40 School der 3e klasse N°. 3. 1°. J. J. EILDERS, onderwijzer te Meppel; 2°. C. DE RRUIJN, onderwijzer te Leiderdorp; 3°. G. VAN DER ZANDEN, hoofd der O. L. School te Loenen (gemeente Apeldoorn). School der 3e klasse N°. 8. 1°. D. C. DE BRUIJN, onderwijzer te Leiderdorp; 2°. G. VAN DER ZANDEN, hoofd der O. L. School te Loenen (gemeente Apeldoorn) 3°. B. TEN WOLDE, hoofd der O. L. School te Kallenkote (gemeente Steenwijkerwold). Onder mededeeling, dat deze voordrachten zijn opgemaakt in overleg met den Arrondissements-Schoolopziener, na in wonnen bericht van de Hoofden der betrokken scholen, en dat de desbetreffende stukken in de Leeskamer ter inzage liggen, geven wij LT in overweging alsnu tot de benoemingen over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 87. Leiden, 18 Maart 1910. Bij nevensgaand adres wordt ons door Mr. J. C. Overvoorde, met ingang van een nader te bepalen dag, voor den tijd van twaalf maanden verlof gevraagd uit zijn betrekkingen van gemeente-archivaris en conservator aan het stedelijk museum »de Lakenhal", met het oog op een door hem voorgenomen studiereis in het buitenland. Voor zoover dat verzoek op zijn betrekking als archivaris betrekking heeft, is daarop door ons college reeds gunstig beschikt. Als conservator van het stedelijk Museum behoeft de heer Overvoorde echter verlof van Uwe Vergadering. Het komt ons met de commissie voor het stedelijk museum voor, dat, waar de heer Prof. Dr. W. Martin, directeur van het »Mauritshuis", zich bereid heeft verklaard tijdens den duur van het aan Mr. Overvoorde toe te kennen verlof, diens functies aan de Lakenhal waar te nemen, er ook tegen de inwilliging van dit gedeelte van het verzoek geen bezwaar kan bestaan Aan de be voegdheid en de geschiktheid van Dr. Martin om den heer Over voorde te vervangen, behoeft niet te worden getwijfeld en waar, met stilstand van de wedde van den heer Overvoorde, aan Dr. Martin diens salaris zal worden uitgekeerd, zoodat de ge meente ook financieel geen nadeel van de vervanging zal ondervindenkan er ook uit dat oogpunt tegen het verleenen van het gevraagd verlof geen bezwaar bestaan. Op grond van het bovenstaande geven wij U dus in over weging: 4° aan Mr. Overvoorde, met ingang van een later door ons college te bepalen datum, voor een tijd van ten hoogste 12 maanden verlof te verleenen, buiten bezwaar van de gemeen tekas, uit zijn betrekking van conservator van het stedelijk museum »de Lakenhal"; 2° voor den duur van het aan Mr. Overvoorde toe te ken nen verlof te benoemen tot tijdelijk conservator van het stedelijk museum »de Lakenhal'' Prof. Dr. W. Martin, direc teur van het Mauritshuis te 's Gravenhage, tegen een bezoldi ging, berekend naar een wedde van f 600.per jaar. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan Edelachtbare Heeren Burgemeester en Wet houders der Gemeente Leiden. Bij K. B van 7 Juli 1903 n°. 44 werd eene Rijkscommissie ingesteld voor de beschrijving van monumenten van geschie denis en kunst in Nederland. De voorloopige werkzaamheden van deze beschrijving zijn reeds belangrijk gevorderd en het is thans zeer gewenscht om de hierdoor te verzamelen gege vens aan te vullen met een overzicht van wat op dit gebied nog aanwezig is in de Koloniën en vroegere bezittingen van het Rijk. voor zooverre ontstaan door Nederlanders of onder hunnen direkten invloed. De Rijkscommissie heeft zich er van verzekerd dat zijne Excellentie, de Minister van Binnenlandsche Zaken, bereid is om zijne medewerking voor de verwezenlijking van dit plan te verleenen. Ondergeteekende heeft zich bereid verklaard om dit werk voor eigen rekening te beginnen, wanneer dit kan geschieden met behoud van de door hem bekleede betrekkingen van Archivaris der Gemeente en Conservator van het Stedelijk Museum te Leiden. Reeds zijn door hem voorloopige bespre kingen gehouden met hiertoe bevoegde deskundigen dooi'wier medewerking in den dienst aan Archief en Museum tijdens zijne afwezigheid zonder ernstig bezwaar kan worden voorzien. Overtuigd van het wetenschappelijk en nationaal belang van dit werk neemt hij de vrijheid U te verzoeken hem de vol voering hiervan mogelijk te maken door hem een op nader te bepalen datum ingaand verlof of nonactiviteit te willen verleenen voor den tijd van twaalf maanden. Wegens de langdurige voorbeieiding vereischt voor per soonlijke studie en het inwinnen van inlichtingen, waarvoor ook de medewerking van officieele lichamen moet verzocht worden, richt hij zich reeds nu met dit verzoek tot U, hoewel het zijn voornemen is om de reis eerst in de tweede helft van dit jaar te beginnen. Het zoude hem aangenaam zijn van U reeds nu te mogen vernemen, dat uw College bereid is hem de noodige mede werking te verleenen, daar eerst daarna door hem kan be gonnen worden aan de noodzakelijke voorbereiding van het plan. Met verschuldigde hoogachting UEdachtb's dw. d. J. C. Overvoorde, Archivaris der gemeente Leiden en conservator van het Stedelijk Museum. Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1910 | | pagina 6