GEMEENTERAAD "VAN LEIDEN. 35 IITGEKOME5 STUKKEN. N°. 66. Leiden, 23 Februari 1910. De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen dat, indien de Raad besluit tot bekrachtiging van den door Burgemeester en Wethouders gedanen aankoop van de per- ceelen aan de Hooigracht, kad. bekend onder Sectie I No. 2190 en tot aankoop van het perceel aan de Breestraat No. 92, overeenkomstig de voordrachten van Burgemeester en Wethouders opgenomen onder Nis 63 en 64 der Ingekomen Stukken, zij geene bedenking heeft tegen de daarbij gevoegde begrootingsregelingen, strekkende tot, beschikbaarstelling van de koopsommen en de kosten van overdracht. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 67. Beiden, den 23 Februari 1910. Ter voldoening aan de bepaling van artikel 17 der wet op het Hooger onderwijs, hebben wij de eer, onder bijvoeging van het desbetreffend advies van den Heer Inspecteur der Gymnasia, Uw College de navolgende lijst van benoembaren te doen toekomen ter vervulling van de betrekking van Rector aan het Gymnasium alhier, opengevallen door het overlijden van den Heer Dr. L. Punt. 1°. Dr. N. J. BEVERSEN, rector van het Gymnasium te Zivolle. 2°. Dr. J. L. LIEZENBERG, rector van het Gymnasium te Schiedam. 3°. Dr. D. A. H. VAN ECK, conrector van het Gymnasium te Leiden. De stukken der verschillende sollicitanten zal Uw College hierbij aantreffen Curatoren van het Gymnasium, Fockema Andreae, Voorzitter. de Jong, Secretaris. Aan den Raad der Gemeente Leiden. N°. 68. Leiden. 15 Februari 1910. Tegen inwilliging van het hierbij overgelegd verzoek van Mej M. Tillema, om haar, met het oog op haar gezondheids toestand, eervol ontslag te verleenen uit hare betrekking van le onderwijzeres in de handwerken aan de openbare lagere school der 3e klasse No. 6 alhier, bestaat bij ons geen bezwaar. Onder overlegging van het daaromtrent uitgebracht advies van het Hoofd der school, geven wij u mitsdien in overweging aan Mej. M. Tillema, op haar verzoek, met ingang van den dag van het door Uwe Vergadering te nemen besluit, eervol ontslag uit hare betrekking te verleenen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 12 Februari 1910. Ondergeteekende heeft de eer aan Burgemeester en Wet houders te berichten, dat bij hem geen bezwaar bestaat tegen de inwilliging van het verzoek van Mej. M. Tillema, om eervol ontslag als eerste onderwijzeres in de handwerken aan de Openbare Lagere School 3e klasse No. 6. Hoofd van School III6. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. 's Gravenhage, 6 Februari 1910 Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Mej. M. Tillema, le Onderwijzeres in de Handwerken, dat uit het door de beide stadsgeneesheeren ingesteld onderzoek is gebleken dat zij niet meer in staat is, hare betrekking bij voortduring waar te nemen. Reden waarom zij zich tot UEdelAchtbare Heeren, Leden van den Gemeenteraad wendt tot het bekomen van een eervol ontslag onder toekenning van pensioen. 't Welk doende M. Tillema. Aan EdelAchtbare Heeren Leden van den Gemeenteraad van Leiden. N°. 69. Leiden, 17 Februari 1910. Evenals in vorige jaren is door het Bestuur van het genoot schap «Mathesis Scientiarum Genitrix" wederom het verzoek tot ons college gericht om kosteloos gebruik te mogen maken van eenige lokalen van de Gehoorzaal, gedurende de week van 9 tot en met 17 Mei e.k voor de tentoonstelling van door de leerlingen vervaardigde teekeningen en voor het houden der jaarlijksche algemeene vergadering. Aangezien bij ons college tegen de inwilliging van het ver zoek geen bezwaar bestaat, geven wij U in overweging ons te machtigen de benoodigde lokalen kosteloos aan het genoot schap ten gebruike af te staan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. No. 70. Leiden, 18 Februari 1910. Onder overlegging van nevensgaand schrijven van het Bestuur der Vereeniging tot instandhouding van het Leidsch Muziekcorps, geven wij Uwe Vergadering in overweging tot de benoeming van een lid van den Gemeenteraad tot lid van dat bestuur over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, den 14en februari 1910. Aan Burgemeester eri Wethouders van Leiden. Daar de Heer G. P. Timp uit en door den gemeenteraad gekozen is als lid van het bestuur onzer vereeniging, en deze heer den len maart a.s. als zoodanig moet aftreden, zoo zou het ons aangenaam zijn indien uw college aan den ge meenteraad een voorstel wilde doen ten einde in die vacature te voorzien. De Heer G. P. Timp is terstond herkiesbaar. Het Bestuur der Vereeniging J. A. van Hamei, le Voorzitter. van Waveren ie Secretaris. N°. 71. Leiden, 22 Februari 1910 Tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van het Bestuur der Vereeniging tot bevordering van den bouw van Werk manswoningen kan uit den aard der zaak geen bezwaar be staan. Immers do door de vereeniging voorgenomen extra-af schrijving van f 4500.heeft niet alleen ten gevolge, dat de thans nog vrij aanzienlijke balanswaarde der terreinen aan de Kooi met datzelfde bedrag zal worden verminderd, maar bovendien zal, wegens de daarmede gepaard gaande extra aflossing van obligatiën, de jaarlijksche rentegarantie van de gemeente met een bedrag van f 157.50 verminderen. Wij geven U mitsdien in overweging aan adressant 'de ge vraagde goedkeuring der extra-afschrijving te verleenen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 17 Februari 1910. Ingevolge de van Burgemeester en Wethouders ontvangen machtiging zijn door onze vereeniging met de Electrisehe Spoorwegmaatschappij en met de Ned. Hervormde Gemeente te Leiden overeenkomsten aangegaan betreffende onze terreinen aan «de Kooi", waardoor respectievelijk ƒ2500 en 2000. in de kas onzer vereeniging zijn gevloeid. Met het oog op de aanzienlijke balanswaarde van ƒ79816.95 waarvoor deze terreinen nog te boek staan, hebben wij de eer U, volgens art. 15 der Statuten, te verzoeken te willen goedkeuren, dat een bedrag van ƒ4500.tot extra afschrijving op genoemde terreinen wordt bestemd. Daaruit zal, volgens genoemd artikel, voortvloeien eene extra aflossing van obli gatiën tot een bedrag van 4500.waardoor de steun, dien wij van de gemeente jaarlijks behoeven, met 3Va dezer som zal verminderen. Het Bestuur der Vereeniging tot bevordering van den bouw van Werkmanswoningen H. B. Graven, Voorzitter. H. A. Sypkens, Secretaris. Aan den Raad der Gemeente Leiden. N°. 72. Leiden, 22 Februari 1910. Overeenkomstig de u onlangs gedane toezegging en in over eenstemming met de door de verschillende Raadscommissies A. UlTTENBROEK,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1910 | | pagina 1