markt zéér gewenscht is, hetgeen toch ook in alle
handelsartikelen wordt toegepast. Waarom maken b v. de
winkeliers hunne uitstallingen zoo aantrekkelijk mogelijk?
2e. Zegt het bestuur voornoemd dat de beesten, vóóral de
versche koeien veel te lijden zouden hebben door het telkens
op en afhalen om te monsteren,
dat adressanten echter hierop beslist kunnen zeggen, dat
eene verhooging van c.a. 10 cM., verdeeld in 3 lagen dei-
goot, geen hinder of nadeel aan het af- en opbrengen der
koeien veroorzaakt Bovendien ligt de goot achter de versche
koeien meestal met stroo bedekt, terwijl sinds de 2± jarige
bestaande verhooging der standplaatsen op de Nieuwe Bees
tenmarkt en Veemarkt, voor zoover hun bekend is, geen
enkele klacht is geuit, integendeel zijn zóówel boeren als koop
lieden er zéér mede ingenomen. Alléén zijn er enkele corpu
lente en bejaarde heeren slagers geweest, die de verhooging
in den beginne wat lastig vonden.
dat adressanten nog zoo vrij zijn te veronderstellen dat
enkele kooplieden, die thans op de markt mooie plaatsen
hebben, er belang bii hebben wanneer hunne concurrenten een
minder goede plaats houden en dus om die reden wellicht
gaarne zouden zien dat de algemeene verhooging niet werd
uitgevoerd.
Redenen waarom ondergeteekenden in het belang van den
handel in het algemeen en ter wille van de billijkheid Uwen
Raad beleefd verzoeken in deze uw eenmaal genomen besluit
tot verhooging der standplaatsen wel te willen handhaven.
Leiden, 21 December 1909.
't Welk doende
N. Rosenbaum, Leiden,
(volgen de namen van nog 65 adressanten).
Aan den Gemeenteraad van Leiden
Geeft met verschuldigde eerbied te kennen, de Afdeeling
Oegstgeest en omstreken van de Hollandsche Maatschappij
van Landbouw
dat zij kennis heeft genomen van het tot uwen Raad ge
richt adres van de Afdeeling Leiden en omstreken, om geen
gevolg te geven aan het voorgenomen plan tot uitvoering
eener verhoogde bestrating van een deei der beestenmarkt.
dat zij geheel instemt met de in dat adres en memorie
Tan toelichting zoo juist genoemde redenen die tegen die ver
hooging pleiten. Zoodat zij hun volle adhaesie betuigen aan
genoemd adres en den wensch uitspreken dat het UEdei
Achtbaren moge behagen om het besluit van 28 October niet
te doen uitvoeren.
't Welk doende enz.
A. Heemskerk, loco voorzitter
W. van Maanen, Secretaris
Oegstgeest 15 December 1909
Leiden, 9 December 1909.
EdelAchtbare Heeren.
Geven met verschuldigden eerbied te kennen, ondergetee
kenden, J. W. Nieuwenhuizen Segaar en N. van Oosterhout,
resp. voorzitter en secretaris van het bestuur der Afd. Leiden
e. o. der Hollandsche Maatschappij van Landbouw, ten deze
dit bestuur vertegenwoordigende,
dat zij tot hun leedwezen hebben gezien, dat Uw Raad in
zijn vergadering van 28 October bij de vaststelling der be
grooting heeft besloten, een gedeeite der Beestenmarkt te
verhoogen,
dat het hun leed zoude doen indien dit besluit werd uit
gevoerd, daar zij meenen, dat dit niet zoude zijn in het be
lang der markt,
weshalve zij Uwen Raad eerbiedig verzoeken te besluiten,
niet tot de uitvoering van dit werk over te gaan.
De redenen die verzoekers tot staving hunner bewering
meenen te mogen aanvoeren zijn ontwikkeld in de memorie
van toelichting, die wij U hiernevens aanbieden.
't Welk doende enz
J. W. Nieuwenhuizen Segaar, Voorzitter.
N. van Oosterhout, Secretaris.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.